Globaal bekeken
Op D.V. 19 juni a.s. hoopt aan de rijksuniversiteit te Utreclit te promoveren drs. W. Verboom te Hierden. De titel van zijn proefschrift — waarover direct na de promotie in ons blad wordt geschreven — luidt: 'De catechese van de Reformatie en de Nadere Reformatie'. Promotor is prof. dr. C. Graafland. Van de bij het proefschrift gevoegde stellingen volgen er hier enkele.
'• De conventikels hebben catectietisctie oorsprong.
• Wanneer het kenniselement uit het geloof(sbegrip) verdwijnt, raakt de catechese de geloofsdimensie kwijt
• De toenemende aandacht in de Nadere Reformatie voor de catechese gaat gepaard met een kwalitatieve devaluatie ervan.
• Het verdient aanbeveling in historische studies met betrekking tot de Reformatie en de Nadere Reformatie, aan catechismi en andere leerboeken als bronnenmateriaal een grotere plaats toe te kennen dan over het algemeen gedaan wordt
• In de catechetische literatuur van de Reformatie en van de Nadere Reformatie in de Gereformeerde Kerk in Nederland treffen we de zogenaamde catechese der verguizing ten opzichte van het volk Israël niet aan.
• Bij de kerkelijke visitatie van een gemeente, zoals bedoeld in Ordinantie 11, artikel 1-3 van de Kerkorde van de Nederlandse Hervormde Kerk, dient een onderzoek naar de didactische geschiktheid van het catechisatielokaal opgenomen te worden.
• Catecheseteams, gevormd door daartoe geïnstrueerde gemeenteleden, kunnen — mits ze onder ambtelijke verantwoordelijkheid staan — een belangrijke bijdrage leveren aan de vernieuwing van de catechese.
• Wanneer de Dordtse Leerregels leren dat godzalige ouders niet moeten twijfelen aan de verkiezing en zaligheid van hun kinderen die God in hun kindsheid uit dit leven wegneemt (1.17), dan geldt dit ook voor verstandelijk gehandicapten die reeds aan de kinderleeftijd ontgroeid zijn.
• Kamperen is een onuitputtelijk vrijheidsspel. Slechts kniesoren zullen de vreugde ervan nooit begrijpen.'
***
Enkele weken geleden schreven we over 'opnieuw overgangen', dit n.a.v. het feit dat opnieuw een Christelijk Gereformeerde predikant was overgegaan naar de Ned. Herv. Kerk, t.w. ds. M. de Boer te Veenendaal. Naar aanleiding van dat artikeltje ontvingen we een schrijven van ds. Den Boer, dat we hier gedeeltelijk, ter verduidelijking, laten volgen.
'(...) Daarom ben ik blij met de toezegging van beroep van de kerkeraad van de Oostkerkwijk in Middelburg. M.i. is dat een gewone hervormde gemeente en niet naar richting in te delen. Bij deze toezegging is de gewone kerkelijke orde gevolgd. Ordinantie 7 art. 10 punt 3 geeft dit aan. Ook overigens is korrekt kerkelijk gehandeld. Op 14 jan. sprak het moderamen van de synode met mij over mijn motieven tot toelating in de Herv. Kerk. Tevoren had men inlichtingen ingewonnen. Het is — dat wil ik graag met nadruk stellen — niet zo dat ik eerst bij de deelgemeente Sola Fide in Veenendaal heb gevraagd om predikant te mogen worden. Prof. Van 't Spijker gaf in zijn stukje in De Wekker deze voorstelling van zaken. U hebt dat ter goeder trouw overgenomen. Maar het is in strijd met de waarheid. Daarom heb ik prof Van 't Spijker om rectificatie gevraagd.
Het enige wat bij Sola Fide is besproken is de vraag of ik tussen het beëindigen van mijn werkzaamheden als chr. geref. predikant in Veenendaal en het begin in Middelburg in de Sola Fide-gemeente hulpwerkzaamheden verrichten zou. Men wees dat terecht af niet omdat men bezwaren heeft tegen mijn persoon maar om de verhoudingen tussen de kerken niet te schaden. Omdat ik nu weer voor enige tijd vlootpredikant ben is het probleem van de overbrugging zo opgelost. Helaas voorziet de kerkorde niet in zo'n situatie. De verantwoordelijkheid voor mijn gezin vroeg niettemin om een oplossing, want wie als chr. geref. predikant een beroep aanneemt naar een andere kerk, houdt onmiddellijk op chr. geref predikant te zijn.
In het artikeltje van prof Van 't Spijker staan nog meer onjuistheden. Zo heb ik aan de chr. geref deputaten voor de geestelijke verzorging van militairen niet beloofd dat ik tijdens mijn vlootpredikantschap chr. geref. zou blijven. Ook heb ik in een brief aan de chr. geref. kerkeraad in Veenendaal tegelijk met de mededeling van mijn overgang naar de Herv. Kerk uitvoerig mijn motieven meegedeeld. Er was dus niets te gissen, zoals prof Van 't Spijker schreef.'
***
Bij uitgeverij Kok te Kampen is verschenen de vijfde druk van het boekje 'Peper en zout' (128 pag., ƒ 14, 90). In de vijftiger jaren kreeg dit boekje met 'belevenissen van een dominee' vier drukken. Het werd geschreven door ds. M. E. Voila. De nieuwe herdruk is voorzien van een voorwoord van L. E. Voila. Ziedaar, ziehier, ziezo! Hier volgt één van de humoristische, wil men satirische stukjes. De titel is 'Pijnlijk'.
