Het is tijd om te ontwaken
Opmerkingen over onze Evangelisatorische roeping
4
De ander
Menigmaal hebben we onszelf en onze eigen groep op het oog. Dat is niet alleen maar goed. In het Evangelie is een kracht aanwezig, die voortstuwt naar de ander, die het ook weten moet, wil het met deze goed aflopen, wil deze niet verloren gaan, maar behoud en toekomst vinden.
Als we letten op het werk van Christus in Zijn dienende liefde, horen we Hem vragen Hem in dat spoor te volgen. Christen-zijn is daar heen gaan, waar Hij is voorgegaan.
Dat houdt in: met Hem lijden maar omdat Hij de Overwinnaar is ook de belofte meedragen dat we met Hem verheerlijkt zullen worden.
Waar wij dan komen is Hij al geweest. Waar wij dan ook mogen komen, daar is Hij dóór gekomen.
In het priesterschap aller gelovigen waarover ik eerder sprak is deze dienende liefde begrepen. Dit is de aangewezen weg. Dat is een weg averechts aan alle wegen, die de wereld wijst, een weg, die zwak schijnt, maar juist vol kracht is.
Dienen alhoewel dat vaak niet gewaardeerd wordt. Dat geldt voor ons eigen kleine leven, ons gezin, op ons werk, maar ook ten aanzien van de grotere verbanden waarin we terecht kunnen komen, ook binnen de kerk.
Dat houdt in dat we ons geroepen zullen weten die gebieden waar geestelijke nood is te dienen, ook al wordt gezegd dat het lijkt op uitoefenen van macht. Van macht is geen mens afkerig, ook geen kerkmens van welke modaliteit dan ook en daarom is het goed dat ieder zich afvraagt in de nood of hij en zij waarlijk dient of dat het om andere dingen gaat. We hebben er voor te waken dat we geen vleselijke weg gaan, maar een weg van de Geest.
Het kan niet verkeerd zijn als we bewogen zijn over anderen vanuit ons beginsel: Gods radikale boodschap ten aanzien van onze zonden en Zijn genade. Het kan niet verkeerd zijn als we aan de hele kerk vragen zich naar dat Evangelie geheel te richten en daartoe terug te keren. Ik denk dat de gehele hervormde kerk dat als een legaal streven van ons dient te honoreren. Op deze wijze verstaan is het niet juist steeds weer te spreken over uitoefenen van macht. Is er geen plicht, geen nood die ons is opgelegd ? Heeft zo Paulus niet gesproken als dienaar van het Evangelie ? Zouden we dan als kleine dienaren (in vergelijking met hem) en gemeenteleden van die gemeente, die ook Paulus op het oog had, niet iets van datzelfde mogen hebben ? Ja, aan dat spoor zouden we ons allemaal moeten houden, ten aanzien van binnenkerkelijken en buitenkerkelijken, want we zijn er toch niet mee klaar als we zeggen dat het in onze eigen kring nog wel gaat ? !
Bewaren en verbreiden
Telkens weer treedt er een begrijpelijke spanning aan het licht tussen het bewaren van het Evangelie en het verbreiden daarvan. Er is in de Schrift sprake van het ene zowel als van het andere. Worden we niet geroepen het pand dat ons is toevertrouwd te bewaren en tegelijkertijd het Evangelie te verkondigen aan alle creaturen ? De opdracht het Evangelie bekend te maken is in bijzondere zin aan de ambtsdragers gegeven, maar evenzeer is de hele gemeente daartoe geroepen met woorden en daden, in geven en in gebed. Het verbreiden van het Evangelie dient te geschieden van Jeruzalem af tot aan het einde der aarde, van dicht bij huis af tot in verre werelddelen toe, van de Joden af tot aan de heidenen. Aleer het Koninkrijk komt heeft de kerk deze opdracht te, volvoeren (vgl. Hand. 1:6-8).
Het lijkt mij niet overbodig in onze kringen de geconstateerde spanning tussen bewaren en verbreiden onder ogen te zien (in andere kringen mag men daar ook wel naar kijken). Wie in deze spanning staat voelt zich gedrongen om enerzijds vast te houden en anderzijds de handen uit te steken tot hulp, tot redding van anderen. Dat betekent dat we nooit aan het maken van 'vuile handen' in het werk van evangelisatie kunnen ontkomen. Dat kan trouwens in het zendingswerk ook niet. Leest u de zendingsbladen daar maar eens nauwkeurig op na. Als het over redden gaat krijg je altijd vuile handen en word je altijd moe; dat regel je niet vanuit je stoel. Het zou zinvol en fijn zijn als de andere modaliteiten van onze kerk voor ons op-deze-wij ze-in-de-kerk staan, oog kregen of meer oog kregen: bewaren en verbreiden, vasthouden en helpen.
