De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De vaders en de broers van Putten (6)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De vaders en de broers van Putten (6)

9 minuten leestijd

Ds. L. Kievit
De opvolger van ds. Holland werd ds. Kievit uit Schoonrewoerd. Op 26 augustus 1945, dus net na de oorlog, bevestigde zijn vader hem in de Veluwse gemeente. Hij was nog jong, toen hij in Putten kwam: een week voor zijn intrede was hij 27 jaar geworden. Een jaar eerder was hij er al beroepen geweest, maar hij kon toen moeilijk tot een beslissing komen. Bovendien achtte hij het vanwege de oorlogssituatie raadzamer vooralsnog aan zijn gemeente in de Vijfheerenlanden verbonden te blijven. Zijn aarzelingen verwoordde hij in een brief aan een Putter ouderling, maar – zo schreef hij – 'zodra de overkomst naar uw gemeente voor ons mogelijk is – u kunt dat zelf bepalen – ben ik bereid een beroep te aanvaarden en ten spoedigste op te volgen. Deze bereidheid is zo in mijn hart gegroeid en geworteld, dat u daaraan niet behoeft te twijfelen.' Ds. Holland las deze brief voor op kerkenraad. Toen die uit was, zei hij: 'Die brief kunnen jullie bewaren; die brief, daar kun je nog op doorgaan; daar is gelukkig geen menselijke vromigheid bij.'
Door toedoen van de 'oude' ds. Kievit was er al voor de oorlog een band gegroeid tussen Putten en de 'jonge' ds. Kievit. Daarvan sprak hij ooit als volgt: 'Lang voordat uw naam bekend werd door de ramp die u trof, had ik van u gehoord. En iets van de liefde, die mijn vader voor u had, is op mij overgegaan. Naar mijn oordeel vindt men niet licht een tweede gemeente als gij.' Zo kende hij bijvoorbeeld reeds als kind de namen van de Putter ouderlingen. Zijn vader had hem die geleerd. Wat was deze er graag zelf predikant geworden. Tot drie keer toe had hij een beroep van de gemeente ontvangen. Maar de weg leidde er niet heen. 'Beste gemeente,' zei hij, toen hij zijn zoon in Putten bevestigd had, 'ik heb u zelf nooit mogen dienen, maar ik geef u het grootste geschenk: mijn zoon.'
De tekst voor die dienst was: 'En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand' (Openb. 1 : 16a; hetzelfde woord als waarmee de jonge ds. Kievit in 1990 begraven werd!). Zeer toepasselijk was de tekst voor de intrededienst: 'Om alle treurigen te troosten' (Jes. 61 : 2b).

Troost
Daar was het werk van ds. Kievit en zijn kerkenraad in die jaren op gericht: om alle treurigen te troosten. 'Mijn dienst in deze periode was ten diepste een dienst van de troost; zo wilde het de Heere, en zo werd het u ten zegen. Hoe gaarne heb ik u getroost,' zei hij evaluerend bij zijn afscheid in 1952. Er was immers geen familie, waar geen dode te betreuren viel. In sommige straten woonden zelfs huis aan huis de weduwen. En er waren 'wel duizend kinderen bij ons, die geen vader meer hadden.'
Samen met ds. G. Boer en de hulppredikers G. Mouw (eerst) en D. D. Konings (later) bearbeidde hij de gemeente. Aanvankelijk gebeurde dat – wel niet officieel – onder leiding van ds. Holland. 'Wij waren de kapelaans en hij was de pastoor.'
In die jaren is er pastoraal enorm veel werk verzet. De kerkenraad liet de dingen niet op hun beloop, maar boog zich over de vraag hoe men de achtergeblevenen het beste kon bijstaan. Ook de diakenen verstonden hun taak. Met 'de uiterlijke gift, maar ook met troostelijke redenen' (bevestigingsformulier) bezochten zij de gehavende gezinnen. Wat men kon, heeft men voor elkaar gedaan. Het is dus niet waar dat de kerk de mensen heeft laten zitten en slechts achteloos troost geboden heeft of het verdriet onzichtbaar gemaakt heeft. Dat is na de oorlog wel gesuggereerd, vooral door hen die in dezelfde sfeer ademden als de 'filmer' (zie het derde artikel). De Keizer daarentegen spreekt van de 'opmerkelijke mentaliteit van de vrouwen, die eerder van een geslaagde rouw dan van een verdringing getuigde.'

Eén Jongen
Maar voordat het zover was! Daarvoor moesten er nog tal van preken gehouden en bezoeken gebracht worden. Of liever: daarvoor moest het kruis van Christus opgericht worden, in prediking en pastoraat. 'Het is maar een smalle slagschaduw, die het kruis werpt, maar net genoeg om een plaats te bieden aan allen die het nergens meer kunnen vinden, aan allen die door moeilijke wegen moeten gaan.'
We kunnen ons enigszins indenken hoe emotioneel de huisbezoeken verliepen. 'Of was het rouwbezoek? Maar dat lag natuurlijk héél erg dicht bij elkaar.' Want daar was 'een moeder, die plotseling voor heel de zorg van haar gezin kwam te staan, omdat zij zich haar man zag ontvallen. Of kinderen, die hun vader nog zo nodig hadden en hem vroegtijdig moesten missen.' In dit verband herinneren we nog een keer aan het prachtige en ontroerende verslag van het huisbezoek, dat ds. Kievit bij een weduwe bracht, samen met ouderling Schuitemaker, een man met veel geestelijk gezag en inzicht; hij was tevens wethouder. (Vijftien jaar terug stond het al in de Waarheidsvriend, Madeion de Keizer citeert eruit in haar boek en enkele nummers terug werd het opnieuw geplaatst; zelf heb ik het ook meer dan eens aangehaald, met name tegenover niet-hervormd-gereformeerden, omdat het zo zuiver de reformatorische geloofsbeleving vertolkt.)
Ds. Kievit probeerde de vrouw troost te bieden. 'Och man,' zei ze, 'je bent nog zo jong en je hebt niks meegemaakt.' Op dat moment boog zijn ouderling zich wat naar voren en zei: 'Vrouw, heb ik ook niks meegemaakt?' – 'Ja Dirk,' zei ze, jij bent ook een jongen kwijt.' – 'Ja, twee,' zei hij toen. – 'En hoeveel had je er?' – 'Twee.' – 'O Dirk,' zei ze, 'dat is haast nog erger: twee jongens en twee kwiet, kun je dat begriepen?' Toen zei hij: 'God had één Jongen en Hij wilde Hem kwijt voor jou en mij. Kun je dat begrijpen?' Midden in dat moeilijke gesprek, midden in de zorg en in de nood, richtte deze ambtsbroeder zomaar het kruis van Christus op, omdat dat alleen troost en rust kan bieden.

