De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

7 minuten leestijd

'Bladzijden uit de (kerk)geschiedenis van Lage Vuursche', zo luidt het opschrift van een stuk, dat dezer dagen opgenomen wordt in de maandelijkse kerkbode van de beide Eemnessen (binnen en buiten) en Lage Vuursche. Het stuk spreekt voor zichzelf. De oproep erin vervat geven we gaarne door.

'De kerkeraad van de gereformeerde (is hervormde) gemeente van De Vuursche onder Baarn werd ingesteld op 23 mei 1661, terwijl de leden van dit college op 9 juni d.o.v. in het ambt van ouderling of diaken werden bevestigd.

Wanneer men een gemeente wil laten beginnen bij de datum van instelling van de kerkeraad, dan zou op 23 mei, eventueel 9 juni 1986 het 325-jarig bestaan van de hervormde gemeente in De Vuursche kunnen worden gevierd.

Een inwoner van Hilversum heeft met het oog op het komende jubileum bladzijden uit de (kerk)geschiedenis van De Vuursche geschreven en deze bijeengebracht in een boek, waaraan de titel is gegeven "Van Stulp tot Kerk".

De auteur heeft het manuscript van deze publikatie belangeloos ter beschikking van de gemeente gesteld. De kerkbesturen hebben de heer Ton Bolland, uitgever te Amsterdam, bereid gevonden dit boek op de markt te brengen.

Het grote probleem is evenwel, dat de zeer kleine gemeente van Lage Vuursche niet over de benodigde fondsen voor het uitgeven van bedoeld boek de beschikking heeft. Het zou bijzonder jammer zijn als de verschijning van het boekwerk om financiële redenen achterwege zou moeten blijven.

Het boek telt tien hoofdstukken, achtereenvolgens handelende over: de Kerkelijke gemeente; Heerlijkeid, gemeente en dorp; Van Stulp tot Kerk; de luidlok; Het kerkorgel; Over en uit kerkelijke archivalia; Boodschappers van goede tijding; Kerkelijke colleges; Predikers buiten de kerk (Pieter Vervat en Johannes van 't Lindenhout) en een aantal bijlagen. Ds. M. van der Linden is de 56e predikant van de gemeente. Van hem en zijn 55 voorgangers is een levensbeschrijving opgenomen. Hier volgt een aantal predikantsnamen in chronologische volgorde: Theodorus Voet (een naneef van Gijsbertus), Michaël Verboom, Jacob Dermout, D. A. Detmar, B. Moorrees, D. Molenaar, L. Steinfort, Hendrik Bax, Yme Doornveld, Th. G. C. Rappard, J. H. Gunning E. Bzn en drie latere hoogleraren, nl. Adam Simons, H. E. Vinke en Willem Moll.

Een register van rond 1000 personen completeert het met foto's verluchte boek, dat een omvang van rond 325 bladzijden heeft.

De kerkbesturen van De Vuursche zouden graag in contact willen komen met personen, die bereid zijn financieel met hen mee te denken over de uitvoering van dit project

Schriftelijke of telefonische reacties worden gaarne ingewacht bij de secretaris van het college van kerkvoogden, de heer J. Knopper, Dorpsstraat 17, 3749 AC Lage Vuursche, tel. 02156-216.

Hoewel de prijs per boek thans nog niet kan worden bepaald, kunnen zij, die belangstelling hebben voor toezending van één of meer exemplaren dit reeds nu schriftelijk kenbaar maken aan het genoemde adres.'

***

Het moderamen van de Generale Synode verzocht kerkeraden en predikanten te reageren op een toegezonden stuk 'Euthanasie en pastoraat'. De Centrale Kerkeraad van de hervormde gemeente van Rijssen (praeses ds. Van Wier, scriba E. J. Slemerink) deed ons een afschrift toekomen van de ingezonden reactie. Hier volgt de tekst.

'Op een speciaal daartoe belegde ambtsdragersvergadering op donderdag 18 november 1985 hebben onze kerkeraden het door de Generale Synode toegezonden rapport "Euthanasie en pastoraat" besproken. We achten het een goede zaak dat deze problematiek ook binnen onze kerk (opnieuw) diepgaand doordacht en besproken wordt. We zijn met u overtuigd van de noodzaak van bezinning op de vaak complexe vragen die hier liggen.

Graag zenden wij u een reactie op het genoemde rapport, waarin we ons beperken tot enkele aandachtspunten die op onze ambtsdragersvergadering aan de orde zijn gekomen.

1. We hebben waardering voor het feit dat dit gereformeerde rapport niet zonder meer in onze kerk is rondverzonden, maar dat vanwege het moderamen kritische aantekeningen zijn toegevoegd. Deze laatste worden door ons onderschreven, terwijl we ook de vergelijking met de pastorale handreiking van hervormde zijde (1972) verhelderend vinden. Vooral omdat hier naar onze mening een breekpunt wordt

aangegeven, nl. het verscil in uitgangspunten die zijn gehanteerd (christelijke vrijheid - gebod Gods). Zie verder ad 3.

2. Wij waarderen het dat in dit rapport aan het pastoraat veel aandacht wordt gegeven, en daarmee aan de mens in (uiterste) nood. Er worden veel goede dingen gezegd, die aan het denken zetten. Tegelijk hebben we echter de grootste moeite met de invulling, die het rapport aan het pastoraat geeft: de mens centraal stellen en tot zijn recht laten komen (blz. 5); troostend nabij zijn (blz. 7). Op blz. 6 wordt weliswaar gesproken over pastoraat als verkondiging, maar onze indruk is dat het verkondigende element wordt verdrongen door het element van de nabijheid. Gevolg is dat het getroost sterven teveel wordt gezocht in het nabij-zijn van de pastor en anderen. We missen tezeer de notie van de enige troost, zoals het belijden van de kerk daarover spreekt in zondag 1 van de Heidelberger Catechismus; troost, die gelegen is in de verzoening met God door het bloed van Jezus Christus, en die werkelijk uitzicht biedt door en over de dood heen. Het vertrekpunt van het pastoraat wordt meer in de lijdende mens genomen, dan in het evangelie als goede boodschap van genade en vergeving. Pastoraat is meer dan nabijheid en solidariteit. Het is ook oproepen tot het geloof in Christus als de enige (exclusieve) weg tot hét Leven.

3. Blz. 9: "De geboden zijn er om de mens." Deze passage heeft veel vragen opgeroepen. Jezus' uitspraak over het sabbatgebod wordt hier uit zijn kontekst gelicht, veralgemeniseerd en tot een sleutel voor het verstaan van alle geboden gemaakt, om vervolgens het zesde gebod af te zwakken.

Wat zouden de konsekwenties zijn, als we deze sleutel bijvoorbeeld ook ten aanzien van het eerste gebod zouoen hanteren?

Hier wreekt zich het feit dat het rapport eenzijdig van de christelijke vrijheid is uitgegaan. Deze wordt tegen Gods gebod uitgespeeld. Dit kan de bedoeling van de Schrift niet zijn. Genoemde passage uit het rapport is een menselijke konstruktie, die vérstrekkende konsekwenties heeft voor het ethisch handelen in het algemeen en voor het euthanasie-vraagstuk in het bijzonder. Op deze wijze loopt onze eigen verantwoordelijkheid (die ook wij graag willen onderstrepen) uit op een zelfbeschikkingsrecht, dat strijdt met de belijdenis dat het leven een gave van God is en dat onze tijden uiteindelijk alleen in Zijn handen zijn (Ps. 31).

4. Opgemerkt werd dat het lijden in het rapport eenzijdig als niet door God gewild aan de orde wordt gesteld (blz. 14). God en het lijden worden tegenover elkaar gesteld. Onzes inziens spreekt de Schrift genuanceerder. Inderdaad, God wil het lijden niet. Tegelijk wordt het toch ook weer door Hem gebruikt om Zijn plan uit te voeren. Lijden kan ook beproeving, loutering zijn (Job), een weg waarin God mensen (meer) aan zich bindt. We moeten hier genuanceerder over spreken, dan het rapport doet, en deze kant van het lijden niet buiten beschouwing laten, als het gaat om een standpuntbepaling inzake euthanasie. Tenslotte: voor ons als kerkeraad is het rapport in deze vorm onaarvaardbaar. De weg, die hier gewezen wordt, is geen weg van waarachtige stervenstroost. Onze autonomie verdringt Gods theonomie, die ons heil bedoelt. We hopen dat in de nadere visiebepaling bovenstaande punten worden verwerkt. Bij deze niet eenvoudige taak wensen wij u de leiding en de wijsheid van de Heilige Geest toe.'

***

Het gedicht 'Profeet sta op. Profeet ga profeteren' van Andries Dongera is langzamerhand erg bekend. In ons blad werd het nog niet opgenomen. Hier volgt het.

'Zeg aan het volk: Er is zwaar weer op til.
Maar Heer, het is al jaar en dag zwaar weer.
Nochtans: Er is nog zwaarder weer op til.
Maar Heer, geloven doet men het niet meer.

Dit is een volk dat brood en spelen wil;
niet voor één keer, maar telkens, telkens weer.
En hoeveel woorden ik er ook aan spil,
het lacht en danst... en taalt naar U niet meer

Wel zie ik hier en daar nog enkele getrouwen,
maar ach, zij zijn zo weinig in getal
en meestal zijn het kinderen en vrouwen.

Profeet sta op. Profeet ga profeteren,
want voordat Ik als Rechter komen zal,
moet zich Mijn volk geheel tot Mij bekeren.'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 februari 1986

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's