De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De moeite waard om overgenomen te worden!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moeite waard om overgenomen te worden!

3 minuten leestijd

Uit mijn plaatselijke Kerkbode van Nieuwerkerk aan de IJssel werden enkele regels uit een artikel overgenomen, die waardig gekeurd werden om in de Synodale Hervormde Kerkbode te worden opgenomen.

Welke regels waren het dan ?

Wel, ik had geschreven, dat de Heilige Doop van kinderen uit gezinnen, waar geen van beide ouders meer ter kerk gaan, uitgesteld moet worden.

Dit moet wel een merkwaardige uitspraak wezen, dat alle lezers van de Hervormde Kerk dat moeten weten, hoe er in Nieuwerkerk aan de IJssel over de doopspractijk wordt gedacht.

Als een van de beide ouders kerkelijk meeleeft, wordt het kind wel gedoopt.

Wij menen, dat dit naar de Heilige Schrift is. Als in een heidens gezin de man tot het Christendom overging en hij met zijn heidense vrouw wenste verbonden te blijven, werd deze door de man geheiligd; anders zouden immers de kinderen onrein zijn.

Ik weet echter heel goed, waaraan ik die belangstelling te danken heb.

In vele plaatsen van ons land, ik denk hierbij allereerst aan de grote steden, wordt elk kind gedoopt van elk ouderpaar, hetwelk dit begeert. Of die ouders ter kerk komen, of niet, dat schijnt geen hinderpaal te zijn.

Doop alles, wat in het doophuis komt, zo luidt de leuze. En van sommige zijden wil men ons nog wel doen geloven, dat dit het gereformeerde standpunt van onze vaderen was.

Maar het formulier is wel degelijk een formulier om de heilige doop te bedienen aan de kinderen der gelovigen. En in de tweede doopvraag wordt wel terdege gevraagd naar het geloof van de ouders.

Dat klopt helemaal niet met de beweerde leuze van onze vaderen om te dopen alles, wat in het doophuis komt.

Van handhaving van de tucht is nu weinig of geen sprake meer. Er zijn ouders, die nooit meer een voet in de kerk zetten behalve op de dag van de doopsbediening. Er worden kinderen gedoopt van ouders, die beslist als ongelovigen moeten worden beschouwd op grond van hun eigen getuigenis.

Mag men dan zo maar voortgaan om het sacrament van de Heilige Doop te ontheiligen ? Is het dan niet beter om de Heilige Doop uit te stellen en te trachten door herderlijke zorg de zodanigen terug te brengen van de dwalingen huns wegs ?

Helaas zijn we nu zo ver gekomen in onze kerk met zijn veruitwendigde doopspraktijk om een geluid, als ik liet horen, als een curiositeit te vermelden in het hoofdorgaan van onze kerk.

Het is wel heel droevig !

TIMMER.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

De moeite waard om overgenomen te worden!

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1950

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's