Doe het werk van een evangelist...
Billy Graham Congres 1986
Opnieuw is Billy Graham in ons land in het nieuws. Het is al ongeveer veertig jaar geleden dat hij — als jong evangelist ons land bezocht en voor volle stadions preekte. Van twee kanten was er oppositie. Enerzijds van de zijde der 'verlichten', die vonden dat evangelisatie, gericht op persoonlijke bekering uit de tijd was. Anderzijds uit een bepaald deel van rechts kerkelijk Nederland, waar men wantrouwend stond tegenover de methodistische aanpak en met name grote moeite had met Grahams oproep om te kiezen en dit dan duidelijk te maken door 'naar voren' te komen.
Er waren overigens ook weldadig aandoende positieve reacties op Grahams bedoelingen. Al eerder citeerde ik in deze kolommen uitvoerig de mild-kritische artikelen van ds. L. Vroegindewey in het Gereformeerd Weekblad. Hij bezocht zelf een evangelisatiemeeting in het rotterdamse stadion en was onder de indruk van de sobere boodschap, waarin voluit de twee wegen gepredikt werden en waarin de noodzaak van wedergeboorte centraal stond. En wat het maar voren komen betreft van de mensen, die kozen: hij vergeleek dit met het afleggen van openbare geloofsbelijdenis. De tijd zou verder wel leren wat er van echt was geweest. Eén en ander moest nog maar eens overwinteren.
Verder denk ik aan de artikelen, die prof. dr. H. Jonker, toen nog dominee in Amsterdam, schreef tegen zijn amsterdamse collega's, die in feite vonden dat Amsterdam geen bekering nodig had, althans niet op de wijze zoals Graham dat voorstelde.
Graham is nu opnieuw in Nederland. Zijn bedoelingen zijn nog dezelfde. Hij weet zich geroepen tot evangelist. In 1983 bracht hij vier duizend evangelisten uit de hele wereld bijeen om hen te motiveren en te bemoedigen. Vandaag zijn er in Amsterdam acht duizend evangelisten voor het zelfde doel samen gekomen. Ze komen uit ongeveer 175 landen. De Verenigde Naties of Unesco slaagden er tot heden niet in uit meer dan 150 landen mensen bijeen te brengen. Op zich mag het al opzienbarend heten dat Graham kennelijk meer landen weet te bereiken. Het amsterdamse congres wordt als het grootste internationale congres uit de geschiedemnis aangeduid. Het geheel kost ook liefst ongeveer vijftig miljoen gulden.
Er blijkt intussen in de loop van de jaren nog weinig veranderd te zijn . Ook nu doet een deel van de pers smalend en laatdunkend. Opnieuw gaat een deel van de kerk(en) aan dit gebeuren hooghartig voorbij. .
De berichtgeving van de ANP nieuwsdienst was duidelijk negatief gekleurd. Graham kwam 'leren mensen te bekeren'. De hele toonzetting was er één van: 'ach wat zielig'. De vraag is intussen of we — en dan bedoel ik met 'we' maar kerkelijk Nederland, niet in het minst ook gereformeerd, zeg reformatorisch kerkelijk Nederland, ook een boodschap hebben aan Graham. Het Reformatorisch Dagblad meent kennelijk van niet. In een commentaar op de voorpagina werd gezegd: 'zo zijn er ook in het heden vele evangelisten die zich beijveren om hun boodschap uit te dragen, maar waarvan we op grond van de Bijbel moeten zeggen, dat het een boodschap is waar een mens eenmaal bedrogen mee zal uitkomen. Dat zijn evangelisten ten opzichte van wie een ernstige waarschuwing hoogst noodzakelijk is. ... De nu 66-jarige Graham kreeg in de jaren vijftig voor het eerst bekendheid in ons land toen hij hier als opwekkingsprediker optrad. Niet voor niets was er toen in de kring van hen die wilden leven bij Schrift en belijdenis veel bezwaar tegen zijn prediking, waarbij mensen werden uitgenodigd voor Jezus te kiezen, maar waarin voorbijgegaan werd aan het voor velen zo ergerniswekkende woord van Christus: "Niemand kan tot Mij komen tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft hem trekke". Een prediking waarin niet de volle raad Gods verkondigd werd'.
Alvorens men zo iets neerschrijft zou de vraag op z'n plaats zijn hoe het dan met de evangelist in eigen kring is gesteld. Maar afgezien daarvan, de schrijver van dit commentaar zou toch eens moeten lezen het recent in het Nederlands verschenen boekje van Graham, getiteld 'Bijbelse richtlijnen voor evangelisten', een uiteenzetting van de 'verklaringen', die in 1983 op het toen gehouden congres werden uitgegeven. Ik citeer letterlijk:
'..Wij, als verkondigers van het Evangelie, moeten begrijpen dat de natuurlijke mens de waarheid omtrent Christus niet kan verstaan. De dingen Gods zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze niet begrijpen omdat ze slechts geestelijk te beoordelen zijn (1 Cor. 2:14).
