BOEKBESPREKING

J. A. Saarberg: DER PELGRIMS METGE­ZEL. Leven en arbeid van Joseph Charles Philpot, 542 blz., geb. ƒ 22,50. Uitg. De Banier, Utrecht, 1961.

Geen taak of bediening kan zo vererend genoemd worden als het schrijven of prediken tot heerlijkheid van God en ten goede van Zijn volk. Ik meen met een oprecht geweten te mogen zeggen, dat dit mijn begeerte uitmaakt."

Ziehier één van de uitspraken van Philpot, die in het begin van deze beschrijving zijn opgenomen. Het is een zeer uitvoerig boek geworden, waarin het gehele leven van deze lichamelijk zwakke man is getekend met een grote liefde en eerbied voor persoon en arbeid. Ook van onderscheiden mensen met wie Philpot in nauw contact heeft gestaan en met wie hij veel heeft samengewerkt lezen wij veel bijzonderheden. Dikwijls is aangehaald uit de preken van Philpot, meer nog uit zijn brieven, die in 1871 door Philpot's vrouw zijn uitgegeven en waarvan spoedig een Nederlandse vertaling verscheen (1875).

Philpot werd geboren in 1802; in 1828 werd hij geordend tot predikant in de Engelse kerk; in '35 brak hij met de „staatskerk". Na velerlei wederwaardigheden wordt hij predikant van de Bijzondere Baptisten, wier predikant hij jarenlang is geweest, te Stamford en Oakland; veel malen ging hij voor in Londen. Zijn zwakke gezondheid was oorzaak, dat hij in '64 de herdersstaf neerlegde. Zijn laatste jaren bracht hij door in Croydon, waar hij nog verscheidene malen in de dienst des Woords mocht voorgaan. Hij bleef zo lang hij kon zijn werk als redacteur van de Gospel Standard, waarvan hij van het begin (1835) een medewerker was, voortzetten.

De schrijver heeft zich veel moeite gegeven om de lezer een levensbeeld te geven van deze bijzondere man, die dicht bij de Here leefde en voor velen een zegen is geweest. De grote eerbied, die de schrijver voor Philpot heeft is hem — gelukkig — geen verhindering om hier en daar kritische opmerkingen te maken. Zo geeft de schrijver een milde, voorzichtige kritiek op de beschouwingen van Philpot over de Doop. Philpot, zegt de schr. maakte van de Doop door onderdompeling geen Schibboleth, Hij verklaarde nadrukkelijk, dat hij vele oprechte en geliefde vrienden had onder de niet-baptisten, terwijl hij met duizenden aanhangers van het baptisme niet gaarne op één stoel zou willen zitten. Ook op de verhouding van Wet en Evangelie, zoals Philpot deze ziet, gaat de schrijver in. Elders wijst hij erop, dat Philpot in zijn prediking „bijna uitsluitend zich beperkt tot het onderwijs aan Gods heiligen"; het nodigend karakter ontbreekt teveel.

Er is veel in dit boek, dat mij trof. Ik haal enige woorden aan: „Ik twijfel er niet aan, dat de meest ontdekkende en tevens bevestigende prediking deze is, die het meest over verlossingen handelt. Men zal het zuchten van de gevangenen niet minachten of voorbijgaan, maar het afvallen van de ketenen der gevangenschap zullen een beter bewijs zijn dan het liggen in de kerker." „Het verblijdde mij te lezen wat u schreef over Gods knechten, dat zij onderwezen moeten worden in donkere en nare diepten, opdat zij duidelijker, bondiger, schriftuurlijker mogen zijn in hun onderwijs, door persoonlijke ervaring te ernstiger en volhardender daarop gegrond." Philpot was een man van grote gestrengheid en ernst; anderzijds lezen wij van een grote mildheid in zijn oordelen. Ik denk aan de brief, die Philpot schreef aan zijn vriend Grace na het heengaan van diens dochter. Een brief van een bewogen man met een zeldzame vertroosting!

De stijl is wat ouderwets en niet geheel vrij te pleiten van feilen en onregelmatigheden (de idioom; mug uitzuigen!, „als zijnde"). De mens Philpot en de predikant zien wij wel, maar toch, meen ik, te weinig de theoloog in het geheel van de 19de eeuw; ik weet wel, dat de schrijver een populair werk wil geven, maar ik wil daar toch op wijzen. — De conferentie te Marburg had plaats in 1529 (niet in '31). —

Het werk is keurig uitgevoerd, met illustraties voorzien en ook is een kaartje op het schutblad afgedrukt, een buitengewoon goed idee.

Met grote belangstelling las ik dit werk door en gaarne beveel ik het onze lezers aan.

Utrecht  H. Bout.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen