UIT DE AFDEELINGEN
GOUDA. Verslag van den 3den cursus van de Afdeeling van den Geref. Bond, op 12 Oct. 1937, door den W.Eerw. heer ds. P. P. J. Monster, te Aalburg, over het onderwerp :
„Dr. H. F. Kohlbrugge's leer”.
Na de gebruikelijke opening door onzen eerevoorzitter ds. B.. van Ginkel, verkrijgt ds. Monster bet woord. Spreker noemde als motto voor dr. Kohlbrugge's leer: „God op het hoogst verheerlijkt, de mensch op het diepst vernederd", „God is alles", Eere zij God in den hooge en roem in Zijn vrije souvereine genade.
Spreker zag ik Kohlbrugge's leer Luther en Calvijn vereenigd en 't meest wel Luther op den voorgrond treden en v.n.l. de hoogachting voor het Woord Gods, de heilige Schrift, waarin hij God m Zijn majesteit en heerlijkheid leerde kennen. Het geloof bij hem in het Woord Gods, het is ook het geloof in wonderen en historie, want beide moeten geloofd worden tot zaligheid. Het geloof kan ook tijdgeloof zijn, wegens het onttrekken van Gods Geest, waarom hij ook scherp de werking van den Heiligen Geest onderscheidt van den onreinen geest, die in den mensch woelt en werkt. Zoo is alleen Gods Geest goed in den oorsprong van alle goed in de schepping, hetwelk ook het kenmerk is in de toepassing van Kohlbrugge's leer, waarom hij ook al tonen laat hooren over het Paradijsgebeuren.
Spreker werkt dit zeer duidelijk uit. De H. Geest is de werker van alles en in alles ; de H. Geest is die Geest, die de gerechtigheid des Zoons toepast aan het hart van den schuldigen zondaar en hem doet leven uit de gerechtigheid van den Zone Gods, zoodat hij die gerechtigheid met de armen des geloofs omhelst en het uitroept : „hetgeen ik nu leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, die mijn leven is, en al wat in mij is, is niets, maar in Hem is alles en mijn al, vandaar dat Hij nu geen wetswerk meer wil doen tot zaligheid, maar alleen Gode leven wil tot Zijn eer".
Spreker verhaalt ook nog menig moment uit Kohlbrugge's leven, zijn geboorte, opvoeding, studententijd, zijn kerkelijke strijd, van zijn dissertatie op Psalm 45, de tegenwerking hem aangedaan zoowel van Luthersche-als van Hervormde zijde, want men kon, neen, wilde hem niet gebruiken ; zijn huwelijksleven, zijn strijden, zijn worstelen, zijn leed van vrienden, de verdenkingen inzake zijn leer, maar óok zijn gebedsverhooring, dat de Heere hem nog eenmaal den predikstoel in de Ned. Hervormde Kerk zou openstellen om daar zijn stem nog te doen hooren, wat hij nog op menige plaats, o.a. Utrecht en Amsterdam, heeft gedaan.
Wij moeten vooral weten, dat hij leefde en werkte in den tijd van het „Rationalisme", en de wijze heeren van dien tijd wilden van die leer, die hij bracht, n.l. vrije genade Gods alleen, niets weten.
Spreker besluit zijn rede met den wensch, dat het ons gegeven moge zijn of worden, dat wij deze leer, die naar de godzaligheid is, voor ons eigen hart persoonlijk kennen of mogen leeren kennen, opdat het ook ons woord zij : „Op Uw Woord heb ik gehoopt tot roem van Gods vrije genade".
Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door enkelen gebruik gemaakt, welke vragen werden beantwoord.
Na hartelijke dankzegging door ds. Van Ginkel aan ds. Monster, sluit deze na Psalmgezang met dankgebed.
Wij hebben genoten van het gesprokene.
C. J. REVET, 2de Secretaris.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1937
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 december 1937
De Waarheidsvriend | 10 Pagina's