De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Welbehagen in Christus en in mensen!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Welbehagen in Christus en in mensen!

7 minuten leestijd

Wanneer een beiaardier zijn klokkenspel bespeelt, hoort ge een weelde van klanken over de huizen tuimelen. Lichte, tere tonen, die maar even de lucht aanraken. Speels verder dartelen en een ogenblik daarna verdwenen zijn. Maar ge hoort ook sonore klanken van de zwaardere klokken. Zij vormen de ondergrond van de melodie. Het stramien waarop de meesterhand zijn fantasie laat gaan. Zo is het ook met de woorden in het Evangelie. Er zijn woorden, die ternauwernood oplichten uit het verband, al hebben ze hun functie in het redebeleid. Maar er zijn er ook, die uit de diepte komen; onze vinger stokt een moment bij het lezen. We vragen ons af wat met zulk een woord wordt bedoeld. Ge peinst en peinst — ge bladert soms de gehele Schrift door en opeens ziet ge het alles voor u. Het woord ging open in zijn diepe zin en tegelijkertijd zag u ineens de zin van het gehele Woord. Een enkel woord zelfs kan u leiden naar het Vaderhart van God.

Zulks is het geval met het Woord hierboven. Welbehagen. Hoe verschijnt dat in de Schrift? Welke boodschap brengt het over? Dit woord klinkt zo diep en doordringend, dat wij er ons voor moeten hoeden niet te schrikken. De volle klank daarvan kunnen we niet eens goed opnemen. Welbehagen, dat is allereerst Gods behagen in Zijn eigen doen en werken. Hij doe, wat goed is in Zijn ogen, zegt de oude priester Eli in Samuel en Jesaja voert God sprekende in: Alzo zal Mijn woord, dat uit Mijn mond uitgaat, ook zijn, het zal niet ledig tot Mij wederkeren; maar het zal doen, hetgeen Mij behaagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend. Ge hoort hier reeds terstond de gedachte van souvereiniteit, heerschappij in absolute volmacht. Maar er is meer. De Heere wil niet de dood, maar de bekering van de goddeloze. Daarin heb Ik lust, dat de goddeloze zich bekere van zijn weg en leve. Daarbij voegt zich als vanzelf de gedachte van de heilswil Gods. Zijn ganse heilsplan, verkiezing, verordinering, verlossing, verlichting, voleinding, het wordt in de eerste verzen van de brief aan de Efeziërs beschreven als ontsprongen aan Zijn welbehagen. Ook het welbehagen des Vaders, dat in Christus zijn ganse volheid wonen zou is aan iedere kritiek en bestrijding ontheven. Hij heeft besloten dit geheimenis voor de wijzen te verbergen en het de onmondigen te openbaren door de dwaasheid der prediking. Daarom behaagde het Hem Zijn Zoon in de heidenapostel te openbaren. Het is evenzeer des Vaders welbehagen het koninkrijk te geven aan het kleine kuddeke. Het Koninkrijk, samenvatting van alles wat God in Zijn genade schenkt, wordt aan de discipelen geschonken alleen omdat het Gods vrije welbehagen is om dat te doen. Dan benoeven ze ook niet te vrezen, maar mogen ze rusten onder alle omstandigheden in dat welbehagen Gods. Welbehagen — alzo Gods wil ver boven ons bereik. Maar geen dode verstarde wil als van een robot. Neen, levend — een heilswil naar ons toestromend. Onweerstaanbaar heilzaam. Uit goddelijke diepte ontsprongen. Rustgevend en moedigmakend in alle gevaren.

Maar dat welbehagen neemt voorts ook gestalte aan. Het blijft niet zwevend en vaag boven ons hangen. Neen, het is zelfs niet eens zonder gestalte te denken. Gods welbehagen is in Zijn Zoon. Onder het Oude Testament wordt het vooraf geschaduwd in de verkiezing van David, een man naar Gods hart. Daarmee is geen verdienste, maar genade bedoeld. Op de vlucht voor Absalom stelt David Gods welbehagen in twijfel en geeft zich over aan de wil des Heeren, hoe dan ook. Maar indien hij alzo zal zeggen: Ik heb geen lust tot u; zie hier ben ik. Hij doe mij, zoals het in Zijn ogen goed is. Na de redding uit de hand van alle vijanden, juicht hij: Hij voerde mij uit in de ruimte. Hij rukte mij uit, want Hij had lust aan mij. Dit neemt niet weg, dat Davids volkstelling de Heere niet behaagt en de tempelbouw hem niet wordt toegestaan. David is hier de zoon, die de vader uit liefde tuchtigt. De Heere kastijdt degene, die Hij liefheeft, ja, gelijk een vader de zoon, in dewelke hij een welbehagen heeft.