'Iemand op de juist wijze een compliment maken is een kunst. Maar op de juist wijze een compliment te aanvaarden is een kunst apart.
Vooral voor predikanten is het nodig deze kunst te beheersen. Immers zij zijn niet als de andere stervelingen. Zij kunnen zich de weelde niet veroorloven zich gevleid te tonen, want dat zou hoogmoed verraden. En aan de andere kant zou het — gezwegen nog van andere motieven — onvriendelijk zijn om goedbedoelde lof niet te accepteren. In dergelijke omstandigheden wordt een massa tact vereist. Wanneer men b. v. een compliment ontvangt over de preek, is de techniek de volgende:
Dominé, wat had u zondag een prachtige preek!
Zo, br. Jansen, vindt u dat? Nu ik moet zeggen het was een bijzonder mooie tekst.
U snapt de truc? Men heeft voorwet woord preek het woord tekst in de plaats geschoven. Dan is men op veilig terrein. En nu kunt u, samen met br. Jansen, alle sluizen van lof en prijs openzetten. Want u praat niet meer over die preek, maar over het Woord. Natuurlijk is daarbij heimelijk de preek geen ogenblik uit uw gedachten, zodat ge, aan alle kanten voldaan, naar huis gaat.
Toch blijft het ook hier uitkijken, zoals mij kort geleden bleek. Zuster De Wilde heeft de naam een goede vrouw te zijn, ofschoon een beetje aan de overdreven kant. Het type is bekend: ze werkt met "o" en "och" en "hoe bestaat het", "verrukkelijk", enz. Toevallig moest ik bij haar zijn en ze stak dadelijk van wal. O, dominé, wat heb ik zondag bijzonder genoten! Ik hapte onmiddellijk, ofschoon deze inleiding een kleine variatie op de boven geschetste techniek vereiste.
Wel, mevrouw, dat doet me genoegen. Anders geen eenvoudige stof.
O, dat moet u niet zeggen. Het werd me alles zo helder en dan die prachtige beelden! Ik zeg tegen mijn man: dat is ook een gave, fantastisch gewoon, fantastisch!
Nu kon ik mij uit die bewuste preek geen éclatante beelden herinneren, maar zo 'n kleinigheid slik je, met de honing, gemakkelijk naar binnen.
Eigenlijk toch een meelevende en intelligente vrouw, dacht ik, als je haar wat beter leert kennen. Ik had haar tot nu toe niet zo bijzonder sympathiek gevonden, doch ik was blijkbaar te haastig in mijn oordeel geweest.
En weet u wat ik altijd zo heerlijk vind? Je bereikt op die manier zoveel mensen. Ik zeg tegen mijn man: dat moesten ze in Friesland en Limburg ook kunnen horen! Absoluut!
Ik vond, dat deze opmerking niet geheel paste in het kader van ons gesprek. Maar had ze geen gelijk? Ze had zeker gelijk. Zo 'n preek, ik bedoel zo 'n tekst, is voor iedereen geschikt. Ik liet dan ook niet na mijn instemming met haar zienswijze te betuigen. Mevrouw, zei ik plechtig, de hele wereld moest het horen.
We waren het roerend eens en zeilden nog een poosje samen voor de wind.
En dan de zieken! O, die arme zieken, dominé!
Ik ben het volkomen met u eens, mevrouw, ze komen toch al zoveel te kort.
Gelooft u niet, dat er duizenden naar luisteren, dominé?
Dit werd me wel wat kras. Onze kerk telt geen duizend zitplaatsen. Maar ze overdrijft alles een beetje, dacht ik toegeeflijk. Toch maakte een vage onrust zich van mij meester en ik durfde niet verder gaan dan: Ja, er is gelukkig nog veel belangstelling. Maar mijn val was nabij.
Ik zei tegen mijn man toen hij thuis kwam, o, man je hebt heel wat gemist! Wat was Radio Bloemendaal weer best vanmorgen!
Er moet ook nog een heel aparte kunst bestaan om in bepaalde omstandigheden een élégante aftocht te volbrengen. Maar daar moet ik me nog in oefenen. In ieder geval vind ik mevrouw De Wilde een vrij oppervlakkig type en ik begrijp niet hoe de mensen haar sympathiek kunnen vinden.'
***
Albert Schweitzer te Lambarene was jarenlang een begrip. In het museum 'Maison Albert Schweitzer' te Günsbach bevinden zich 9000 brieven van deze oerwouddokter, teven filosoof, theoloog, musicus. Citaten uit zijn brieven zijn nu (verzameld en vertaald door Hans Bouma) uitgegeven bij Kok te Kampen onder de titel 'Mens zijn voor de mensen' (99 pag., ƒ 14, 90). Hier volgen twee citaten.
• 'Ik geef gehoor aan mijn gevoel, want dat wijst mij de weg wanneer een steeds maar weer denken en overwegen me niet verder meer kan helpen. 1950.
• Het is een oud principe van mij nooit iets te doen, dat indruist tegen mijn voorgevoelens. Met dit principe ben ik eigenlijk nooit bedrogen uitgekomen. 1939.
• Het gevaar van de afstomping wordt voor degene, die dienstbaar in het leven wil staan, dan actueel, wanneer zijn geweten zich tevreden stelt met datgene, wat het zonder al te grote offers tot stand heeft gebracht. Maar wie zichzelf als mens kritisch volgt, is attent op het risico van de geestelijke afstomping en neemt zichzelf ertegen in bescherming. 1906.
• In zijn streven om de maan te bereiken, vergeet de mens naar de bloemen te kijken die zomaar aan zijn voeten bloeien.'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's