De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Dankbare herinneringen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dankbare herinneringen

Bij het overlijden van ds. Boer

10 minuten leestijd

Hoewel er de laatste week al veel gezegd en geschreven is bij het heengaan van ds. Boer en onze voorzitter in dit nummer een uitvoerig in memoriam aan hem wijdt, wil ik graag ook wat persoonlijke impressies hier neerschrijven. Niet om de mens Boer in het middelpunt te stellen. Wel om iets uit te zeggen van de gave Gods die we in hem mochten ontvangen en bezitten gedurende een reeks van jaren. Op enkele facetten van deze gave wil ik hier ingaan.

Begeleiding

Velen die gestudeerd hebben bewaren aan Boer de herinnering als de man die intensief meedacht in allerlei zaken waarvoor men bij de studie kwam te staan en die de nodige spanning opleverden wat betreft het geloof dat men van huis uit had meegekregen. In de naoorlogse jaren gingen vele jongeren uit onze kringen ook studeren aan één van de universiteiten en dan kwamen de spanningen als het ging om de verhouding van geloof en wetenschap, de vragen aangaande de kerk, ethische problemen, vragen inzake de tradities die in de schifting kwamen. In deze situatie heeft Boer niet nagelaten mee te denken. Hij schuwde de confrontatie niet en wist zich in te leven in de vragen waarvoor onze tijd met name ook in het universitaire leven stelt. Hij hield lezingen voor de studenten en ging op zodanige wijze op de vragen in dat je kon merken dat diezelfde vragen bij hem ook vlees en bloed gekregen hadden, dat hij er doorheen was gegaan. Hij was dan ook voluit een man van onze tijd, die wist waar de vragen lagen, maar die in deze vragen met groot gezag sprak vanuit de vastheid van het Woord van God. En dan kon hij soms ook de dingen geweldig betrekkelijk stellen door erop te wijzen dat ook de student, ook de man van de wetenschap, de academisch gevormde, wederom geboren moest worden en bekering nodig had. Daarin onderscheidt de academicus zich niet van wie dan ook. En dan was zó zijn bezig zijn met de studenten ook appellerend, vermanend en tegelijk ook pastoraal heenwijzend naar Christus als Verzoener. Het is uit deze tijd dat ik de eerste herinneringen heb aan Boer. Je keek tegen hem op. Maar hijzelf kwam naast je staan. Hij wees wegen in de wirwar van vragen, in de conflictsituaties waarin je in de universitaire jaren komen kon. Ik geloof dat het goed is hier dit nog eens te noemen. Want deze problemen zijn er nog voor de thans-studerenden. Vinden onze jonge mensen op weg naar de volwassenheid pastores op hun weg die hen tot gids willen zijn?