Op overeenkomstige wijze, maar zonder zonde, is het de uitverkoren knecht, in wie de Heere een welbehagen heeft. Ziet, Mijn knecht, die Ik ondersteun. Mijn uitverkorene, in denwelke Mijn ziel een welbehagen heeft! Ik heb Mijn geest op hem gegeven; Hij zal het recht de heidenen voortbrengen. Hier wordt de Messias bedoeld, staande onder Gods welbehagen en deelhebbende aan Gods geest. In het Evangelie klinkt dat van Christus aldus: Gij zijt Mijn geliefde zoon, in u heb Ik Mijn welbehagen. Hier is het welbehagen geen geschenk meer, maar bevestiging van wezensgelijkheid van de Zoon met de Vader. Bij Jezus' doop worden de woorden van 's Vaders welbehagen gesproken. Jezus liet zich dopen, om daarmede te betuigen, dat Hij het Messiaswerk aanvaardde. Hij stelde Zich in onze plaats en nam onze zonden op zich. Maar daar de doop beduidde, dat alleen door sterven afwassing geschieden kon, was de doop van de Heere Jezus ook de verklaring, dat Hij beladen met onze zonden, sterven wilde ter verzoening. Na de doop, terwijl de Heiland bad, volgde in antwoord op die bereidverklaring, van de hemel uit, de proclamatie, dat Jezus ook waarlijk de Messias was, die Gods wil zou volbrengen. De Geest, die Hem bekwamen zou tot zijn ambtelijk werk, daalde op Hem neer. Het zelfde woord wordt opnieuw door de Vader gesproken bij de verheerlijking op de berg. Hoort Hem, in dewelke Ik Mijn welbehagen heb. Naar Hem, de Gezondene des Vaders hebben wij te horen.

Het welbehagen des Vaders, dat op ons mensen niet rusten kon vanwege zonde en schuld, komt op de Zoon. Hij is des Vaders welbehagen en des Vaders lust. De heilswil, de souvereiniteit, de openbaring, de beweging van de Vader naar ons toe en ten leven, is in de Zoon. Ja, i s de Zoon. De volheid Gods woont in Christus. Ge kunt God nimmer leren kennen buiten Christus. Christus leert u zien, wie God is.

Dat voert eindelijk naar een derde punt. In Christus ontvouwt zich het welbehagen Gods naar ons toe. Dat is hèt Wonder van de ganse Schrift. Want door geheel het Woord heen stuit het welbehagen Gods af op goddelozen, uitwendige ceremoniën, op mensen die zich van de Heere afkeren. Er is een ravijn tussen datgene wat God behaagt en datgene wat ons behaagt. Er is een kloof van afkerigheid, ja, van weerzin. Het is niet de veel gezegd, wanneer wij beweren, dat een openbaring van die afstand de vrees is, die ge bij de herders in de kerstnacht nog vindt. Maar dit is nu het Wonder van Kerstmis; God overwint de weerspraak door Zijn verlossing. Zijn welbehagen zet zich onafhankelijk van alIe menselijke bemoeienis en alle onbestendigheid van ons wezen dóór. In de zending van Zijn Zoon schenkt God vrede op aarde voor mensen des welbehagens.

Dat betekent, dat in Christus de heilsbanier op aarde is geplant. En anderzijds — dat door Christus dit welbehagen ook rust op allen, die hem vrezen en op Zijn goedheid hopen. De psalm tekent het zeer schoon. Leer mij uw welbehagen doen, want Gij zijt mijn God! Er komt dan aansluiting aan dat goddelijk welbehagen. Dat kunt ge geloof noemen, vertrouwen, of welke andere naam ook. Maar het komt in ieder geval hierop neer, dat ge gaat erkennen dat uw blinde ogen werden geopend voor de Zoon.

Dat is de grootste ontdekking en openbaring van uw leven. Dat God welbehagen in mensen heeft. Zien wij wel, dan hangt alles hier aan God.
In God is een bewogenheid naar ons toe. In Christus opent zich die bewogenheid klaar en helder. 
Neemt in Zijn vlees gestalte en bloed aan. Wanneer wij op ons zelf zien is dat welbehagen een wonder. Maar het is tevens ons behoud. Want dat welbehagen alleen maakt ons zalig in den Geliefde.

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Welbehagen in Christus en in mensen!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's