De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

ONDERWIJS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONDERWIJS

4 minuten leestijd

Nu heeft de Synode gesproken

   In haar vergadering van 2 en 3 April j.l. heeft de Synode zich bezig gehouden met de Schoolkwestie naar aanleiding van de handelingen van de Raad voor de zaken van Kerk en School.
   De middag- en avondvergadering van 2 April werd bijgewoond door de Raad voor Kerk en School; deze vergadering werd hoofdzakelijk besteed aan de bespreking van de kwestie Hardegarijp, terwijl in de vergadering van 3 April de houding van de kerk tegenover het onderwijsvraagstuk werd besproken. Met 39 tegen 10 stemmen werd de conclusie in 7 artikelen aanvaard, opgesteld door een op 2 April benoemde Commissie ad hoc, inzake de kwestie Kerk en School.
   We hebben allen deze verklaring in de dagbladen kunnen lezen. Hier volgen de hoofdzaken.

1. De kerk draagt medeverantwoordelijkheid voor het onderwijs, dat aan de kinderen van ons volk wordt gegeven.
2. In overeenstemming met haar kerkorde houde de kerk vast aan haar karakter van Christusbelijdende volkskerk. In elke concrete situatie bezinnen kerk en lidmaten zich hoe te handelen.
„De Ned. Herv. Kerk kan en mag in het huidige tijdsgewricht niet in het algemeen een voor allen geldende keuze doen tussen het bestaande Openbare en het bestaande Christelijke Onderwijs".
3. De kerk is verplicht naar de kerstening van de school voor de jeugd van het Nederlandse volk te vragen. Zij kan niet berusten in de school voor zo ver zij in betrekking tot het Evangelie op zijn best een onvruchtbare neutraliteit betracht. Anderzijds heeft zij zich voortdurend af te vragen, of de bijzondere Chr. School niet te veel onder de indruk is gekomen van een opvatting van de verhouding van kerk en volk, die aan de beloften en geboden Gods ten aanzien van heel het volk geen recht doet".
4. Op grond van de doopbelofte door de ouders afgelegd, rust op hen de plicht hun kinderen een Christelijke opvoeding te geven ; deze toch kan slechts ten dele door de school worden overgenomen. De kerk kan en mag de verantwoordelijkheid der schoolkeuze niet van de ouders overnemen.
5. Met grote dankbaarheid erkent de Synode het zegenrijke werk verricht "Sdoor de oprichting van en de arbeid aan de Christelijke Scholen.
De kerk handhaaft haar medeverantwoordelijkheid ook ten opzichte van de Christelijke Scholen.
6. Eveneens met grote dankbaarheid erkent de Synode het werk van allen, die vanuit hun geloof in Jezus Christus hun .arbeid verrichten aan de Openbare en de bijz. Neutrale Scholen.
De kerk beschouwt het als haar opdracht degenen, die bij het Christelijk Onderwijs, bij het Neutraal Bijzonder Onderwijs en bij het Openbaar Onderwijs zich door het Evangelie willen laten leiden, in hun arbeid zoveel in haar vermogen ligt, geestelijk te steunen.
Eveneens is de Synode dankbaar, dat thans 120000 kinderen op de Openbare Scholen door of vanwege de kerk Bijbelonderwijs ontvangen. De kerkeraden worden opgewekt, dit werk te verstaan als een apostolische opdracht.
7. De kerk wekt allen, die als getuige van Christus het onderwijs op de scholen wensen te geven, op om samen ,,vanuit de bewogenheïd met de geestelijke nood bij het licht van het Evangelie en in het besef van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid de middelen te zoeken, die kunnen dienen tot kerstening van opvoeding en onderwijs en de verbreiding van het Evangelie onder de kinderen van ons volk.
In 't bijzonder de uitspraak dat de kerk geen absolute keuze kan en mag doen, heeft velen teleurgesteld. Ze meenden iets anders te mogen verwachten. In de lijn van

de grote dankbaarheid voor wat in verleden en heden de Chr. School betekende en nóg betekent, in de lijn van de erkenning dat hier gehandeld werd uit dezelfde bewogenheid met het geestelijk heil van de kinderen van ons volk, als waaruit ook de kerk in haar medeverantwoordelijkheid voor het onderwijs dient te spreken en te handelen, ligt toch de zaak duidelijk. Nog één stap maar die stap is niet gedaan.

Om de waarheid te zeggen, hadden we niet anders verwacht. Dat is niet een beslissing, die pas nu genomen is. Reeds Ordonnantie 5 van de kerkorde spreekt alleen maar van „onderwijs". Art. 4 van deze ordonnantie zegt, dat de zorg van de kerk mede ten doel heeft: „de ouders te doordringen van hun verantwoordelijkheid voor het schoolonderricht aan hun kinderen". En in alinea 3 van Art. 4 : „De kerk richt haar herderlijke zorg in 't bijzonder ook op hen, die belast zijn met de opvoeding en het onderwijs en zoekt hen te dienen bij de rechte vervulling van hun taak".

Lezen we dan van dezelfde Ordonnantie Art. 11e alinea, dan vinden we daar, dat de kerk mede tot taak heeft: „de jeugd te bewaren bij en in aanraking te brengen met het Evangehe van Jezus Christus".

Wij voor ons achten daarvoor de aangewezen weg onze scholen met de Bijbei. Jammer, dat de Synode naar haar eigen verklaring dit niet kan en niet mocht onderschrijven.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1952

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

ONDERWIJS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 1952

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's