Toerusting
Studie op de inhoud van de Schrift en het hele leven in het licht daarvan kan niet achterwege blijven. Naar mijn idee zou het goed zijn als in de prediking de grondlijnen van de Schrift aan de orde gesteld werden, die daarna door middel van kringwerk nader met elkaar zouden kunnen worden uitgewerkt en geconcre tiseerd. Ook de catechese zou hierop moeten kunnen worden afgesteld.
Van groot belang lijkt het mij in de prediking ook aandacht te besteden aan de wet, in de zin van leefregel der dankbaarheid (vgl. derde stuk van de Catechismus).
Sprak Prof. Dr. A. A. van Ruler al niet de bijzondere woorden: 'Jullie kunnen als rechtzinnige predikanten wel over het Evangelie spreken maar niet over de Wet. Jullie weten wel over de vergeving der zonden te spreken maar niet voldoende over het leven in het licht van Gods geboden en beloften'.
Als we kijken naar kringen van de opwekkingsbeweging dan moeten we zeggen dat daar doorgaans meer aan deze toerusting gedaan wordt dan in kerkelijke kring.
Al hebben we dan daarbij methodisch en inhoudelijk nogal eens wat vragen, het kan niet worden ontkend dat zij het nut van de toerusting goed zien, waarschijnlijk meer dan wij.
Het lijkt me nodig aan deze toerusting veel te gaan doen om zelf staande te kunblijven in de strijd en daarin anderen te helpen.
Inwendige Zending
Waarschijnlijk is het proces van ontwaken al begonnen. Maar raakt het genoeg mensen ? In elk geval (nog) niet. Er komt steeds meer vraag naar hulp van de IZB in de vorm van een evangelist of instruktie. Laten we er blij om zijn, maar niet tevreden. Laten we de handen ineen slaan, zoals ik boven ook al heb betoogd. Juist het werk van inwendige zending of evangelisatie kun je niet alleen, dat moet met elkaar gebeuren. Laten we samen gestalte geven aan onze evangelisatorische roeping door de IZB te versterken en daardoor aan de hele kerk, aan de gemeenten meer mogelijkheden verschaffen inzake training, bewustmaking, inzetten van mensen, e.d.
Ook wat dat betreft is het tijd om te ontwaken. Als we niet werken aan dit geheel zal er toch binnen niet al te lange tijd sprake zijn van een zekere achteruitgang omdat onze mogelijkheden achter dreigen te blijven bij de vraag.
Gemeenschap en prediking
Het is vaak gezegd dat de nood van de kerk, de nood van de prediking is. Ik ben geneigd dat te beamen, mits we niet vergeten dat het aanhoren van de prediking niet voldoende is en zeker geen vrijblijvende zaak. Alleen het horen van de goede prediking is niet voldoende. De prediking zal ons tot verandering, tot omkeer, tot geloof en bekering moeten leiden. Wat hebben we er aan als we de beste spijzen voorgezet krijgen en we eten er niet van. We zullen betrokken moeten raken op het grote werk Gods in deze wereld, waarvan de Schriften getuigen, dat ook voortgaat in onze tijd door Woord en Geest, door de levende God Zelf.
Vanuit het gepredikte Woord wil het komen tot een nieuwe gemeenschap, een gemeenschap van mensen, die samen belijden en strijden, die samen dienen en liefhebben, die met elkaar nodigend zijn jegens hen, die buiten staan. De bedoelde gemeenschap wordt in de Schrift het lichaam van Christus genoemd. Hij het Hoofd, Zijn Gemeente het Lichaam. Een lichaam is te zien, te horen; het heeft een mond, handen en voeten, kan spreken en dienen.
Recht verstaan van de Schriften leidt onherroepelijk tot het vinden van anderen, die een even kostbaar geloof deelachtig geworden zijn.
Dat houdt in dat we geroepen zullen zijn in bepaalde gevallen samen met anderen ons te presenteren om vanuit eenzelfde verstaan van de Schriften te komen tot een leven van getuigenis, dienst en bevordering van het goede.
Deze artikelen zijn eigenlijk alleen nog maar inleiding. Maar het zou een reden zijn tot grote dankbaarheid als we met elkaar konden komen tot het schrijven van en werken aan de volgende hoofdstukken, die niet alleen uit woorden maar ook uit concrete daden zullen moeten bestaan.
Vanuit de Inwendige Zending heb ik niets anders dan een hartekreet kunnen geven naar aanleiding van het rapport van de visiatoren-generaal.
Het is in onze kerk erger dan we denken, dan woorden doen vermoeden. Als onze woorden gestaafd zouden kunnen worden door feitelijke gegevens zouden we schrikken.
Laten we de bovengenoemde arbeid, waartoe de hele kerk opgeroepen mag worden, dragen in ons gebed, bespreken met anderen en door middel daarvan de Boodschap uitdragen tot velen.
Het is tijd om te ontwaken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 mei 1976
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's