Uit het kerkelijk leven.
Een kerk met of zonder belijdenis ? III
Wij hebben dusver twee van onze vier punten nader toegelicht. Eerst stonden wij stil bij de onmisbaarheid der belijdenis, vervolgens bij haar inhoud, en thans hebben wij in de derde plaats een en ander over haar beteekenis te zeggen.
Ook dit is van belang, omdat er op dit punt nog al wat misverstand heerscht en menigeen de belijdenis niet uit vijandschap verwerpt, doch daar volkomen te goedertrouw bij is. Gij zult zelf wel eens gehoord hebben, hoe men dan redeneert. Wij willen nu maar eens onderstellen, dat zulk een welmeenend tegenstander in ons midden tegenwoordig is, en wij geven hem dan ook gaarne het woord. Hij heeft zooeven met belangstelling geluisterd, en nu werpt hij den spreker van dezen avond ernstig tegen, dat een belijdenis toch wezenlijk niet noodig is, als men maar vasthoudt aan het Woord. Zie, geachte spreker, zóó zegt hij: gij hebt zelf gezegd, dat de belijdenis de waarheid van Gods Woord eenvoudig weergeeft, niets meer en niets minder ; en nu zij toch gevraagd, waarom zouden wij ons dan niet uitsluitend aan Gods Woord houden ? Laat ons al die kerkelijke confessies als eerwaardige relieken opbergen; zij spreken ons van een schoon verleden, en wij willen ze dus niet verachten ; maar zij hebben toch ook heel wat strijd in de kerk verwekt ; komt, laat ons besluiten ze met den noodigen eerbied bij te zetten, en een vriendelijk pleksken voor ze uitzoeken in het museum der historie.
Wat zullen wij onzen geachten opponent antwoorden?
Wij nemen natuurlijk niet terug wat wij in het afgehandelde deel onzer rede gezegd hebben : de belijdenis is geschept uit den stroom der waarheid, die ons in Gods Woord toegekomen is. Wij zouden het ook wel met Gods Woord alléén willen doen, als 't maar kon.
Als 't maar kon ! Wat leert toch de geschiedenis en ook nu nog de ervaring van elken dag ? Het krioelt rondom ons van dwaalgeesten, die zich in secten min of meer georganiseerd hebben, en in stad en land mannen en vrouwen uitzenden om bekeerlingen voor hun kring te maken. Gij zijt zelf wel eens met die proselieten-makers in aanraking gekomen. Wat namen dragen zij al! Apostolischen. Hersteld Apostolischen, Sabbattisten, Adventisten, Darbisten, Mormonen, en misschien nog wel meerderen.
Begin nu eens een vraaggesprek met de zendelingen van één dezer groepen. Zij zijn meest welbespraakt en niet zelden teeder en vroom van zin. De Sabbattist bezweert u om den sabbat niet op den eersten, maar op den laatsten dag der week te vieren, — op wat grond ? Gods Woord. De Apostolische verzekert u, dat de instelling van het apostolaat nooit afgeschaft is, en dat er ook nu nog heilige apostelen zijn, — op wat grond ? Gods Woord. De Darbist maakt u duidelijk, dat er geen ambten in de gemeente behooren te zijn, maar dat elk als voorganger kan optreden zoodra de Geest over hem komt, — op wat grond ? Gods Woord. De Baptist laat u niet met rust, voordat hij u duidelijk gemaakt heeft, dat de doop der volwassenen den kinderdoop behoort te vervangen, — op wat grond ? Gods Woord. En de Mormoon, die aan God een lichamelijke gedaante toeschrijft, zoekt u voor zijn dwaalleer te winnen en zoo mogelijk naar het Zoutmeer te lokken, — op wat grond ? Gods Woord.
Elke ketter heeft zijn letter.
