Zending: daar en hier
Deze week nemen we u in deze rubriek mee naar de Centraal Afrikaanse Republiek. Hier woont en werkt het gezin van Benno en Berdine van den Toren. De GZB benoemde Benno eind 1996 tot zendingsarbeider. In samenwerking met de Christelijke Gereformeerde Kerken is hij werkzaam als docent aan een predikantenopleiding in Bangui.Onderstaande bijdrage is van de hand van Berdine.
Te gast bij de Yaka-pygmeeën
Groen, groen en nog eens groen, onder ons, boven ons, links en rechts van ons, alles is groen. We zijn in het regenwoud van de Centraal-Afrikaanse Republiek, in een stuk regenwoud dat nog niet ontluisterd wordt door grote houtzagerijen en boomkapprojecten. Om hier te komen hebben we een tocht gemaakt van ongeveer 260 km, een tocht die door de zeer slechte wegen ongeveer 13 uur heeft geduurd.
Pygmeeën
Het doel van onze reis was het Beka-project, een project voor de vertaling van de Bijbel in het Yaka. Het Yaka is één van de talen van de pygmeeën. Aan dit project is ook een project gekoppeld voor de alfabetisering van deze groep pygmeeën.
Een Amerikaanse zendeling heeft ons uitgenodigd om tijdens onze vakantie bij hem op bezoek te komen. Het is voor ons wel een zeer indrukwekkend bezoek geworden. De pygmeeën zijn een volk van kleine mensen, gemiddeld rond de 1.45 m lang. Ze leven in en van het regenwoud. Ze jagen het wild en verzamelen honing, vruchten, noten en rupsen in het woud.
Over het algemeen wordt er sterk neergekeken op de pygmeeën, als een volgens veel Afrikanen 'barbaars volk, zonder cultuur, zonder beschaving'. Het gevolg is dat de samenleving van de pygmeeën ontwricht wordt en dat de pygmeeën hun zelfrespect verliezen. Juist in deze situatie groeit een kleine christelijke kerk.
Droom en werkelijkheid
Het meest indrukwekkend was ons verblijf van één nacht in het kamp van de pygmeeën. We wilden deze mensen graag in hun eigen situatie ontmoeten en daarom hadden we onze tenten gepakt en zijn we naar een kamp gegaan op ongeveer 20 kilometer afstand van Londo, het dorp waar het Beka-project is gevestigd. We werden gastvrij ontvangen. We moesten onze tenten opzetten voor de hut van de chef van het kamp. We kregen eten aangeboden en natuurlijk moesten de mannen een poos praten met de chef en de andere mannen van het kamp. Toen hoorden we dat de mensen van dit kamp christen zijn, maar dat ze nooit een eredienst hebben, omdat er niemand is die dat kan leiden en omdat er nooit iemand langskomt om hen verder te onderwijzen. Ze hadden het Evangelie aangenomen als de boodschap van God, maar daarna voelden ze zich aan hun lot overgelaten. Echter, juist die nacht had de chef een droom gehad dat er deze dag iemand zou stoppen bij hun kamp om met hen over God te praten. En daar waren wij. Wat voelden we ons klein worden, toen we ons realiseerden dat, toen de chef de droom had gekregen, wij nog niet besloten hadden of we wel echt zouden gaan en waar we naar toe zouden gaan. God is ons duidelijk voor geweest. De volgende morgen hebben we samen met deze broeders en zusters een morgenwijding gehouden. We hebben samen gezongen, samen gebeden en Benno heeft weer het Woord mogen verkondigen, midden in het oerwoud, tussen het groen, tussen de huizen van deze mensen, tussen de vuurtjes, waar de vrouwen omheen zaten, waar de kinderen de borst kregen. Toch vervult juist deze gebeurtenis ons met zorg. Hoe vaak is het al voorgekomen dat mensen wel met het Evangelie bereikt worden, maar daarna geen verder onderwijs krijgen? Hoe moeten deze mensen dan God beter leren kennen? Hoe kunnen de mensen dan leren om in het dagelijkse leven met deze God te leven? We horen veel over terugval van mensen. In hoeverre zijn wij, de kerken, de zending, hiervoor mede verantwoordelijk? Willen we wel dit moeilijke gebied intrekken om het Evangelie te verkondigen, maar is het daarna te veel moeite om de contacten te onderhouden? Het is ons gelukkig ook opnieuw duidelijk geworden dat de kerk niet alleen van mensenwerk afhankelijk is. Wij mensen schieten vaak schromelijk te kort. Maar het is God Zelf, die Zijn kerk verzamelt en wij mogen daar een klein schakeltje in zijn.
God zij dank.
B. Stolk
Secretaris Missionaire Vorming GZB
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 februari 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's