ADVENT
Beschroomd gaan wij Uw komste tegemoet En hooren, bevend, den heraut. Wij missen het bezield gemoed En 't wierook, mirre en goud. Nog minder plaats dan toen, voor U In 't ledig menschenhart. Dat hulpe zoekt, doch buiten u, In bange wereldsmart.
Wie is er, die naar U verlangt In dezen donk'ren tijd ? Wie toch — die U verheugd ontvangt als Gij geboren zijt ? Waar is de Simeon, die U in d' armen neemt En daarna sterven kan ? De profetes, die, wachtend, U verneemt En spreekt tot elk daarvan ?
Wel klinken schoone zangen overal, Doch d' englenstem ontbreekt. De sterre boven Bethl'hems stal verbleekt bij 't licht, dat ieder zelf ontsteekt. Immanuël — dat ons Uw licht doorstraal! Maak Zelf ons hart bereid ! Dat met Uw komst Uw vrede daal' In 't hart, dat U verbeidt!
(Uit: Ziekentroost).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1935
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 december 1935
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's