De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Globaal bekeken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Globaal bekeken

7 minuten leestijd

Bij uitgeverij Boekencentrum verscheen een Interessant boek over een aantal crisisjaren In de Amsterdamse hervormde diakonie (1785-1815) onder de titel 'Uit de geheime notulen van de "Eerwaarde Grote Vergadering"'. Uit dit boek twee passages.

Problemen met de (diakonie)bakkerij

'...dat sij op heeden door eene Commissie uyt onse Diaconie Weeshuys en OV en M Huysen berigt gekregen hebben, weegens de slegtheid en bijna onbruykbaarheid van ons brood waardoor een groot gedeelte verspild en voor de varkens gebruykt moet worden tot merkelyk nadeel en schade voor onse diaconie, en hebben uyt die Commissie verstaan of het niet/daar het in onse teegenwoordige bakkerij volstrekt onmogelijk is andere schikkinge of verbetering te kunnen maaken/ voordeeliger en tot verbeetering van dit so principaal leevensmiddel dienstig en syn soude dat deese E. Gr. Verg bij Commissie der bakkery een Commissie geliefde te benoemen ten einde in een der Godshuysen onser diaconie een plaats op te speuren om aldaar een oven te maaken en het brood voor beiden de Godshuysen daar te bakken...'

Over de (diakonie)brouwerij

'Betreft de D.I.A. Brouwerij dewijl daaromtrent dikwils seer verschillende begrippen hebben plaats gehad, en wij ook twijffelden of het aanhouden van die Brouwerij niet nadeelig voor onse Diaconie was. Soo hebben wij ons de moeyte getroost, den Staat en balans dier Brouwerij van jaar tot jaar na te gaan en bevonden dat het belang van de Diaconie vordert de Brouwerij aan te houden. Schoon wij niet ontveinsen konne dat deselve tot meerder voordeel (onses bedunkens) voor de Diaconie souw kunne strekken, dewijl men het bier voor onse Huysen zwaarder en dus kostbaarder brouwt, dan wijzelven doorgaans in onse Eygen huysen gebruyken en door aanloop van veel volk in die brouwerij ook veel misbruyk en verkwisting plaats heeft. Waarom ook de E. Broederen Commissarissen reets twee knegts hebben weggejaagt en de meesterknegt onder Poenalityt gebragt voortaan sig beeter van sijn pligt te kwijten, zullende anders afgeset worden. '

Over de Binnenvader (leidinggevende in het huis van de diakonie)

'...dat hij des Sondaags gastmaalen houd tot laat in de nagt, gebruykende daarin meest spijs en drank tot het huys behoorende, dat de moeder onderscheiden kleederen met de merken onser diaconie aan de meyden heeft gegeven en haar selfs geleerd hoe die merken daar uyt te doen.

...dat het vooral des Sondaags seer ongeschikt in de keuken en Vuurhaart toegaat, door het toelaten van veel manvolk bij de meyden, en dat de vader & moeder veel uytgaan en laat thuyskoomen, nemende de sleutel meede en gelastende de knegts naar bed te gaan, het hek open te laaten, de deur op het enkelde slot, de lantaren brandende, gevende aan de knegt een versegeld briefje, om so er verlegenheid mogt komen daar uyt te sien waar vader is, en anders den volgende dag het briefje ongeopend te restitueren. Welk laat uytblijven door eenen Femmetje Hupman aangediend zijnde, gesegt word voor haar van een seer ongelukkig gevolg geweest te zijn, zijnde zij daarover gestraft met den schandtafel te pronk te staan met een briefje op haar borst "Lasteresse", en voor zes jaaren in de Swakke Kelder geslooten, en eindelijk permissie krijgende om uyt te mogen gaan, is verdronken.'

***

Een lezer stuurde ons het hier volgende stukje van de hand van ds. C. A. Lingbeek uit 'Kerk en Staat' van 8 mei 1931 over 'Termen'.

'Een verschijnsel, dat op kerkelijk gebied, met name bij de prediking, verre van zeldzaam is, is het gebruik van "termen". Allerlei geijkte uitdrukkingen, die bovendien vaak geheel foutief zijn (b.v. wat wij vaak hoorden: Gods nooit genoeg volprezen Naam; alsof volprezen niet het hoogste was, waar niets meer bij kon!), nemen dan de plaats in van redelijke en duidelijke taal. Aan het opzettelijk en daarom veelvuldig gebruik van zulke termen is allerlei gevaar verbonden. De prediker wordt op een goedkope wijze populair; hij krijgt er de schijn door van extra-rechtzinnig te zijn, want hij gebruikt immers al die krachttermen. Terwijl inderdaad die termen vaak moeten dienen om zijn onkunde en holheid op het stuk der waarheid te bedekken. En het volk wordt door die termen niet alleen in slaap gewiegd, maar het verleert ook de waarheid zelf te beluisteren en ter harte te nemen. Het hoort geliefde klanken, die als muziek aan de oren voorbij ruisen, maar het hoorte de waarheid zelf niet en wordt in haar niet verder ingeleid. Als het thuis komt, zegt het; wat was het weer echt, maar het kan er weinig of niet van navertellen.

