De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Vragenbus.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vragenbus.

3 minuten leestijd

Vraag: Bij het lezen van Matth. 13 vers 11—16 maakt Jezus blijkbaar onderscheid tusschen een deel van de schare, die hoort en verstaat, en een ander (grooter) deel, dat hoort en niet verstaat, en zegt dan: „Wie heeft, dien zal gegeven worden en hij zal overvloediglijk hebben; maar wie niet heeft, van dien zal genomen worden, ook wat hij heeft" (vers 12). Wat beteekent dit alles?
Antwoord: Jezus gaat nu hoe langer hoe meer met gelijkenissen spreken. Dat deed Hij niet dadelijk, maar nadat Hij eerst langen tijd onder het volk verkeerd had. Dan zijn er, die Hem volgen uit ware belangstelling (denk aan Zijn discipelen, enz.) en er zijn er, die komen als er iets bizonders is, die om de wille van het brood of om de genezing van een zieke, of om wonderen te zien, tot Hem naderen. De Heiland weet dat en aanvaardt dat. Zóó zal 't loopen: velen geroepen, weinigen uitverkoren! Die geestelijk hongeren, vragen om verzadiging, en die zullen ontvangen; die niet hebben, zullen er bij krijgen. Maar de vleeschelijken hebben niets van de dingen van Gods Koninkrijk en zullen in den weg hunner verharding ook hoe langer hoe minder nog gaan ontvangen; hoe verder 't komt in de geschiedenis, hoe meer zij „tegen" zich zullen verklaren. Het zal hoe langer hoe meer vóór of tégen gaan voor beide groepen, de een dichterbij en rijker, de ander verder af en armer.
Dan gaat Jezus door gelijkenissen spreken. Daardoor trekt Hij een scheidslijn in het midden van de schare. Er zijn er, die 't niet verstaan; er zijn er, die het wel verstaan. En in de gelijkenissen maakt Hij aan degenen, die het Koninkrijk Gods zoeken, hoe langer hoe meer van het Koninkrijk Gods bekend, en de vleeschelijk gezinde schare en de eigengerechtige Farizeërs komen er door hoe langer hoe meer buiten te staan, omdat zij zich overgeven aan den dienst van den vader der leugen, en zich ergerend aan Jezus, doen zij niet anders dan zaaien in het vleesch, hetwelk verderfenis doet maaien.
Voor de geestelijken gaat Jezus hoe langer hoe meer op de geestelijke dingen van Gods Koninkrijk in, en de vleeschelijken groeien hoe langer hoe meer in hun eigengerechtigheid en zonde, rijk zijnde in eigen oog, worden ze armer, ziende zijn ze blind, godsdienstig zijnde, worden ze hoe langer hoe meer vijanden van God en Christus. De vreeze Gods doet armen rijk worden, dat gaat in opgaande lijn; maar de zonde der ongehoorzaamheid en verharding neemt van de rijken, die niets hebben, óók nog weg wat ze hebben, om voor eeuwig ellendig om te komen. In dien weg der verantwoordelijkheid, die vraagt om een keuze des harten, wordt ieder onzer gesteld! We worden óf rijker óf armer. En Jezus wijst op het Koninkrijk Gods, dat beloften heeft voor het tegenwoordig en toe­komend leven.
Opmerker.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Vragenbus.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's