Er is in de Christenheid geen enkele secte of zij beroept zich op Gods Woord Men licht er dan enkele losse teksten uit, beschouwt en verklaart ze buiten verband met het geheel der Schrift, en bouwt daar dan een geloofsstelsel op, waarmede men de wereld ingaat. Neem welke dwaalleer gij wilt, zij beroept zich steeds op Gods Woord, zooals het in dien kring opgevat wordt. Ieder hunner heeft zijn eigen opvatting der Schrift, en houdt haar natuurlijk voor de juiste. Stel nu voor een oogenblik, dat de kerk haar confessie aan kant zet, om voortaan alléén op Gods Woord te steunen. Dan voelt gij toch waar het heengaat. Er is in de kerk dan plaats voor alle mogelijke dwaalleer, mits zij zich slechts op Qods Woord beroept, en dan zou 't kerkkabaal eerst recht beginnen, — de strijd onzer dagen zou er in 't niet bij verzinken.
Er is niet aan te ontkomen : de kerk moet haar eigen opvatting van Gods Woord tegenover de opvatting der anderen stellen, en dit nu doet zij juist in haar belijdenis. Zij leunt op Gods Woord maar draagt de confessie in de hand, zeggende : Zooals het in deze confessie uitgelegd wordt, zóó verstaat onze kerk het Woord, dat onze eenige wijsheid is.
Elke kerk heeft dan ook een eigen confessie, die haar bijzonderen kijk op de Schriftuurlijke waarheid weergeeft in onderscheiding van de andere kerken. Zoo is er een Luthersche en een Gereformeerde confessie, om deze twee nu maar eens alleen te noemen, en 't is aan die kerkleer, dat beiden onderscheiden worden.
Wat onderscheidt den Luthersche van den Hervormde of Gereformeerde ? Is 't persoonlijke vroomheid ? Neen, want die is bij beiden te vinden. Is 't dan een godzalige wandel? Neen, want die is ook bij beiden te vinden. Is 't een leven in de gemeenschap Gods ? Ook niet, want als het wèl staat, is dit bij beiden gelijk! Het éénige onderscheid ligt In de confessie : de Lutheraan houdt het met de Augsburgsche confessie, en de Gereformeerde zegt: mijn kerk wordt aan de Drie formulieren van Eenigheid gekend !
De confessie is dus voor de kerk, wat het vaandel is voor het leger. Elk regiment heeft een eigen banier, waaraan 't zijn bezieling ontleent. Er is één leger, maar vele banieren. Er is één Christenheid, maar vele confessies, naar gelang er kerken zijn. Nooit is het door een soldatenhart bestaan om smadelijk te spreken over het vaandel. Trouw aan het vaandel, dat is het Wachtwoord voor allen. Maar hoe is het dan mogelijk, dat niet alle geloovige Hervormden zich als één man scharen rondom de banier der confessie, om tegen het ongeloof met geestelijke wapenen ten strijde te trekken ?
Mannenbroeders, trouw aan het vaandel der kerk ! Het is door edel martelaarsbloed geheiligd, en heeft de kerk reeds door vele stormachtige tijden geleid. Wij mogen het ons niet uit de hand laten slaan. Wij moeten het hoog opheffen voor het oog van het volk. Wij mogen het niet oprollen en wegbergen in 't foudraal. Wij moeten het fier laten uitwapperen, opdat de breede banen zichtbaar worden voor allen. Zóó krijgt onze kerk weer kracht. Zóó alleen boezemt zij weer eerbied in aan 't volk Waar zijn de mannen, die het vaandel weer in de vuist willen klemmen, en zich liever de hand af laten kappen dan dat zij de banier prijs zouden geven ? Waar zijn de mannen met het soldaten-hart, dat zweert bij de leus :
„Trouw aan 't vaandel"! „Trouw aan onze confessie"-!
(Slot volgt).
Kerkelijke toestand te Numansdorp.