Daarom ook zei Jezus: "En als Hij (de Heilige Gesst) komt, zal Hij de wereld overtuigen van zonde en van gerechtigheid en van oordeel"(Joh. 16:8). Wij kunnen — en moeten — het Evangelie verkondigen, maar uiteindelijk is het de Heilige Geest die het Woord duidelijk maakt aan de persoon die het hoort en die het tot leven wekt. We kunnen zijn soeverein werk niet manipulereren; en wanneer we begrijpen dat de resultaten in Gods handen zijn, hoeven we ook niet meer bang te zijn voor mislukking. Jezus vertelde Nicodemus: "Voorwaar, voorwaar. Ik zeg u, tenzij iemand werderom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk Gods niet zien (...) De wind blaast , waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid, maar gij weet niet, vanwaar hij komt of waar hij heengaat; zo is een ieder, die uit de Geest geboren is" (Joh. 3:5, 8). Ja, er is een geheimenis in het werk van de Geest — maar we weten dat uiteindelijk alleen God ervoor kan zorgen dat zondaars zich bekeren en dat ze eeuwig leven hebben. '
Een evangelist
Boven dit artikel plaatste ik de woorden uit de brief van Paulus aan Timotheus, waarin deze de jonge voorganger opwekt het werk van een evangelist te doen (2 Tim. 4:2, 5). Vanuit dit woord doet Graham een ernstig appèl op de kerk(en). Hij zegt:
'Jammer genoeg heeft de Kerk vaak het zicht verloren op de authenticiteit en het belang van de evangelist zoals die in de Bijbel beschreven wordt. Telkens wanneer dit het geval was, zijn de kerken koud en levenloos geworden en liep het ledental terug. Maar daar waar men de evangelist herontdekte en zijn werk aanmoedigde, zegende God de kerken met een 'geestelijke oogst'. Moge de Heere geven dat het enorme belang van de evangelist weer wordt ingezien in de Kerk over de gehele wereld, opdat Gods volk in staat zal zijn de mensheid te bereiken die, zonder God, verloren gaat.'.
Elders in het boekje zegt Graham echter óók dat evangelisten soms zélf aanleiding gegeven hebben tot dit probleem door 'hun tekort schieten in het zoveel mogelijk samenwerken met de kerken'. Maar hij vervolgt dan met te zeggen: 'hoe dan ook, het is zonder twijfel een van de grootste noden van de Kerk op dit moment, dat de noodzaak van evangelisatie weer wordt ingezien en dat de positie van de evangelist weer erkend wordt.'
Hier doet Graham een onontkoombaar appèl op de kerken. En wat dit betreft, als het gaat om een tekort aan zicht op de evangelist en evangelisatie, raken de uitersten elkaar. In het ene deel van de kerken acht men evangelisatie overbodig omdat men wedergeboorte en bekering niet (meer) nodig acht. In een ander deel van de kerken acht men bekering wel nodig, evenwel zonder doordrongen te zijn van de noodzaak van een appèl daartoe, opkomend vanuit het 'wee mij, indien ik het Evangehe niet verkondig'
In het proefschrift van dr. C. S. L. Janse — ik neem aan dat hij ook de commentaar in het RD over het Graham congres schreef — staat het volgende te lezen: 'De bevindelijk gereformeerden kenmerken zich — althans in eigen land — niet door een sterke missionaire drang. Zeker niet vergeleken met de baptisten en de pinkstergemeenten..
Ter verklaring van deze relatief geringe missioneringasactiviteiten noemden wij reeds het besef bij veel bevindelijk gereformeerden dat het ware geloof hun ontbreekt. Dat heeft ook tot gevolg dat predikanten en kerkeraden hun voornaamste arbeidsveld veeleer binnen de gemeente zien (waar immers nog velen onbekeerd zijn) dan daarbuiten'.
Als één van de oorzaken van de geringe 'missioneringsactiviteit' noemt Janse de verzuiling in bevindelijk gererformeerde kring (vrij vertaald : de sterke verdeeldheid) maar anderzijds voert hij één en ander toch ook terug op de sterke nadruk op de praedestinatie.
Anderzijds stelt Janse in zijn proefschrift ook dat — politiek gezien — bij de 'bevindelijk-gereformeerden' de 'oproep tot wederkeer' centraal staat. 'Een radicale verandering van ons volksleven en van het overheidsbeleid zijn dan ook noodzakelijk, anders zullen Gods oordelen niet uitblijven'. Waar is dan de evangelist?