Prediker

Zonder dat we de mens Boer op een voetstuk zetten mogen we toch wel zeggen dat deze man preken kon als aan weinigen gegeven was. Waar lag het geheim van zijn prediking? Lag dit geheim in de geladen volzinnen die hij gebruikte? In de aparte woordkeus, die nooit iets afgesletens of geijkts had, die nooit in bepaalde termen bleef steken? Lag het in de actualiteit die er altijd in lag zonder dat het evenwel in dat actuele bleef steken? Al deze facetten zullen er bij elkaar ook wel toe bijgedragen hebben. Maar was het niet vooral dit, dat zijn prediking betoning des Geestes was? Hij doorploegde de gemeente in de prediking met het Woord en dan altijd zo dat het niet een dorre beschouwing was, maar doortinteld van leven, gedragen door de Heilige Geest, wiens werk samen met dat van de Vader en de Zoon in de prediking alle aandacht kreeg. Zijn prediking was voluit trinitarisch. Hij daagde de gemeente als het ware voor de rechterstoel van God maar richtte eveneens het kruis van Christus hoog op in de prediking, zó dat - om een woord van Erskine te gebruiken - het bloed van Christus als het ware drupte op de gemeente. Niemand kreeg gelegenheid om zijn prediking vrijblijvend aan te horen. Hij zette namelijk niemand op een rustbankje. We zijn vleselijk, verkocht onder de zonde, ook na ontvangen genade. Dat was de grondtoon enerzijds. Maar anderzijds gaf hij steeds weer in alle toonaarden weer waar de enige grond van behoud, de echte rust te vinden is. Wanneer hij sprak over God dan was er in zijn spreken een diepe eerbied. Hij sprak dan vaak over de Heere der Heirscharen. We horen het hem nog zeggen. Sprak hij over het lijden van Christus dan trok de kerm van het lijden van Christus als het ware door de verkondiging heen. Het werk van de drieënige God kreeg vlees en bloed in de verkondiging. Nimmer zal ik vergeten dat ik hem naar aanleiding van de Heidelbergse Catechismus hoorde preken over de Heilige Geest, die samen met de Vader en de Zoon eeuwig God is maar ook mij is gegeven. Zoals hij in alle radicaliteit de afstand schilderde tussen de eeuwige God en de kleine nietige mens, zo tekende hij ook in alle diepte de inwoning van de Geest die het uit Christus neemt en ons verkondigt. Hoe zou je zijn prediking moeten typeren? Geladen, profetisch, bewogen, ernstig, maar hqe dan ook altijd bediening van het Woord, en daarin voluit bediening van de Verzoening. Zo houden velen dunkt me de diepste herinnering aan Boer. Zijn prediking was tot zegen. En zijn laatste periode in Zoetermeer kreeg zijn prediking ook iets van het heenwijzen naar de heerlijkheid die wacht. Tot het laatst toe mocht hij in de dienst van het Woord werken. Op de preekstoel was hij in zijn element. En zo groeiden er banden met degenen die hem hoorden.

Theoloog

Zoals Boer preekte zo schreef hij, zo theologiseerde hij. Theologie was voor hem geen theologie als deze niet bijbelse theologie was, niet doortrokken was van de Schrift en doorademd van de Heilige Geest. Theologie was voor hem geen droge en dorre leerstelligheid, geen dood stuk leer, maar doordenking van de heilgeheimen Gods. Van deze wijze van theologiseren heeft hij in ons blad vele proeven gegeven. Hij heeft er met name ook blijk van gegeven toen hij in de synodale commissie voor de Verzoening zat en een minderheidsnota schreef.

Wat heeft hij over de verzoening in klare taal geschreven? Men leze zijn boekje: 'De prediking van de verzoening' er nog maar eens op na. In de minderheidsnota die hij schreef bij de opstelling van het Rapport over de Verzoening, bleek toe zijn hele hart erbij betrokken was toen hij schreef: 'mijn hart is ontdaan wanneer zo en passant (in het voorbijgaan) aan de overdraagbaarheid van de schuld en de plaatsvervanging wordt voorbijgegaan. Hierbij is het hart van het evangelie in het geding'. Daar heb je Boer ten voeten uit: mijn hart is ontdaan!

En dan, de theologie moest op de prediking gericht zijn. Het ging om de prediking der verzoening. Want 'de mensen moeten onbedriegelijke zekerheid hebben over de eerste en laatste vragen van het leven. Zij moeten erop kunnen sterven. Zij kunnen de volgende week voor de rechterstoel van Christus staan en moeten daar het amen Gods horen op onze prediking, hetzij tot hun vrijspraak, hetzij tot hun veroordeling. Daarom behoren wij het woord der verzoening met gezag uit te dragen' (p. 49).

