Op reis in Frankrijk (en Genève) (slot)
8. La Rochelle, Hugenotenstad
Dit keer begeven we ons in een heel andere richting: naar La Rochelle, in het westen van Frankrijk, 150 kilometer ten noorden van Bordeaux: een ouden havenstad, een van de schilderachtigste steden aan de Atlantische Oceaan. Een stad, die veel kunstenaars aantrok, maar die ook de derde vissershaven en de achtste handelshaven van Frankrijk is en tevens de grootste jachthaven (± 3.000 jachten) van Europa heeft. Een mooie en ook dikwijls zonnige stad. Maar daar gaat het ons in de eerste plaats niet om.
Hugenotenstad
La Rochelle is een stad met geschiedenis. Al in de 12e eeuw was ze een zgn. vrije stad. Tijdens de Reformatie werd ze, evenals Straatsburg en Genève, een toevluchtsoord voor protestanten. Vooral na de Bartholomeüsnacht nam ze talrijke hugenoten op. De stad werd belegerd, maar het kwam tot een compromis, waarbij vrijheid van godsdienst werd overeengekomen.
Ondanks het Edict van Nantes (1598) werd La Rochelle echter in 1627/28 door kardinaal Richelieu, fel bestrijder van de hugenoten, onder Lodewijk XIII opnieuw belegerd. Ondanks het felle verzet dat er werd geboden, moest de uitgehongerde bevolking zich, na vijftien maanden belegering, overgeven. Driekwart van de bevolking was omgekomen of gesneuveld.
De muren van de stad werden ontmanteld. Alleen de poort aan de ingang van de stad en de twee poorten (forten) bij de ingang van de haven bleven staan.
Eén van de laatste aanvoerders die verzet bood was hertog Henri de Rohan, die na de inname van de stad wist te ontkomen naar Genève en daar in de St. Pierre (graftombe!) werd begraven.
Onbegrijpelijk dat de grote jachthaven van La Rochelle uitgerekend Le Port Richelieu heet. Of wordt een andere Richelieu bedoeld?
Oude haven
We begeven ons naar de oude haven. De ingang wordt geflankeerd door twee machtige torens, de Tour St. Nicolas, 28 meter hoog, meer een vesting dan een toren, gebouwd om de toegang tot de stad te verdedigen, en de Tour de Chaîne, waarvan in de 17e eeuw het bovenste gedeelte werd afgebroken, zodat hij een stuk lager is dan de Tour St. Nicolas. De Tour de Chaîne (= ketting) is zo genoemd omdat beide torens 's nachts en in tijden van gevaar door een dikke ketting waren verbonden om het binnenvaren van schepen te verhinderen. De ketting is te zien in de tuin van het Musée d'Orbigny. In de toren is een model van de middeleeuwse stad. Even verderop staat de Tour de la Lanterne (15e eeuw), die diende als verdedigingstoren en vuurtoren.
Kerk en museum
Laten we de stad eens binnengaan. We lopen door de Porte de la Grosse Horloge (eveneens 15e eeuw) door aardige winkelstraten langs mooie middeleeuwse huizen en gebouwen naar de Rue St. Michel. Hier staat de Temple (protestantse kerk), gebouwd in 1708, met in de bijgebouwen het Musée Protestant.
We gaan eerst de kerkzaal in. Een echt protestantse kerk, sober, centraal de preekstoel met de opengeslagen Bijbel, geen versieringen en de wanden met houten lambrizering. De moeite waard om hier een dienst mee te maken. Om iets van de gemeenschap der heiligen te beoefenen. En tot steun van de Franse gemeente.
Musée Protestant
Zeker, het kleine museum (eigenlijk maar één zaal) is de moeite waard. Tussen allerlei oude voorwerpen ligt een Nederlandse Bijbel uit 1622. De Deuxaesbijbel? (De Statenbijbel was er nog niet.) Aan de muur enkele schilderijen. Alles heel eenvoudig. En een 'preekstoel van de désert', dat wil zeggen, een kansel die bij gevaar kon worden ingevouwen en die dienst deed in diensten ergens in de open lucht. De kansel kan tevens ingevouwen worden tot avondmaalstafel.
