Vragenbus.

Vraag: Mag een dooplid, die geen belijdenis des geloofs aflegde, toegelaten worden tot het Avondmaal?
Antw.: Neen. Iemand, die door den doop tot de gemeente behoort moet eerst, tot de jaren des onderscheids gekomen zijnde, toelating tot des Heeren heilig Avondmaal vragen en door belijdenis des geloofs die aanvrage bevestigen, anders kan hij niet worden toegelaten. Omdat hij 't zelf nooit gevraagd heeft.

Vraag: Mag een belijdend lidmaat van een andere kerk (b.v. de Geref. Kerk) zoo maar overgeschreven worden als lidmaat van de Ned. Herv. Kerk?
Antw.: Wanneer zoo iemand toelating tot de Ned. Herv. Kerk vraagt bij den Kerkeraad beslist deze na grondig onderzoek en wanneer gebleken is, dat de aanvrage oprecht gemeend is, kan zoo iemand, die belijdenis des geloofs in de Geref. Kerk heeft afgelegd, door den Kerkeraad ingeschreven worden als lidmaat van de Herv. Kerk en behoeft niet in 't openbaar „aangenomen en bevestigd" te worden.

Vraag: Hoe gaat de verkiezing van leden van het Kiescollege toe? en zijn de moeilijkheden bij een z.g.n. evenredige vertegenwoordiging bij predikantsberoeping b.v. niet vele?
Antwoord: De verkiezing van leden van het Kiescollege gebeurt door de stembevoegde leden der gemeente, mannen en vrouwen. Een plaatselijk reglement, door het Class. Bestuur goedgekeurd, moet de bizonderheden aangeven. Is er een z.g.n. evenredige vertegenwoordiging dan gaat dat bij afspraak en bij predikantsberoeping gaat het dan ook „volgens afspraak", 't Hangt er dus geheel vanaf hoe „de afspraak" is. Naar die afspraak moet dan ook gehandeld worden. 

Vraag: Mag een godsdienstonderwijzer preeken?
Antwoord: Neen. Een godsdienstonderwijzer is niet om te preeken. Een leviet is geen priester. Hij mag wel hulpdiensten verrichten. In Evangelisatieposten vinden we een geheel afzonderlijk terrein; dat is ook een hulpmiddel, om te komen tot kerkstichting, of om naar de kerk terug te keeren straks. Er zijn tal van godsdienstonderwijzers die als evangelisten uitnemend werk hebben verricht en nog verrichten.

Vraag: Hoe kan men godsdienstonderwijzer worden?
Antw.: Het examen is pas verzwaard, om voor mannen en vrouwen, die als hulpkrachten in het midden van de kerk werk begeeren te verrichten — waarbij „preeken" nooit op den voorgrond mag staan — een betere opleiding te verkrijgen. Er wordt wat meer studie en ontwikkeling geëischt. Men moet, na minstens twee jaren onder leiding van een of meer predikanten, of na 't volgen van een cursus aan een godsdienstschool (ook van één der moderne talen moet men op de hoogte zijn) examen doen voor het Classicaal Bestuur waaronder men ressorteert. Voor „gemeentewerk" geeft zoo'n examen een officieel cachet. Een „ambt" is het niet. In het kader van 't Geref. Kerkrecht hoort deze functie als kerkelijke betrekking niet thuis. Voor veler­lei arbeid in het midden van de gemeente kan het van groot nut zijn, dat men een goede opleiding heeft ontvangen, vooral in den tegemwoordigen tijd, nu men uit den aard der zaak bij „gemeentewerk" met allerlei menschen te doen krijgt en met allerlei geesten in aanraking komt. 

Vraag: Kan een dominé tegelijk lid van de Tweede Kamer zijn en predikant?
Antwoord: In de Herv. Kerk kan en mag dat niet. Ds. Kersten kan en mag dat met goedvinden van zijn Kerk wel, maar bij ons is dat uitgesloten. Die tot lid van de Tweede Kamer gekozen wordt moet kiezen tusschen het ambt en het lidmaatschap van de Kamer. Wij, voor ons, vinden dat goed. 't Zijn twee dingen, die, wanneer men hart voor de dingen heeft, moeilijk tegelijk naar behooren kunnen worden behartigd. Men mag, Kamerlid zijnde, wel als emerituspredikant preeken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen