De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Op de verkeerde weg

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Op de verkeerde weg

5 minuten leestijd

Wie de kerkelijke pers volgt, kan opmerken, dat allengs meer van verschillende kanten bezwaren rijzen tegen de huidige gang van zaken. Niet slechts de klacht over matheid en onverschilligheid, maar ook misnoegen en tegenzin omtrent de leiding, wijzen op spanningen, die klaar en duidelijk tot uiting komen als voortekenen van een gecompliceerd conflict, waarbij kerkelijke, theologische en juridische tegenstellingen in het geding zijn.

Men heeft indertijd van „good-will" gesproken en er was aanleiding toe, maar de vraag is gerechtvaardigd, of de leiding, gedreven door een idealisme, van welks verwezenlijking zij heil verwachtte voor kerk en volk, niet al te onbedachtzaam gebouwd heeft op een schier algemene genegenheid om tot herstel van een gezond kerkelijk leven mede te werken. Die genegenheid is zonder enige twijfel nog steeds aanwezig, zoals onweersprekelijk kan blijken zowel uit de ijver en de haast, welke de leiding tentoonspreidt als uit de critiek, waarvan niet slechts de kerkelijke pers, maar ook de consideraties, moties, bezwaarschriften, die de Synode bereiken, getuigen.

Uit dit alles is echter ook openbaar geworden, dat die genegenheid bij verschillende personen en groepen niet uitging naar wat de leiding voor kerkelijk leven en handelen wil gehouden hebben, maar dat zij gedragen werd door andere voorstellingen en verwachtingen van kerkelijk leven en wat zulks kan bevorderen.

De z.g. „gelijkschakeling" der richtingen is zonder twijfel een wissel geweest op die genegenheid, en hoewel zij wel scheen te passen in het idealisme, dat sprak van een Christus belijdende Volkskerk, heeft de werkelijkheid duidelijk aangetoond, dat dit gebrek aan inzicht in de kerkelijke situatie ten minste één richting meer in het leven heeft geroepen.

Zelfs onder degenen, die — ik weet niet om welke redenen — de consequenties van hun ten dele zeer ernstige bezwaren tegen het ontwerp niet schijnen te willen trekken, zijn er, die niet nalaten hun wantrouwen in de leiding duidelijk te laten horen.

Hoewel deze houding op zichzelf onverklaarbaar schijnt, bewijst de afkeurende critiek op het ontwerp-kerkorde en op de leiding, dat deze welwillendheid niet op crediet van de leiding moet worden gezet. Wellicht vinden dezulken in het ontwerp nog voldoende verdienstelijkheden, om met enige daaraan tegemoetkomende opvatting eigen kerkidealisme te kunnen dienen.

Zij mogen echter wel bedenken, dat zij met hun steun aan het ontwerp en aan de leiding, ook mede hun verantwoordelijkheid voor de heilloze gevolgen zullen hebben te dragen. Zij zullen vergeefs een beroep doen op hun critische artikelen naar aanleiding van het ontwerp en op hun geuite bezwaren tegen de leiding, om zich van die verantwoordelijkheid te ontdoen.

Beide zijn door de gang van zaken nauw verbonden. Wie dit ontwerp steunt, ondanks zijn ernstige bezwaren, komt niet slechts de leiding tegemoet, maar geeft haar zijn steun en neemt haar dwalingen voor zijn rekening — en de gevolgen daarvan.

Die gevolgen zijn niet gering. Denk maar eens aan artikel 10 der kerkorde en aan de „Fundamenten en perspectieven", die worden aangeboden met een toelichting, welke spreekt van „vroegere" belijdenisgeschriften.

Hoe confessionele mensen, die dit toch weten kunnen, desondanks vrede met deze dingen kunnen hebben, en de verantwoordelijkheid op zich nemen om er aan mede te werken, dat de kerk wordt beroofd van haar belijdenis, althans aan de afwijzing van de binding aan de belijdenis, welke tot vóór het van kracht worden van Art. X ontwerpkerkorde rechtens haar belijdenis is. Dat zal men dan niet meer kunnen zeggen. Wat onder de organisatie van 1816 nog is bewaard gebleven, wordt prijsgegeven, als het van betekenis zou kunnen worden en weer tot functionering zou kunnen komen.

Kan een goed confessioneel man daaraan medewerken ? De huidige leiding kan het en drijft er toe, dat het gereformeerd karakter der kerk voor goed wordt opgeheven. Wat zij nastreeft schijnt met het merk van „oecumenisch-gereformeerd" te worden gestempeld.

Kan men medewerken en mede verantwoordelijkheid op zich nemen voor de verwarring, welke de voorgestelde regeling bestuur en beheer met zich zal brengen, als ze kracht van wet verkrijg[t, met al de bepalingen en sancties, daaraan gebonden?

Laat de juristen spreken over de aanranding van oude rechten van stichtingen en plaatselijke gemeenten, welke de voorstellers voor hun verantwoording hebben genomen, waarmede zij ook die allen belasten, die genegen zijn om er aan mede te werken, de ordinantie over de financiën van kracht te doen worden.

Dit ontwerp is er tegen alle waarschuwing en vermaning in, terwijl — zo men het beheer der financiën aan de kerkeraad wil brengen, om deze meer centraal en synodaal te kunnen regelen — waartegen ook bezwaren zijn in verband met de rechten der plaatselijke gemeenten — er met eerbiediging van de rechten der kerkvoogdijen en die der plaatselijke kerken, toch nog wel wegen zijn om bestaande euvelen te voorkomen. Men is daarmede klaarblijkelijk niet tevreden geweest, maar wil over de financiën van boven af kunnen beschikken.

Wij hebben twee van de meest gewichtige bezwaren opgenoemd en laten de andere voor het ogenblik rusten.

Maar wij vragen, wat kan er nu voor goeds in het ontwerp zijn, dat iemand vrijmoedigheid kan geven over deze twee ernstige bezwaren heen te stappen — neen, zich mede verantwoordelijk te stellen voor de geestelijke verwarring en de rechtsaantasting, welke aan de twee genoemde stukken van de in het geding zijnde materie zonder enige twijfel verbonden zijn ?

S.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Op de verkeerde weg

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's