Hier en Heden
Enige tijd ligt op mijn tafel en tegelijk zwaar op m'n maag correspondentie over. 'Hier en Heden' van 17 juli j.l. Dus onderhand van 'Hier en Heden' 'Ginds en Verleden' geworden. Een brief van ds. Verwelius uit Veenendaal. Je ontstelt wel even, wanneer je merkt dat zelfs dominees je pretentieloos geschrijf blijkbaar lezen. Wie ben ik dat me dat overkomt? Voor de toekomst moet ik wel op mijn (ver) tellen passen. De geachte correspondent komt op de dominee-reisleider terug.
Er zijn behalve reisleiders nog andere reizigers onder de predikanten, schrijft ds. Verwelius. Ze zitten bijna de hele week tussen de wielen om allerwegen spreekbeurten te vervullen. Vaak zijn hun gemeenten geenszins de kleinste. Kan het zoveel avonden lijden uit de gemeente te zijn van week tot week? Is dat te rijmen met het 'Ja ik van ganser harte' voor 's Heeren aangezicht uitgesproken? Dit gereis komt niet de brandkasten van de reisbureaux te stade. Soms wel de kas van eigen plaatselijke kerkvoogdij? Voor tal van stichtingen en instellingen worden beurten en tijdredevoeringen gehouden. Lang niet altijd ook binnen eigen kerk, ook veelvuldig daarbuiten. Is dit hoogmoed? Namelijk voorgangers stellen zich boven de predikant ter plaatse. Dat het onbeleefd is of oncollegiaal is tot daaraantoe, doch hoe is het te verantwoorden tegenover de Heere? In elk geval staat het — indien die nog geldig zou zijn — op gespannen voet met de Dordtse kerkenordening. Wordt niet de naam van de Heere gelasterd?
Het is geenszins de bedoeling als predikanten de een boven de ander te gaan staan. Wij allen hebben nodig de onmisbare leiding van de Heilige Geest. Om de laagste plaats in te nemen. Om te zien wie wij zelf zijn. Opdat er gebed is. Om te zien wat wij behoeven: De verzoening door het bloed van het Lam. Wanneer wij iets van de vergeving mogen kennen, begeren wij als geroepen dienaren in de gemeente waar wij gesteld zijn te arbeiden, dag en nacht. Tot eer van God en tot heil van oud en jong in onze gemeenten. Tot zover de geachte briefschrijver. Hij noemt zijn ontboezeming: 'Een noodzakelijke aanvulling op 'Hier en Heden'. Daar sta je dan als Chroniqueur, met je dure naam. Het werk is blijkbaar zeer onvolledig. Je knabbelt een beetje aan een randprobleempje, want dat reisleiden gebeurt vaak in 's mans eigen vrije tijd, maar naar het zwaarste steek je geen vinger uit. Zo'n reisleider, nu ja, die doet zoveel kwaad nog niet, maar die predikanten-reizigers, of moet ik zeggen die dominees reis-lijders?
Het is nog waar ook. Zo'n zomergriepje durfde ik aan te pakken, maar je moet wel van goede naam en faam zijn en specialist om zo'n chronische kwaal te willen Jbeteren. Ik heb de gedachte dat het nauwelijks helpt als ik daaraan begin te dokteren. Het is structureel kwaad. Daar moet minstens een heel team, een representatieve commissie of een compleet hoofdbestuur zich over buigen. Doe je het alleen dan zullen sommigen 'geweldig' roepen, en anderen, die het mogelijk ietwat aangaat, zullen zich er hoegenaamd niets van aantrekken. Zeg je je mening hierover dan loop je meer kans zelf ergens terecht te komen, dat wil zeggen: ergens ingedeeld te worden, dan dat je terecht brengt. Ik wil niet beweren dat ik bedoelde balk in kortzichtigheid liet liggen en dat ik mij met het splintert je inliet als was dat alles. Nee, tot dat zwaardere voelde ik mij capabel noch bevoegd.
Intussen zeg ik ds. Verwelius hartelijk dank voor zijn aanvulling. Mijn aanvulling op deze noodzakelijke aanvulling is voorlopig en bescheiden. Hier liggen inderdaad vragen en moeilijkheden. Soms wordt aan deze dingen zelfs geleden. Dat dacht ik wel. Ik wil niet zonder meer partij kiezen voor de ene of voor de andere zijde. Hoor en wederhoor is noodzakelijk. Net zo noodzakelijk als de aanvulling. Hoor en wederhoor, en daarmee bedoel ik dat het nuttig zou wezen wanneer betrokkenen in het gevoelen van de een uitnemender dan de ander hierover geduldig en niet bij voorbaat in polariserende houding van gedachten wisselen. Wanneer wij menen te moeten doen wat wij doen dan moet die gedachtewisseling stellig kunnen. Ja, die moet ons welkom zijn, omdat wij gelegenheid ontvangen rekenschap te mogen geven. Het gaat om de vragen hoe, waarin en in welke mate eenheid bestaat en verscheidenheid bestaanbaar. Er zou over en weer wellicht wat meer begrip moeten zijn. En ruimte gelaten moeten worden. Ik zeg niet dat..., maar vraag of...
Ik heb hierboven in parafrase de brief van correspondent weergegeven. De laatste zin heb ik met opzet als laatste wel degelijk aangehaald. 'Tot heil van jong en oud'. Daar hebben we al iets. Jongeren en ouderen zijn in de gemeenten vaak twee groepen die elkaar niet altijd even goed verstaan. En ouderen zijn al weer vergeten dat zij eens jongeren waren en destijds hun moeite hadden met ouderen van toen. Niet voor niets lezen wij dat het hart der vaderen tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen moet wedergebracht worden. Wat een diep woord in deze contekst: Wederbrengen! Enfin de éne spreker heeft wat gemakkelijker het oor van de jongeren en de ander juist van de ouderen. Laten wij de dingen goed zien en eenvoudig noemen. Wat de ouderen soms wat te veel hebben, hebben de jongeren te weinig en ook het omgekeerde, waar het de jongeren allerminst aan ontbreekt, dat zoeken we bij de ouderen wel eens vergeefs. Er zou eerst gepraat moeten worden voor wij direct overgaan op twisten. Al hebben wij gelijk, indien wij niettemin elkaars gelijken zijn, wat dan nog?
Mijn excuus dat de reaktie zolang uitbleef. Want 17 juli was niet gisteren. De aanvulling lag dan ook zwaar op de maag schreef ik. En hiermee heb ik het vraagstuk op ieders boterham gesmeerd. Wanneer we trek hebben, kunnen we dit brood eten.
Tenslotte. De dingen lopen zoals zij moeten lopen. Wij waren er net aan toe vanavond om aan tafel te lezen I Cor. 1. En daar staat: Maar ik bid u broeders, door de Naam van onze Heere Jezus Christus, dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in een en zelfde zin en in een zelfde gevoelen. Allen hetzelfde spreken. Dan zijn we er wel, zou ik zo denken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 oktober 1975
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's