De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Eén of meer bronnen?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Eén of meer bronnen?

5 minuten leestijd

Openingswoord, gehouden op de contio van de Hervormd Geref. Predikanten op woensdag 8 januari 1969 te Woudschoten. 
III.
Reformatie.
Want wat wilde de reformatie? Was zij tegen de traditie? Allerminst. Wel was zij tegen de verzelfstandiging van de traditie. De traditie is ontontkoombaar en kan in veel opzichten positief gewaardeerd worden. De reformatie was niet onhistorisch. Calvijn liep met de wichelroede van het Woord Gods door de oude kerk en de patres (vaderen) en overal waar deze aansloeg, had hij gemeenschap. De oud-kerkelijke symbolen stonden bij hem hoog genoteerd. Zijn „Institutie" is daarvan een indrukwekkend bewijs.
Het sola scriptura (alleen de Schrift) van de reformatie verraadt wel een antithese tegenover de toevoegselen van Rome, maar is ingegeven door de these: Wij hebben aan de Schrift genoeg. In deze antithese (tegenstelling) de these (stelling). Welke? Calvijn zegt: Wij moeten met de volmaaktheid van Christus tevreden zijn en behoeven geen nieuwe leer, nu in Hem alle schatten der kennis besloten liggen en daardoor alle toevoegselen zinloos zijn geworden.
Vanuit dit positief gezichtspunt gezien kan het niet anders dan dat de strijd om de genoegzaamheid van de Schrift een zo hartstochtelijk karakter droeg en draagt. Het is geen academische kwestie, maar een door en door religieuze zaak. In de belijdenis van de genoegzaamheid van de Schrift is het zelfgetuigenis van de Schrift, is het getuigenis van de Heilige Geest en de mondigheid van de gemeente in het geding.
Deze drie hangen ten nauwste samen. Het een is aan het ander verbonden en met het ander gegeven. Het is niet minder dan een wonder, dat de reformatie de keten van de traditie doorbrak op deze vitale punten. Het is niet minder dan de herontdekking van de levende God, die met ongebonden handen in Zijn niet gebonden Woord de geslachten doorwandelt en door de verlichting met de Heilige Geest mensen doet opstaan, die zeggen: Aan U en aan Uw Woord heb ik in leven en in sterven genoeg.
Daaruit blijkt ook, dat wat ons in leven en in sterven nodig is genoegzaam in de Schrift beschreven is. Ieder weet of kan weten, dat niet alle gesproken en geschreven woorden Gods in de Schrift staan. Ieder weet of kan weten, dat de Schrift niet alles zegt over de onderdelen van de organistatie van het gemeenteleven. Ieder weet of kan weten, dat niet alle dogmata en leeruitspraken van de kerk letterlijk in de Schrift te vinden zijn, maar dat een nauwkeurige vergelijking van de delen der Schrift wel tot leeruitspraken mogen leiden. Dat alles en nog veel meer is waar, maar al wat tot de dienst van God en tot onze redding nodig is, staat klaar en helder beschreven.
Zodra de direct toesprekende God van de kerk wijkt, komen de aarzelingen en de twijfelingen. Dan komen de behoeften op aan andere handgrepen en houvasten. Dan wordt het geroep hoorbaar naar een instantie of instanties, die het ons gezaghebbend zeggen, wat wij te belijden en te doen hebben. Natuurlijk staat niemand op zichzelf, maar een ieder staat in de gemeente, aan wie het Woord Gods is toevertrouwd.
In het: Ik geloof . . . is allereerst de Kerk Gods aan het Woord en daarin de enkeling. Het is niet toevallig, dat de refor­matie een schat van geloofsbelijdenissen heeft opgeleverd, die de rijkdom van het hervonden Woord Gods willen en metterdaad vertolken. En het is niet een weer afglijden op de gladde banen van de traditie in de ongunstige zin van het woord, wanneer de kerken van de reformatie aan deze geloofsbelijdenissen een kerkelijk gezag hebben verleend, opdat er eenheid zou zijn in de leer en hartelijke gemeenschap in het geloof, in de hoop en in de liefde. Ieder weet, dat deze geschriften allerminst bedoelen het Woord Gods te verdringen of te muilkorven, maar om met vreugde water te scheppen uit de fonteinen des heils.
Intussen hebben wij de hand wel diep in eigen boezem te steken! Immers de reformatie heeft niet gebracht de ene zichtbare gestalte van de kerk. Reeds in de tijd van de reformatoren is het niet gelukt de kerk in allerlei landen in de ene kerkvorm te bewaren. Dat behoeft allerminst een verwijt aan b.v. Calvijn te zijn, maar een constatering, die wel aannemelijk gemaakt kan worden vanuit de positie van de kerk tegenover de staat en de invloedrijke positie van de landsvorsten, maar desniettemin betreurd moet worden. Daarna is met het beroep op het ene Woord Gods de kerk steeds meer verdeeld geraakt, zelfs binnen de kerken met eenzelfde belijdenis.
Ook kunnen wij ons de vraag stellen met hoeveel vooringenomenheden en met hoeveel traditionele ballast in de kwade zin van het woord wij de Schrift lezen. Wie zal eigen hart doorgronden? De geloofsbelijdenis: de Schrift alleen, kan alleen volgehouden worden in de uiterste spanning van het geloof en in de gehoorzaamheid aan de roeping Gods.
Dit wil dus zeggen, dat de Schrift altijd ook over onszelf en over de kerk een uiterst critische functie heeft en houdt. Alleen in de levende verbinding van het zelfgetuigenis van de Schrift en in het getuigenis van de Heilige Geest is de mondigheid van de gemeente gegeven en bewaard. Daarom dienen wij de gemeente voortdurend te confronteren met deze diepe verbinding en haar op te roepen onder deze overweldigende God en Zijn overweldigend Woord te buigen en in de ware bevrijding door het evangelie met alle de heiligen samen de deugden Gods te verkondigen.
K. a. Z.                                                                                                                      G. B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Eén of meer bronnen?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1969

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's