Globaal bekeken
Uit het blad In de Rechte Straat de volgende 'interessante cijfers'
'Het informatiebulletin van de Ned. R.K. geeft een statistiek, waaruit wij citeren:
Aantal rooms-katholieken in 1960: 4.664.605 = 40,4% van de bevolking; in 1985 5.533.039= 38,1 % van de Ned. bevolking, dus een daling met 2,3%.
[Tabel]
U ziet dat van 1966 tot 1970 1870 priesters hun ambt neerlegden, terwijl er slechts 973 nieuwe priesters werden gewijd.
Het misbezoek op zondag:
In 1965 64,4% van de rooms-katholieken van Nederland; in 1985 17,5%.'
In Israël is het momenteel onrustig vanwege de zich toespitsende tegenstellingen op de Westbank en in de Gazastrook. Hier volgt een passage uit de laatste rondzendbrief van dr. G. H. Cohen Stuart, theologisch adviseur van de Nederlandse Hervormde Kerk in Jeruzalem.
'Als reactie op de getoonde bezorgdheid en de vragen over de situatie in Israël maak ik daar enkele kanttekeningen bij. Zonder aan de ernst van de situatie af te willen doen, beoordelen wij de feiten toch anders dan wie er verder vandaan zit. De media bekijken een selectie van het gebeuren onder een vergrootglas. Zo herhaalde de BBC op de ene dag het dodenaantal van de vorige (er waren er geen). De Jordaanse tv berichtte dat alle kerstvieringen waren afgelast. Lang niet alles wat gebeurt is 'televisiegeniek'. Enkele momenten van insiders:
Een kennis in een van de nieuwe buitenwijken van Jeruzalem kijkt uit op een weg langs een Arabisch dorp naar een "settlement". Op een ochtend ziet hij een steenhoop als wegversperring. Een politie patrouille komt langs en begint te onderhandelen over opruiming daarvan. Gedurende dat uren durende overleg ruimt een deel der bewoners stenen op. Anderen herstellen de barricade. Omdat er geen schot in de zaak komt besluit de patrouille een bulldozer te bellen. Waarop de kleine patrouille van alle kanten met stenen bekogeld wordt En pas dan komen de waarschuwingsschoten.
Op de avond van de spannendste dag, die van de solidariteitsstaking binnen de grenzen van voor 1967, 21 dec., was de jaarlijkse receptie van burgemeester Kollek. We verwachtten er geen enkele vertegenwoordiger uit de Arabische sector te zien. Slechts een enkeling ontbrak. Een collega uit het Arabische deel van de stad vroeg ik, hoe hij de spanning beleefde. Hij zei: "Als ik op straat barricades zie liggen, stel ik mijn huisbezoeken maar uit en haal iets van mijn leesachterstand in. Ondanks de winkelstaking hebben we natuurlijk voor ons gezin brood en melk nodig. Ik ging dus gisteravond maar naar de Supersol (de enige zaak in Jeruzalem die tot middernacht open is). Mijn vrouw begreep niet waarom ik zo laat thuiskwam. Geen wonder, want bijna de hele buurt deed daar zijn inkopen. Het leek wel een social happening."
Op een ander moment vertelde een Israëlische arts, die in een van de Arabische stadjes een avondcursus geeft, diezelfde maandag op weg te zijn gegaan om de cursus te geven met de gedachte "er zal wel niemand zijn". Niemand van de cursisten ontbrak.
Ik vertel u deze voorbeelden om te laten proeven hoe betrekkelijk veel van de spanningen zijn. Heel plaatselijk, heel incidenteel. Vaak opgehitste (ook lagere) scholieren. Zij worden door ouders en leraren ingezet als wapens tegen de Israëli's. Dezelfde tactiek als in 1982 in Libanon. Verteld wordt dat Palestijnse schoolkinderen, die weigeren aan relletjes mee te doen, straf krijgen. Omdat 85% van de actievoerders tussen de 15 en 20 jaar zijn, zijn er helaas veel kinderen onder de slachtoffers.
Dat neemt niet weg dat velen zich grote zorgen maken, zich afvragen, hoe de impasse kan worden doorbroken. Als leek op het gebied van de politiek verwacht ik weinig resultaat van de vele ideeën die op dit moment bestaan. Geen plan lijkt levensvatbaar. Noch de gedachten van Shamir voor directe onderhandelingen met Hoessein; noch de plannen van Peres voor onderhandelingen binnen het kader van een internationale conferentie als "paraplu". Ook de door de Europese landen en anderen voorgestelde internationale conferentie met alle betrokken partijen (al dan niet met een officiële delegatie van de PLO) lijkt niet reëel. Alles echter blijft mogelijk voor die Arabische leider, die net als wijlen president Sadat, het bestaansrecht van de Staat Israël erkent. En dat ondanks de dreiging die over het Egyptisch-Israëlisch vredesverdrag blijft hangen. Zoals een Arabische journaliste het deze week zei voor de BBC: 'De Arabische top vorige maand heeft dan wel individuele staten toestemming gegeven om de betrekkingen met Egypte te herstellen. De echte terugkeer van Egypte in het Arabische kamp kan alleen door opzegging van de Camp David akkoorden en het vredesverdrag met Israël". En ze spak niet als iemand die overdreef.'
