De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

UIT DE HISTORIE

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

UIT DE HISTORIE

ANDREAS RIVETUS

6 minuten leestijd

Theoloog uit den bloeitijd van het Gereformeerd Protestantisme.
II. (Slot).

Dat Rivetus een echt Gereformeerd theoloog geweest is, blijkt o.m. uit zijn houding ten opzichte van de Heilige Schrift. Stelde de Roomsch-Katholieke Kerk de traditie op één lijn met Gods Woord, — de Reformatie kwam met beslistheid op voor het eenig en absoluut gezag der Schrift. In tegenstelling met Rome, dat meende het desnoods wel zonder den Bijbel te kunnen stellen, wees Rivetus op zijn noodzakelijkheid, om te komen tot waarachtig geloof. Volgens hem heeft God nu eenmaal besloten, Zijn Kerk door middel van Zijn Woord te bouwen in de kennis der Waarheid. Wanneer wij dat Woord niet verstaan, dan ligt de oorzaak daarvan steeds bij onszelf, wiji de Schrift helder en klaar, en des menschen verstand verduisterd is. Daarom ook is de Bijbel genoegzaam tot zaligheid. De traditie heeft slechts waarde, voor zoover die in overeenstemming is met het Woord van God. Onvoorwaardelijk neemt Rivetus aan, dat de Heilige Schrift van a—z door den H. Geest is geïnspireerd. Ook blijkt hij oog te hebben voor de schoonheid des Bijbels.
Het is duidelijk, dat het standpunt, dat Rivetus innam ten opzichte van de Schrift, van belang is voor haar verklaring. Als zijne Woord van God, heeft de Bijbel recht op een juiste weergave. Omdat iedere vertaling, hij voortreffelijk zij ook is, iets mist van het oorspronkelijke, wees Rivetus zijn studenten op het hoog belang der grondtalen. IJverige studie op dit gebied behoort echter samen te gaan met reinheid des Geestes. IJverig onderzoek eischt, behalve het reeds genoemde, kennis der philosophie, historie, chronologie, kortom inzicht in de wetenschappelijke sfeer van den schrijver. Vervolgens moet nauwkeurig acht gegeven worden op het verband, waarin de tekst voorkomt. Schrift behoort met Schrift te worden vergeleken. Ook is een nauwkeurig onderscheid tusschen eigenlijke en figuurlijke beteekenis der Heilige Schrift noodzakelijk. Anders zouden, — om een sprekend voorbeeld te gebruiken, — de woorden uit Johannes 6 vers 53, „Tenzij dat gij het vleesch des Zoons des menschen eet en Zijn bloed drinkt, zoo hebt gij geen leven in uzelven", aansporen tot moord. Ten slotte geeft Rivetus nog dezen regel, dat men de bedoeling van den schrijver serieus moet nagaan, om te komen tot een verantwoorde exegese. Er zou meer te noemen zijn, doch uit deze enkele opmerkingen kan genoegzaam blijken, dat Rivetus' aanwijzingen vandaag nog niet verouderd zijn en alsnog ter harte behooren genomen te worden.
Over de verhouding van het Oude-tot het Nieuwe Testament zegt Rivetus zeer mooie dingen. „Rivet ziet de verhouding van Wet tot Evangelie, van Oud-en Nieuw Testament als de opzet van een schilderij tot haar afwerking. Straks bij haar voltooiing worden de eerste lijnen niet te niet gedaan, maar gaan onder, gaan op in het volmaakt geheel. Hier bemerken wij weer, hoe Rivetus kennis gepaard gaat met grooten eerbied voor het Woord van God, dat hij niet maar als dictaat doch als kunstgewrocht bewondert. Het Oude- en Nieuwe Testament ziet hij als twee serafs, die, als in Jesaja 6, in reibeurt zingen ter celebratie van den driemaal Heiligen en Almachtigen God; Oude-en Nieuwe Testament: een symphonie des geloofs".
Bij dit alles komt de practische toepassing des Woords niet in gedrang. Telkens trekt Rivetus een parallel tusschen de Kerk, zooals de Heilige Schrift haar beschrijft, en onzen tijd. God heeft slechts één doel, de Zijnen te oefenen in den strijd, ter bekeering, reiniging, keuring, opdat onze hoop op de toekomst, en niet op dit aardsche leven zou gericht zijn, enz. enz.
In het vorig artikel wezen wij er reeds op, dat Rivetus in hoofdzaak polemiseerde tegen de Roomsche Kerk, die in hem een geducht en bekwaam tegenstander had. Vooral stelde hij zich teweer tegen de Jezuïeten, die het terrein, dat de Roomsch Katholieke Kerk door de Reformatie had verloren, trachtten te herwinnen. Hun practijken waren hem een ergernis, terwijl hij door zijn enorme kennis der Patres in staat was, aan te toonen, dat hun theorieën in de historie geen steun vonden. Daarom stond hij sterk in zijn bewering, dat niet de R. K. Kerk, maar het Gereformeerd Protestantisme de leer der oudste Christelijke Kerk het zuiverst weergaf. De „nieuwe leer" kwam niet van de zijde der Hervorming, maar van den kant harer bestrijders ! De beginselen der Reformatie waren in en op de Heilige Schrift gegrond, dus oud, — de Roomsch-Katholieken waren de Nieuwlichters ! Ook had de R. K. Kerk niet het recht, den naam Katholiek voor zich op te eischen, want de Kerk als het lichaam van Christus is niet katholiek op grond van haar uiterlijken verschijningsvorm, maar door eenigheid des geloofs. Derhalve maakt Rivetus onderscheid tusschen orthodoxe en paapsche Katholieken, een onderscheid, dat heden ten dage door R.K. schrijvers nog niet wordt aanvaard, ^) maar dat toch niet te bestrijden is.
Vermeld dient nog, dat Rivetus ook met Hugo de Groot den degen heeft gekruist. Uiteraard bracht de ontmoeting van Reformatie en Humanisme hier een conflict, dat niet kon worden overbrugd. Evenmin als dat, hetwelk Rivetus gehad heeft met Amyraut, die een soort compromis wilde tot stand brengen tusschen Arminius en Gomarus, wat betreft de leer der praedestinatie. Volgens Amyraut maakten de gereformeerden God tot auteur van de zonde, een stelling, die door Rivetus met een breed vertoog is weerlegd. Een man van gereformeerde confessie streed hier tegen een voorlooper van het Rationalisme. Het is de moeite waard, het leven en werken van Rivetus zelfstandig te bestudeeren. Men zal dan ontdekken, dat hij waarlijk een groot theoloog geweest, die ten onrechte te weinig wordt gekend. Misschien kan reeds de beknopte schets, die wij gaven, de juistheid van deze opmerking illustreeren.
D.

d. Z.


*) Zie de titel van een boek van prof. dr. Karl Adam: Het wezen van het Katholicisme, Voorhout 1930. Bedoeld is hier : Het wezen van het Roomsch-Katholicisme.
Literatuur :
Dr. H. J. Houders, Andreas Rivetus, Als invloedrijk gereformeerd theoloog in Holland's bloeitijd, 's-Gravenhage 1930.
Dr. S. D. van Veen, André Rivet, P. R. E. 3e AufL, Bnd. XVII, S. 46ff, Leipzig 1906.
Sterfbeds-woorden van Gisb. Voetius en Andreas Rivetus, in : Archief voor Kerkelijke geschiedenis enz., 8e dl. Leiden 1837, blz. 438.
Opmerking. In 't Nieuw Ned. Biogr. Woordenboek, 7e deel. Leiden 1927, kolom 1052, komt de mededeeling voor, dat Rivetus op de Dordtsche Synode van 1618-1619 aanwezig geweest is. Dit schijnt beslist onjuist te zijn. Zie dr. Houders, t.a.p., blz. 11 en dr. H. Kaajan. De groote Synode van Dordrecht 1618- 1619, Amsterdam z.j., blz. 25.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

UIT DE HISTORIE

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1937

De Waarheidsvriend | 10 Pagina's