Het gebruiken van zulke termen is dan ook een teken van verval. Een elk, bij wien hetgeen hij verkondigt, waarlijk lééft, heeft niet genoeg aan uitdrukkingen van een ander. Het leven berst bij hem naar buiten en hij moet zich uiten op een hem geheel eigen wijze, die ook voor hem alleen past.

Daarentegen: het gebruiken van de termen van anderen is zoiets als het zich kleden in het kleed van een ander, omdat men geen eigen kleed heeft. Alle mannen, bij wie de waarheid leefde, spraken dan ook hun eigen taal en spraken daardoor tot de verstanden en de harten beide. Denk aan Paulus, Luther en Calvijn!'

***

We weten best dat vrijgemaakt-gereformeerden op het standpunt staan dat hun kerk in de lijn van voortgaande Reformatie staat. Hun kerkelijk orgaan heet ook De Reformatie. Wat dit evenwel betekent komt sterk op je af als je het toegespitst ziet op de plaats van je geboorte, waar zich in deze eeuw dan een 'reformatie' voltrok - nl. die van de vrijmaking - waar je in je jonge jaren niet zoveel van hoorde. Hier volgt een enkel fragment uit een artikel in het Nederlands Dagblad onder de titel 'Een gedenkboek uit Ridderkerk'. Het Is een bespreking van het boek 'Van Reformatie tot Reformatie' (beide malen met kapitale R) en behandelt 'momenten uit de geschiedenis van de kerk' (men lette op het woord de).

'In 1574 zond de classis Dordrecht de predikant Caspar Antonissen van Gendt - hij had te Heidelberg gestudeerd - naar Ridderkerk om daar een gemeente te stichten. Hij werd gezonden, niet beroepen, want er was nog geen gemeente.' (19)

'Tijdens de kerstdagen van 1944 is er... vergaderd in een houten noodlokaal achter op het plein van de Christelijke school... te Slikkerveer. De kachel die door ons zelf moest worden aangemaakt, veroorzaakte vaak zo 'n rookontwikkeling dat de ogen van de kerkgangers pijn deden.'

Twee gebeurtenissen uit de kerkgeschiedenis van Ridderkerk met een tussenruimte van een kleine vierhonderd jaar. We mogen wel zeggen: zij waren een tweetal mijlpalen in een bewogen historie van zeven eeuwen.

De kerkelijke geschiedenis van Ridderkerk gaat terug tot 1277 of eigenlijk tot nóg eerder. Maar in dit jaar is er een kerkgebouw. Omstreeks 1373 spoelen stormvloeden dorp en kerk weg; de St.-Elisabethvloed van 1421 spot met alle herstelwerkzaamheden; pas in 1452 staat er weer een kerk - de huidige hervormde.

(...) Na 1834 waren er aanvankelijk slechts weinig Afgescheidenen te Ridderkerk en Rijsoord. Ze kerkten te Heerjansdam. Maar in de tweede helft van de negentiende eeuw, toen scheepsbouw en machine-industrie langs de Nieuwe Maas opkwamen, verhuisde een aantal personen - ook uit andere delen van ons land - naar Ridderkerk. Onder hen waren Christelijke Gereformeerden (de naam van de Afgescheidenen van 1869 tot 1892). Op 10 december 1878 werd de Christelijke Gereformeerde kerk te Bolnes geïnstitueerd. In 1880 telde zij 180 zielen. Midden 1883 werd het eerste 'echte' kerkgebouw in gebruik genomen. (71)

Aan de Doleantie te Rijsoord is de naam van de aanvankelijk hervormde predikant S. Sleeswijk Visser (1857-1916) verbonden. Hij leidde de reformatie-beweging aldaar; op 10 mei 1889 brak een groot deel van de Hervormde gemeente met de synodale organisatie. Reeds 17 november was het kerkgebouw van deze voortvarende Dolerenden gereed. (80) Te Ridderkerk nam de Doleantie een aanvang 17 december 1891. Het was een kleine schare. De eerste kerk werd gebouwd in 1903. (93) Te Slikkerveer werd 12 mei 1925 een Gereformeerde kerk geïnstitueerd. In het boek wordt ruime aandacht besteed aan de reformatie van deze eeuw: de Vrijmaking - te Bolnes en Slikkerveer. (...)'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1985

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Globaal bekeken

Bekijk de hele uitgave van donderdag 18 juli 1985

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's