De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Er staat geschreven! er is geschied

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Er staat geschreven! er is geschied

Kennis van de geschiedenis

12 minuten leestijd

Onder deze titel heeft dr. R. H. Bremmer...

We kunnen niet zeggen, dat in onze tijd de belangstelling voor de geschiedenis, de historie die óók nog een keer door de God van de geschiedenis bepaald wordt, hoog genoteerd staat. Historische belangstelling is er in onze tijd nauwelijks.

Tóch verbond Groen van Prinsterer, de man, die altijd opkwam voor het 'Droit Divin', het recht Gods, het Woord van God aan de geschiedenis.

Er staat geschreven! Er is geschied

Onder deze titel heeft dr. R. H. Bremmer (vrijgemaakt gereformeerd predikant) dan ook een 'introductie tot het leven en werk van Groen van Prinsterer als getuigend historicus' geschreven. Groen van Prinsterer was als geen ander getuige van(uit) de geschiedenis. Daarin, in die geschiedenis, is de hand Gods te onderkennen, hoezeer ook het gevaar bestaat om die hand Gods al te concreet te duiden. Maar God gaat Zijn gang in de geschiedenis met mens en mensheid, hoe ondoorgrondelijk soms ook, hoezeer wij mensen die gang ook niet verstaan, niet doorzien, omdat we die niet doorzien kunnen en mógen.

God heeft achter het leven van mens en mensheid Zijn eigen Boek, 'het Boek, dat niemand kan inzien'. En toch gaat de geschiedenis mee tot in de voleinding van alle dingen, als ook de 'eer en heerlijkheid der volkeren zal worden ingedragen in het Nieuwe Jeruzalem'. (Openb. 5). De geschiedenis van de volkeren gaat toch mee tot in de nieuwe bedeling. Dat is de bijbelse belofte!

Dr. R. H. Bremmer schreef zijn brochure, onder de titel, die aan het hierboven vermelde woord van Groen van Prinsterer zelf ontleend is, uit diens 'Ongeloof en Revolutie’:

’Ik eindig met de verklaring dat ik, tegen alle wijsheid der menschen, bij het gevoel van eigen zwakheid, twee woorden, als onderpand der zege, ten leus heb; 'er staat geschreven! en er is geschied.’

Een korte greep uit Bremmers brochure, zoals hij deze zélf samenvatte.

1. Groen leerde geen twee gelijkwaardige bronnen van de openbaring: één uit de Heilige Schrift en één uit de natuur en de geschiedenis. De Schrift bleef voor hem de maatstaf óók van het historisch gebeuren. Met de Schrift in de hand beoordeelde hij de geschiedenis, ook de kerkgeschiedenis, kritisch. Wel kwam hij krachtig op tegen de secularisering van de geschiedenis. Zij is opgenomen in het raadsplan van God. Dat omvat zowel begin, midden als einde van de historie. De Schrift openbaart er de grote lijnen van: Christus is het middelpunt van de geschiedenis. De geschiedenis is in haar verloop niet los te maken van Gods beloften en van Gods oordelen. Groen staat hier in de lijn van Augustinus.

2. Groens geschiedschrijving van de revolutieperiode is een grootse poging het gebeuren vanaf 1789, dat op zijn generatie een diepe indruk maakte, historisch te benaderen met de Schrift als kritische maatstaf. Het is onjuist een tegenstelling te construeren tussen Groen als evangeliebelijder en Groen als historicus. Hij wilde in zijn beschrijving van de geschiedenis de rol van het evangelie in haar tot zijn recht doen komen. Zijn omschrijving van de voorlezingen over 'Ongeloof en Revolutie' als historische lezingen moet niet opgevat worden als vakhistorisch alleen. Hij wilde de geestelijke krachten die in het gebeuren werken tot hun recht doen komen. Hetzelfde geldt van de geschiedenis van de Republiek in de achttiende eeuw. Hij gebruikte daarbij het evangelie als kritische maatstaf.

3. Men doet Groens geschiedschrijving van het revolutietijdperk geen recht door hem 'mechanisch idealisme' te verwijten. Het ging hem om de stuwkracht die achter de concrete gebeurtenissen werkte. Zijn overtuiging dat het revolutionaire staatsrecht geboren was uit de secularisering van de staat bracht hij tot gelding in de beschrijving van de geweldige gebeurtenissen in Europa en Frankrijk na 1789. Hij zag die ook in Nederland werken in de ondergang van het Gemenebest in de achttiende eeuw.

4. Groen stond geen reactionair absolutisme voor maar ontmaskerde het dwangmatige van de liberale eenheidsstaat. Hij deed duidelijk blijken dat hij volksinvloed op de overheid wilde waarborgen maar hij zocht daarbij zijn kracht niet in het doen van concrete hervormingsvoorstellen. Het ging hem om kritiek op wat in de concrete Nederlandse polideke situatie voorhanden was.

5. Zijn spreken over 'vereniging' van kerk en staat bedoelde geen herleving van de situade onder de republiek. Hij was er op uit de in artikel 36 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis beleden verhouding van kerk en staat vruchtbaar te maken voor eigen tijd.

6. Hoewel toegestemd kan worden dat allerlei invloeden uit de bestrijding van de revolutiegeest in Europa in zijn tijd op hem inwerkten, hadden de auteurs van de bundel van christelijke historici uit 1949 te weinig oog voor Groens unieke positie. Hij trachtte verschillende stromingen uit het Europese restauratietijdvak voor de Nederlandse politiek vruchtbaar te maken in protestants-nationale zin.

7. Het is Groens' blijvende verdienste dat hij de calvinistische traditie uit de zestiende en zeventiende eeuw, na de stormen van het revolutietijdvak, in de negentiende eeuw weer deed herleven. Zijn historische en politieke arbeid regenereerde die traditie in een tijd toen het zelfstandig Nederlands volksbestaan dubieus was geworden. Hij gaf de Nederlandse polidek nieuwe impulsen en bracht het parlementaire debat op hoger niveau. De ontplooiing van ons nationale leven onder koningin Wilhelmina is mede aan de doorwerking van zijn fundamentele inzichten te danken;

8. Groens geschiedwerk stimuleert tot een kritische beoordeling van de Nederlandse politiek en geschiedenis vanuit het evangelie. Wij kunnen tevens van zijn vroegere (Fruin) en latere (Geyl; de christelijke historici) kritici leren. Groen laat ons zien dat niet een revolutionaire-gewelddadige omwenteling van de bestaande orde maar de christelijke vervulling van de liefde eis van het evangelie ons kan helpen de problemen van de samenleving op te lossen.’

Verdun

Prof. dr. H. Jonker heeft zich ook een aantal jaren met een historische kwestie bezig gehouden, namelijk met de slag bij Verdun in 1916, in de Eerste Wereldoorlog, 'de grootste en langste slag uit de wereldgeschiedenis'. Ik citeer uit de begeleidende folder:

De slag bij Verdun in 1916 is de grootste en langste slag uit de wereldgeschiedenis. De slag, die op 21 februari 1916 begon en op 15 december 1916 eindigde, eiste naar schatting 700.000 doden en meer dan een miljoen gewonden op een slagveld van niet meer dan tien bij tien kilometer. Toen de Duitsers zich na de slag aan de Marne in september 1914 ten noorden van de Aisne hadden teruggetrokken, werden de posities aan beide zijden met loopgraven geconsolideerd en zo werd 1915 het jaar van de loopgravenoorlog. Het oorlogsveld bestond uit twee gordels van loopgraven met een niemandsland van 50 tot 400 meter. Op 21 februari 1916 startten de Duitsers hun offensief met een bombardement van negen uur op de Franse linie. De Fransen doorstonden deze hel en hielden stand gedurende 300 dagen en nachten, met een minderheid in getalssterkte van 1 op 10, groeiend tot 1 op 20. De auteur van dit boek, theoloog van professie, werd bij een bezoek aan Verdun zo gegrepen door deze infernale slag, voornamelijk door het menselijk aspect van lijden, strijd en ondergang, dat het onderwerp hem niet meer losliet. Bronnenstudie en gesprekken met overlevenden hebben hem zo dicht bij de werkelijkheid van 1916 gebracht, dat hij er getuigenis van heeft willen afleggen in dit boek. Het boek vertelt niet alleen de feiten van de slag, maar neemt de lezer mee naar het slagveld en plaatst hem temidden van de soldaten in de loopgraven. De auteur begeleidt hem daarbij als een gedreven verteller en commentator.

Zeer boeiend beschrijft prof. Jonker wat zich in de Eerste Wereldoorlog heeft afgespeeld. Hij zal best beseffen dat theologen zich voornamelijk zullen richten op het hoofdstuk 'Een theologisch intermezzo'. Daarin gaat het namelijk om het handelen van God in de Geschiedenis. Er is een geheimenis Gods in de geschiedenis. Artikel 10 van de Heidelbergse Catechismus heeft daarvan iets verwoord. Maar de Schrift heeft daar nog méér van verwoord, nl. het geheim van de geschiedenis als de 'Boekrol in Gods Hand'. Ik citeer uit dit imponerende boek een passage, waarin de verhouding van de (mens)heid tot God als volgt wordt geformuleerd:

‘Waaruit kent gij uw ellende? Met deze vraagstelling schoten ze (de opstellers van de Heidelbergse Catechismus, zaterdag 2, v. d. G.) precies in de roos. Een vraag ook van wereldhistorische betekenis: Waaruit kent gij pas echt de misère van de wereldgeschiedenis? En het antwoord luidt: Uit de Tien Woorden. Maar het antwoord geeft meer: Uit de Tien Woorden, die Christus in de wet der liefde samenvat. En het catechisatieboekje geeft meer: de indaling van deze Christus in de misère van onze falende verantwoordelijkheid. Simpele woorden, maar klaroengeschal over de graven. De bijbelse God poneert zich niet alleen tegenover ons, wijst ons niet alleen de weg, maar gaat in Jezus Christus met ons de diepte in. (...)’

De God van Israël is in zijn Zoon in onze falende verantwoordelijkheid en schuld ingedaald tot in de dood. Maar de dood is overwonnen op de Paasmorgen der opstanding. 'Weest gegroet gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis.' Toch in Christus overwinning, buiten Hem ontzetting. 'Thans is gerechtigheid Gods openbaar geworden, waarvan de wet en de profeten getuigen, door het geloof in Jezus Christus' zegt Paulus in Romeinen 3 : 21. 'Ave Christus, unica spes, '; (gegroet Christus, onze enige Hoop) Christus!, enige hoop, was het laatste woord dat gesneuvelden ons nalieten op de houten en ijzeren kruisen van hun graven.

En in 1934, tussen Twee Wereldoorlogen, schrijft O. Noordmans, misschien de meest diepzinnige theoloog van onze eeuw: 'Achter alle cultuur buiten Christus om schuilt ontzetting, die soms op het onverwachts aan de dag treedt. Ons geslacht weet ervan mee te spreken. Achter het spel komt de revolutie, achter de revolutie de arbeid, achter de arbeid de oorlog, achter de oorlog de ondergang. Dat is de beschrijving buiten Christus én in het leven van de individu én in de geschiedenis van het geslacht. De achttiende, de negentiende en de twintigste eeuw laten er in hun samenhang iets van zien.' De 'ontzetting', die we in de geschiedenis meemaken, kan nooit vanuit de kosmos in de Griekse betekenis van het woord, noch vanuit de chaos in de Freudiaanse betekenis zinvol worden benaderd. Het ene denken leidt tot teleurstelling en verbijstering, het andere tot hopeloos fatalisme. Slechts 'de plek licht rondom het Kruis van Christus' geeft bij alle ondoorgrondelijkheid van de donkere nacht doorzicht en uitzicht.' God en het kwaad in de wereld blijft voor rede en hart een ondoorgrondelijk probleem, ook door reformatorische theologen verschillend benaderd. K. Barth zag de chaotische 'Greuelwelt' - zoals Verdun - als een wereld onder Gods oordeel en gericht, die eigenlijk voorbij is maar waaraan God trouw blijft in schepping en verlossing door Jezus Christus met de verwachting van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. A. A. van Ruler wilde het chaotische niet alleen aan de zonde van de mens toeschrijven, maar ook deels aan het chaotisch handelen van God zelf (torenbouw van Babel, koning Cyrus als 'mijn knecht' bij Jesaja, God speelt met de chaotiserende Leviathan in Psalm 104). 'De liefde van het Kruis komt op de aarde niet boven het chaotische uit, dringt er in door, maar wordt er ook niet door verlamd' (God en de Chaos).

Bij deze indrukwekkende problematiek - het grondprobleem van God, het zijn en het menszijn - is het misschien het beste het laatste woord te verlenen aan een emirient Frans schrijver, een man, die de oorlog zelf aan den lijve heeft meegemaakt: Maurice Genevoix. Op 8 september 1980 overleed hij op 90-jarige leeftijd. Als kapitein nam hij deel aan de strijd in de Eerste Wereldoorlog en hij raakte in 1915 bij de moorddadige gevechten van Les Eparges ten zuidoosten van Verdun zwaar gewond. Hij was een veelzijdig schrijver, van 1958 tot 1974 permanent secretaris van de Académie Frangaise en hij gafo.m. de stoot tot de oprichting van het Memorial devant Douaumont. Naast zijn. intense aandacht voor de natuur was hij diep betrokken bij het lijden dat mensen in de oorlog moesten ondergaan, wat o.m. blijkt uit zijn boek Ceux de 14. Zijn wereld-en levensbeschouwing plaatste hem voor het mysterieuze van natuur en geschiedenis waar geen verklaring voor is. In zijn laatste boek Trente Mille Jours, dat in zijn sterfjaar verscheen, verklaarde hij: ' 'Toch is er iets in mij dat behoefte heeft aan God te geloven”.’

Is er een groot onmetelijk verstand, een brein dat van tevoren uitwerkt wat gebeurt, is er misschien een God die niet verschilt van dat waarvoor ik geen weet: ons lot? verklaring

Die God weet ik. Die is er niet. Er is in naam van God een man geweest, een Jood, een man die vol ontferming was • en zeer bewogen ieder mens in nood. over Die is er nog. (Geert Bogaard)'

Niet vergeten

Beide boeken bepalen ons, in het licht van de Schrift bij de waarde van de kennis van de geschiedenis, liever nog van éen Historie, geschiedenis geleid door Gods hand. Dr. Bremmer doet het door de 'ziener' in die Historie, Groen van Prisnterer, naar voren te halen. Prof. Jonker geeft een klein stukje geschiedenis op een klein plekje op deze wereld in een klein stukje van de tijd weer. Opdat wij niet vergeten! Als een volk zijn geschiedenis vergeet zal ze deze nog weer over moeten doen, met alle raadselen, die in de voor ons verborgen Boekrol staan, van dien. Geschiedenis is tijd in Gods hand. Van harte vragen wij aandacht voor deze waardevolle publicaties.

N.a.v. dr. R. H. Bremmer: Er staat geschreven! Er is geschied. Uitgave Willem de Zwijger Stichting, 71 pag. ƒ 8, 50; prof. dr. H. Jonker: Sporen van een slag; een pelgrimage naar Verdun 1916, uitgave Fibuiavan Dishoeck, Haarlem, 149 pag., ƒ 38, 50.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Er staat geschreven! er is geschied

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 november 1981

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's