Hugenotenkruis
Men moet niet vergeten het marktplein te bezoeken. In het midden staat het standbeeld van Jean Guiton, die tijdens het beleg door Richelieu burgemeester was en dapper lang weerstand heeft geboden. Bijzonder van dit plein is echter dat er in mozaïek, in het plaveisel, een reusachtig Hugenotenkruis is aangebracht. Men moet er 's avonds laat of zondagmorgen vroeg, vóór de gang naar de Temple Protestant naar toe om het hugenotenkruis op het dan verlaten plein goed in ogenschouw te kunnen nemen.
Merkwaardig dat dit hugenotenkruis bij mijn weten in geen enkele toeristengids of -folder of op een ansichtkaart aangegeven staat. Ik heb dan ook niet kunnen achterhalen wanneer en door wie het op dit plein is aangebracht.
Sieraad
Het hugenotenkruis werd oorspronkelijk als sieraad gedragen door protestantse vrouwen in de streek rond Anduze in de Cevennen en Languedoc. Naar alle waarschijnlijkheid is het tegen het einde van de 17e eeuw in de stad Nîmes ontstaan. Het is een 'echt protestants' kruis. De bisschop van Nîmes bepaalde namelijk in 1731 dat meisjes en vrouwen, die rooms-katholiek waren geworden, een verklaring moesten overleggen van de juwelier aan wie zij hun hugenotenkruis verkocht hadden. Ze mochten voortaan alleen het rooms-katholieke kruis dragen. Gevolg was dat het hugenotenkruis bij de Franse protestanten grote populariteit kreeg als protestants herkenningsteken en als symbool van hun protestantse overtuiging. Vanuit Frankrijk breidde die populariteit zich uit naar andere landen in de wereld. Nog steeds is de stad Nîmes bekend om zijn hugenotenkruizen.
Symbool
De grondvorm van het hugenotenkruis is het kruis. Aan de vier armen acht knopjes of parels, die de acht zaligsprekingen voorstellen (Mattheüs 5 : 1-12). De vier armen van het kruis zijn verbonden door een gestileerde doornenkroon. (Men zegt ook wel dat deze de Franse lelie voorstellen, maar dat is minder aannemelijk.) Daartussen vormen zich vier harten. Het hart is het symbool van de liefde en de liefde ontstaat dicht bij het kruis. Door doornenkroon en kruis worden onze harten gevormd. Onder dit alles de duif, symbool van de Heilige Geest.
Er zijn ook hugenotenkruizen die onderaan, in plaats van de duif, een peervormig aanhangsel hebben. Volgens sommigen een herinnering aan een peervormig flesje, waarin de heilige olie bewaard werd, waarmee de Franse koningin in Reims gezalfd werden. Volgens anderen is het het symbool van de vele tranen, die vergoten werden tijdens de geloofsvervolgingen. Het hugenotenkruis met de duif is echter het oorspronkelijk protestantse symbool.
Laten we het op de duif houden. De Heilige Geest is het toch, Die de kerk bewaart tot het einde der tijden. Soms kan men, als men de huidige Franse protestantse kerk ziet, geweldig aangevochten worden: in Frankrijk wonen tweemaal zoveel moslims als protestanten. De Franse protestantse kerk is een heel kleine minderheid in bijna het grootste land van Europa. Toch geloven we, en als we de geschiedenis van de Reformatie zien, worden we er in bevestigd: de Heilige Geest houdt Zijn kerk in stand. Hij is het immers Die Heere is en levend maakt.
H. Veldhuizen, Huizen.
[Tekst afbeelding: De val van La Rochelle. De uitgehongerde stad gaf zich over aan de belegeraars. Ets van Jan Luyken, Reformierte Domgemeinde, Halle/Saale. Uit: Ingrid en Klaus Brandenburg. De Hugenoten, De Bataafssche Leeuw, Amsterdam 1992.]
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 augustus 1999
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's