Vanaf 1 januari 1988 mogen kosters in de Nederlandse Hervormde Kerk zich 'kerkelijke medewerkers' noemen. Hoe dat tot stand kwam? In het januarinummer van de Koster zegt de oud-voorzitter van de Protestants Christelijke Vereniging van Kosters, de heer Evert van den Brink te Nijkerk, er het volgende van. Het begon allemaal in 1966.
'Onder leiding van de toenmalige bondsvoorzitter Jellema, togen drie bestuursleden van de P.C.V.K. richting Utrecht, om daar om tien uur een gesprek te hebben met deputaten van Gereformeerde- en Hervormde zijde. Zoals het kosters betaamt waren ze daar stipt op tijd, wachtend op de gang tot de heren beliefde hen binnen te laten. Zij hebben de kosters een half uur laten wachten en dat was iets wat Evert niet beviel. Daarbij kwam nog dat, nadat de vroede vaderen hen welwillend aangehoord hadden, het gesprek geen enkel resultaat opleverde. Een jaar later was Evert zelf voorzitter van de bond geworden en dus zag hij zijn kans schoon een tegenzet te verzinnen. Hij organiseerde een bijeenkomst waarop de voornoemde deputaatschappen werden uitgenodigd. Hier had hij zélf de hamer en de touwtjes in handen. De vergadering begon op de gebruikelijke wijze. Dat wil zeggen: met schriftlezing en gebed en, naar Evert mij verzekerde, hij beschouwt het tot op de huidige dag als een ingeving van boven dat hij juist toen 1 Corinthe 12 heeft gelezen, het gedeelte waarin Paulus zo duidelijk schetst hoe dat ene lichaam (de kerk) uit zoveel verschillende leden bestaat en, hoezeer ook ieder lid zijn specifiek eigen funktie kent, dat lid niet zonder de andere leden echt funktioneren kan. Men mag gevoegelijk aannemen dat Evert in zijn openingswoord uitzonderijk diep op deze tekst is ingegaan. Maar, zo vertelt hij rustig verder, het werd de heren duidelijk dat het hoofd weliswaar heel wat presteert, maar dat dat hoofd zonder benen uitermate plaats-gebonden is. "Wij, als kosters, nemen echter best genoegen met het mogen zijn van de benen", aldus de toenmalige voorzitter. Het "hoofd" was volgens Evert alleszins bereid om de lage staat der "benen" haastig en in hoge mate te waarderen, want wat is de een zonder de ander, nietwaar?
Disgenoten
Bijbelvast als deze oud-voorzitter nu eenmaal is, (hij heeft zeer onlangs de N.C.R.V. nog gewezen op het feit dat het liedje: "Engelen bestaan niet", niet door deze omroep mag worden uitgezonden daar de tekst, in strijd is met de waarheid van Gods Woord) zo zal hij mij de kop, die boven dit artikel staat wel vergeven. Want na het horen van zijn verhaal moet ik denken aan de "hondekens" die de kruimkens van de grote herentafel mochten eten. Maar nu, ruim 20 jaar later, mag men toch vaststellen, dat de koster dis-genoot is geworden aan de Kerkelijke tafel. Dit moet toch een boodschap zijn voor een ieder die wat somber de toekomst inblikt. Dankzij de inzet van zovele (oud) kollega's zijn we gekomen op de plaatsen waar we nu zijn en daaruit moet en kan durf en elan geput worden om de toekomst met open vizier tegemoet te treden.'
In mijn artikel van 8 januari ll. 'In de lijn der geslachten' stond een onjuiste 'gemeenplaats'. Ik legde Ambrosius in de mond: 'een kind van zoveel gebeden kan niet verloren gaan'. Tot Monnica, de moeder van Augustinus werd echter gezegd 'een kind van zulke tranen kan niet verloren gaan'.
Met betrekking tot 'verloren gaan' wordt veelvuldig een andere 'gemeenplaats' geciteerd, namelijk: 'Mijn volk gaat verloren omdat het geen kennis heeft'. In de Schrift staat echter 'Mijn volk is uitgeroeid omdat het zonder kennis is.' Op zulke onjuistheden heb ik zelf wel eens gewezen. Daarom ben ik dankbaar voor bovenstaande correctie uit de lezerskring.
v. d. G.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1988
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 januari 1988
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's