Inkeer
Dit alles overziende lijkt mij dat een evangelistencongres, als nu belegd wordt door Graham en zijn organisatie, eerder leiden moet tot kerkelijk zelfonderzoek dan tot het uitsteken van de beschuldigende vinger. Wat gaat er nog van onze (verdeelde) kerken uit naar een samenleving toe, die steeds meer is prijs gegeven aan Godloosheid en goddeloosheid en zó ten onder gaat?
'Doe het werk van een evangelist...' Ik heb er weinig behoefte aan in het krijt te treden voor de totale methode van Graham. Maar zijn boekje bevat een ernstig appèl op kerk en gemeente, waar het zout vaak smakeloos is geworden. Méér dan in menige kerkdienst, ook in de Gererformeerde Gezindte, staat de oproep tot bekering, de noodzaak van de wedergeboorte, het preken van de twee wegen centraal. In menige kerkdienst wordt nauwelijks meer van wedergeboorte en bekering gesproken.
En over de twee wegen? Graham zegt dat 'oordeel' en 'liefde' samengaan en dat we Gods liefde nooit zo sterk mogen benadrukken dat we Zijn rechtvaardigheid uit het oog verliezen. Anderzijds ook dat we de liefde niet schuil mogen laten gaan onder Gods rechtvaardigheid, zodat — hij spreekt uit zijn ervaring — predikanten er een behagen in tonen als mensen verloren gaan. Graham waarschuwt er echter voor het waarschuwen voor de hel niet uit de weg te gaan. Alleen tegen de achtergrond van Gods oordeel glanst ook Gods liefde.
Heroriëntering
We hebben nodig als kerk(en) een heroriëntering op 'het werk van de evangelist'. Paulus schrijft zijn brief aan Timotheus, waarin hij het heeft over het werk van de evangelist, tegen de achtergrond van het komende oordeel Gods en tegen de achtergrond van de tijd, waarin men 'de gezonde leer' niet meer verdraagt. Bij de tekst nu, waarin wordt opgewekt het werk van een evangelist te doen, tekent Calvijn dan aan, dat het onzeker is of Paulus met dit woord 'alle dienaars van het Evangelie wil aanwijzen'. Hij meent toch dat hier sprake is van een 'bijzonder ambt'. Hij meent zelfs dat Timotheus in dit ambt van evangelist boven andere gewone ambtsdragers gesteld is geweest.
Graham bracht acht duizend 'evangelisten' op de been. Het zal best zo zijn dat niet allen van dezelfde hoedanigheid waren. Maar in ieder geval zijn ze bijeen geweest om bemoedigd te worden in de opdracht tot evangelieverkondiging, juist ook aan hen die buiten zijn.
In bepaalde landen van de wereld maken de kerken, door het werk van zulke evangelisten een stormachtige groei door (men zie naar een land als Korea). Bij ons krimpen de kerken in, worden kerkgebouwen gesloten, ontbreken de financiën voor (nieuwe) predikantsplaatsen. En waar zijn de evangelistenl We zijn sterker in het kritiseren van methoden bij anderen dan in het vinden van wegen. Soms bekruipt me het beklemmende gevoel dat het geloof in Gods verkiezende liefde schuil gaat achter lijdelijk ongeloof, hoewel de soevereine genade krachtig wordt beleden.
Er kunnen intussen vragen genoeg worden gesteld bij het massale gebeuren in Amsterdam.
Kost zoiets niet te veel? Een slordige vijftig miljoen gulden is niet niets. Wanneer anderzijds, als de kosten van 'bescheidener' internationale conferenties eens werden opgeteld, met in totaal eenzelfde aantal congresgangers, zou men ook van de bedragen schrikken.
Zijn de door Graham gehanteerde methoden wel toereikend voor het westen? , zo vroeg iemand van de Nederlandse Zendingsraad . In zo'n vraag schuilt een legitiem element. Maar kunnen wij in het ontwikkelde Westen nog wel worden als een kind? Zijn we niet te hoog voor een nieuwe geboorte? En anderzijds, zouden onze dogmatische of theologisch voorgeprogrammeerde methoden nog wel aansluiten bij hen, die in de Derde Wereld de eerste beginselen nog leren moeten?
Is er wel voldoende aandacht voor de sociale vragen? Méér dan vroeger heeft Graham daar aandacht voor. Daar wordt hij dan vandaag ook al weer op gekritiseerd. Maar moet anderzijds niet gezegd worden dat óver-socialisering van de boodschap allerwegen het ene nodige heeft teruggedrongen?
En tenslotte, er zal zeker ook wel sprake zijn van een te vroeg 'de handen opleggen', van een te gemakkelijk spreken van bornagains (wedergeborenen) en er zal zeker her en der wel een 'remonstrantse' draad doorheen lopen. Als we bij dit alles maar beseffen dat de zaak, waar het Graham en zijn evangelisten om gaat, ook voor de kerken een aangelegen zaak zal moeten zijn. Zolang dat niet het geval is houdt Graham ons een schuldrekening voor.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1986
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 juli 1986
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's