Wij hebben daar vroeger al eens over geschreven, en men weet, dat de plaatselijke predikant daar de kinderen van Hervormde ouders die naar de Hervorrmd-Gereformeerde Evangelisatie gaan, niet doopen wil; in welke dwaasheid hij blijkbaar door het Classicaal Bestuur van Dordrecht is gesterkt geworden.
Enkele berichten daaromtrent ontvingen wij dezer dagen, die, wat de zaak betreft, overeenstemmen met hetgeen wij in „De Rotterdammer" vonden. Als bewijs hoe droeve toestand het daar te Numansdorp is, nemen wij die beide berichten hier over. Wellicht komen wij er later nog wel op terug ; nu geven wij het treurige nieuws zonder commentaar.
Het eerste bericht luidt aldus :
„'t Lijkt wel of we in Numansdorp teruggaan naar den tijd der Slijkgeuzen. Moest men in dien tijd soms uren vér door slijk en modder loopen om de zuivere Waarheid te hooren, nu moet men soms uren ver van huis om zijn kinderen gedoopt te krijgen. Daar namelijk de predikant der Ned. Hervormde Gemeente alhier volhardt in zijn weigering om kinderen te doopen van ouders, die de godsdienstoefeningen bijwonen in het gebouw der Evangelisatie, besloten de ouders van een 16-tal kinderen hun kinderen te laten doopen, waar, met toestemming van den Kerkeraad, ds. J.G. Dekking, van Kesteren, het Sacrament zou toedienen. Hoewel ds. Ten Bokkel Huinink, predikant der Ned. Hervormde Gemeente te dezer plaatse, nog ter elfder ure pogingen aanwendde de voorgenomen Doopsbediening te verhinderen, 't geen een niet geringe spanning en ontsteltenis in het dorp veroorzaakte (de meerderheid der bevolking is n.l. Evangelisatiegezind), kon toch Woensdag 1.1. onder begunstiging van heerlijk weer de tocht naar Middelharnis ondernomen worden. Per stoomboot werden kinderen en doopouders, benevens een honderdtal belangstellenden daarheen vervoerd, terwijl nog velen zich per rijwiel daarheen hadden begeven om getuige te zijn van deze zeer niet alledaagsche doopplechtigheid, welke verder zonder stoornis in de Ned. Hervormde Kerk te Middelharnis plaats vond."
Het tweede bericht is als volgt :
„De gespannen verhouding tusschen den predikant der Ned. Hervormde Gemeente en den godsdienstonderwijzer, beiden te Numansdorp, gaf reeds eerder aanleiding tot betreurenswaardige dingen.
Zooals 't echter toeging bij de laatste Doopsbediening in de Ned. Hervormde Kerk op genoemde plaats, is toch wel wat al te kras. Van de zijde des Kerkeraads zou, ben ik wel ingelicht, eerst toestemming zijn gegeven om het kind van den heer Heemskerk, godsdienstonderwijzer, te doopen. Vandaar, dat deze zich, tot dat doel naar de plaats wilde begeven, bestemd voor doopouders. Dit werd hem echter belet door den predikant, die zelfs zóóver ging om aan den Burgemeester, die zich in de kerk bevond, te zeggen, dat hij zijn plicht moest doen. Wat die plicht was, begreep Z.Eerwaarde blijkbaar beter dan Z.EdelAchtbare.
Vanaf het orgel werd geroepen : „gooi hem er uit!"
Velen verlieten tijdens dit incident de samenkomst der Gemeente.
Blijkens een courantenbericht zal nu aan de kinderen die door den Numansdorpschen herder en leeraar niet werden gedoopt, het sacrament worden toegediend in de Ned. Hervormde Gemeente van Middelharnis.
Volgens oog-en oorgetuigen moet de houding van den heer Heemskerk, gedurende de voor hem folterende geschiedenis ter gelegenheid van de Doopsbediening, onberispelijk zijn geweest.
Wordt zoó de gemeenschap der heiligen niet tot een aanfluiting ?
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1923
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 7 september 1923
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's