Met gezag, dat wil ook zeggen: niet in wensende zin: Want 'wanneer wij in de wensende zin blijven steken, komen wij niet toe aan het appèl op de harten en de consciënties van de hoorders. Wanneer wij in het beschrijvende blijven steken zonder de mensen in de tegenwoordigheids Gods te trekken, stompen wij de consciënties van de mensen af. Zo vaak blijven wij steken in wat ik het voorwerk zou willen noemen, het bereiden van de bodem, de toeleidende weg en de kenmerken daarvan. Dat is een zeer ernstige bedreiging van de prediking van de verzoening. Immers dan wordt vaak, zonder dat men dit bedoelt, positie gekozen in de mens en de enige plaats, namelijk vanuit God in Christus de verzoening te preken, verlaten', (p. 48).

In zijn boekje over de verzoening heeft hij zo lijnen getrokken die evenzo vele richtlijnen zijn voor allen die in de dienst des Woords werken gaan. Hij droeg het op 'aan de studenten en jongere collega's, die mij de prikkel tot en de vreugde in dit werk gaven'. We mogen dankbaar zijn voor deze erfenis en kunnen alleen maar hopen dat in deze sporen die over de prediking der verzoening getrokken werden vele dienaren des Woords van nu en later zullen gaan. De mensen moeten erop kunnen sterven, zo luidde zijn krachtig en geladen vermaan. Niets is minder waar dan dat.

Oefcumenisch

Waar Boer groot in was dat was zijn onbevangenheid om met mensen die uit de religie van hetzelfde belijden wilden leven zich verbonden te weten en dat ook te tonen. Was hij enerzijds van harte Hervormd, dat betekende voor hem niet dat hij zich niet hartelijk verbonden zou kunnen voelen met anderen in de Gereformeerde Gezindte. Hij schreef in zijn boekje De Gereformeerde Gezindte nu en in de toekomst: 'Wij hebben elkanders wonden niet groter te maken, elkanders strijd niet te verzwaren, maar elkander te corrigeren, elkander op te dragen in het gebed en naar de arbeid van Elia aller getal — hoever ook afgedwaald — in het oog te houden.' Boer had oog voor de Gereformeerde Gezindte ook buiten de Hervormde Kerk maar verwachtte vandaaruit ook oog voor de Gereformeerde Gezindheid binnen de Hervormde Kerk.

En dan, Boer behoorde voluit tot de Gereformeerde Bond. Maar dat verhinderde hem niet ook binnenskerks over de schotjes heen te zien en samen op de trekken met hen die in onze kerk op de fronten willen staan en in de bressen willen treden. Hij deed dat ten tijde van de Open Brief héél bewust. Hij herhaalde het nog eens publiekelijk bij het Getuigenis. Hij was toen al teruggetreden uit zijn vooraanstaande posten maar bleef meeleven, meeworstelen, meelijden met de kerk in het algemeen en de kerk die hem lief was in het bijzonder. Hij heeft diep beseft om welke radicale zaken het in onze tijd gaat. Hij is er zelf aan opgebrand.

We hebben zijn diepe zorg op allerlei fronten geconstateerd. En wie dicht bij hem stonden wisten dat hij er aan leed. Hij leed aan wat hij zag als ontrouw aan de waarheid Gods, een waarheid waardoor hijzelf zo onweerstaanbaar gegrepen was. Hij leed daaraan. Hij kon erover toornen in heilige verontwaardiging. Maar in die profetische scherpte lag zijn ongekende liefde tot de kerk, tot de gemeente als het lichaam van Christus.

Boer was intussen geen man zonder fouten. Maar zondaar als hij was en hij zichzelf wist, wist hij ook van de genade die God aan hem vrijmachtig schonk. Hij was geen zondeloze maar wel een begenadigde. Zo willen we graag aan hem terugdenken. En eens temeer beseffen we welke gevoelige slagen onze kerk de laatste tijd krijgt, niet in het minst ook nu bij het heengaan van Boer. Moge de fakkel door anderen verder gedragen worden tot eer van de Koning der Kerk.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1973

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's

Dankbare herinneringen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 25 januari 1973

De Waarheidsvriend | 14 Pagina's