God heeft Putten bezocht
Ruim vijf weken na zijn intree werd ds. Kievit geroepen de beide kerkdiensten te leiden op de eerste gedenkdag van de razzia. De eerste preek ging over Job 5 : 8-9: 'Doch ik zou naar God zoeken en tot God mijn aanspraak richten; Die grote dingen doet, die men niet doorzoeken kan; wonderen, die men niet tellen kan.' Deze preek stond afgedrukt in de Waarheidsvriend van 30 september jl. 's Middags was de tekst opnieuw uit Job 5 : 'Zie, gelukzalig is de mens, dien God straft; daarom, verwerp de kastijding van de Almachtige niet. Want Hij doet smart aan, en Hij verbindt; Hij doorwondt, en Zijn handen helen' (vers 17-18).
Heel dat onbegrijpelijke en schokkende gebeuren van oktober '44 en daarna wordt teruggebracht tot op God. 'Hij had er de hand in. Ja, gemeente, zo groot, zo buiten iedere maat groot is God, dat Zijn Naam het lijden kan, bij deze vernieling, bij deze geweldpleging, bij deze moord genoemd te worden. Wij willen Hem er buiten houden. Hem tenminste verdedigen. Maar Hij heeft dat niet nodig. Hij zegt nadrukkelijk: Zie, hier ben Ik. Hier, in dit drama van Putten. Want het is geen lot, dat u treft, maar een God, Die u slaat! Dat is een ondraagbare ernst, dat is tevens een onzegbare troost.'
Wie beide preken leest, raakt ervan onder de indruk. Dat geldt ook voor de preek, die ds. Boer een jaar later hield over 'Jezus in de storm'. Hoeveel te meer zullen ze beslag hebben gelegd op hen, die ze destijds hebben gehoord. Nóg herinnert men zich in Putten deze verkondiging. Dat kan ook niet anders, 'want deze rouwdiensten waren diensten des Woords, en konden ons als zodanig dienstig zijn,' schreef ds. Kievit in het voorwoord van zijn twee preken over Job. Een broeder uit Putten, die als jonge jongen toen in de kerk was, zei nog niet zo lang geleden: 'Hoe merkte je in die diensten dat de Heilige Geest ds. Kievit leidde! Anders kun je als jong predikant niet zo preken.'

Spanningen
Op deze manier werden treurigen getroost. Zoals de prediking van ds. Holland diepe sporen getrokken had, zo deed de prediking van zijn opvolgers dat na de oorlog opnieuw. Dat verliep echter niet zonder spanningen. Dat kon ook niet anders. Want leert Luther ons niet dat geloof altijd aangevochten geloof is?
Eén van de spanningen betrof het beleid van de kerkenraad. Een aantal hervormden uit Putten richtte na de bevrijding een evangelische kring op. Dat gebeurde ook in omliggende gemeenten: Nijkerk, Ermelo. Harderwijk. Het had te maken met het verlangen, dat in en na de oorlog bij velen was wakker geworden: dat de Nederlandse Hervormde Kerk weer een Christus belijdende volkskerk zou worden. Zij was immers in de decennia voor de oorlog verlamd door strijd: strijd tussen de richtingen, strijd om een nieuwe kerkorde. De oorlog had de mensen dichter bij elkaar gebracht en bezield met de wens dat de kerk als een levende getuige midden in samenleving zou staan. In december 1945 deed het bestuur van de kring aan de kerkenraad het verzoek dat er niet altijd een dominee van de Gereformeerde Bond zou voorgaan in de dienst.
Ds. Kievit toonde zich echter een onverbiddelijk tegenstander van deze groepering. Dat had twee redenen. De eerste lag op sociaal-psychologisch vlak: Putten was een gehavende en geschokte gemeenschap. Tweespalt en onenigheid zouden funest zijn, vooral in de kerkelijke gemeente. Dat alles zou de verwerking van de razzia ten zeerste schaden.
De tweede reden had een meer theologische achtergrond. Toen ds. Kievit doorvroeg naar de diepste motivatie van het verzoek, bleek dat het ten diepste niet alleen ging om een andere, niet-Bondsvoorganger of om een andere liturgie, maar om een andere prediking. Ds. Kievit werd door één van de leden van de evangelische kring toegevoegd: 'In uw prediking is de weg ons te smal en de poort te eng.'

H. J. Lam, N. a/d IJ.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De vaders en de broers van Putten (6)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 november 1999

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's