Uit de Pers
Synodevoorzitters in het nieuws
Wie tot de voorname post van synodevoorzitter wordt geroepen, kan verzekerd zijn van de belangstelling van de kerkelijke pers. Koers sprak met de Gereformeerde ds. Pieter Boomsma, onlangs voor twee jaar tot voorzitter van de synode van de Gereformeerde Kerken gekozen en Hervormd Nederland voerde een gesprek met dr. G.H. van de Graaf, de nieuwe voorzitter van de Hervormde synode.
Uiteraard worden beide heren heren ondervraagd naar hun visie op nieuwe ontwikkelingen in hun kerken. We beginnen het gesprek van 'Koers' met ds. Pieter Boomsma.
Hoe kijkt u terug op de veranderingen die zich de laatste 30 jaar in de Gereformeerde Kerken hebben voorgedaan?
Boomsma steekt z'n pijp aan en denkt, gezien het gefronste voorhoofd, een ogenblik diep na. 'Om positief te beginnen denk ik, dat er door de veranderingen veel ramen open zijn gegaan en veel hekwerken weg zijn gevallen.'
Zoals?
'Ik hoef alleen maar te wijzen op het vrij starre omgaan van gereformeerden met de vrije tijd en dan in het bijzonder de zondag. Ik ben ervan overtuigd dat dat met de beste bedoelingen geweest is, maar toch gingen veel gereformeerden dertig jaar geleden met de zondag om, zoals de Farizeeërs vroeger met de sabbath omgingen. Niks mogen op zondag, zoals je dat in sommige kringen in Nederland vandaag nog ziet.'
Hoe ziet de zondag van een gereformeerde er te genwoordig uit?
'Ik denk dat gemiddeld veertig procent 's morgens naar de kerk gaat en dat de rest van de dag genoten wordt als een vrije dag.'
En die andere zestig procent?
'Die, eh, is thuis of op familiebezoek of weet ik veel waar.'
Dat vindt u u ook beter dan het starre farizeïsme?
'Nee, dat vind ik jammer. Ik zou het liefst hebben dat alle 800.000 gereformeerden de zondag mee kwamen vieren en dat ze dan het liefst hun buren nog meenamen ook.'
's Middags of 's avonds gaan gereformeerden niet naar de kerk?
'Ik denk dat je mag stellen dat de tweede dienst in de Gereformeerde Kerken slecht bezocht wordt.'
Wat vindt u verder van de ontwikkelingen binnen de Gereformeerde Kerken?
'Negatiever vind ik persoonlijk de... Nee, laat me nog een positief punt noemen: de wat vrijere benadering van de Bijbel. Daar zitten ook heel positieve kanten aan.'
Zoals?
'Het oude verschil tussen de mechanische en de organische inspiratie is weggevallen. Daardoor is men de Bijbel wat meer gaan lezen als dat wat God aanreikt om door Jezus Christus Hem te leren kennen. Dat is toch een andere benadering dan in het verleden wel gehanteerd is. Toen was men erg sterk gericht op de benadering van de Bijbel naar de letter. Het gebruik van de Bijbel in de omgang met de Heer, dat aspect is de laatste tientallen jaren sterker naar voren gekomen in een deel van de kerk.'
Of je het tot de positieve ontwikkelingen kunt rekenen dat een belangrijk deel van de mensen in je kerken de zondag zo doorbrengt als hier gezegd wordt, is op z'n zachtst gezegd vreemd. Ds. W.L. Tukker schreef eens: het verval van de kerk begint bij het verval van de tweede kerkdienst, de middag- of avonddienst. Wat dat betreft zijn er ook onder ons zeer zorgelijke ontwikkelingen in sommige grote gemeenten, dus laten we voorzichtig zijn in ons oordeel. Het kan nooit positief geduid worden als mensen de zondag min of meer in eigen beheer nemen. Daardoor wordt de dienst des Heeren ondermijnd en uitgehold en vliegt de inhoud van het geestelijk leven achteruit.
Negatieve ontwikkelingen
Volgens ds. Boomsma zijn die er helaas ook volop in zijn kerken.
Na een korte stilte fronst Boomsma zijn wenkbrauwen en vervolgt: 'Aan de andere kant, en dan kom ik wel bij dat negatieve, zie je dat er nogal wat naar voren gekomen is, wat naar mijn idee wat minder positief en vrolijk is, aan opvattingen op het terrein van de Bijbel en überhaupt aan theologie.'
Zoals?
'Recent voorbeeld: IKON-pastor Hans Stolp, met zijn toch wat gnostieke en tegen New Age aanleunende ideeën. Dat vind ik niet zo positief'
Kunt u nog meer noemen?
'Ja, wie moet ik nog meer noemen? We hebben wat dat betreft natuurlijk al zoveel strijd en onenigheid gehad. Dat is begonnen met de werken van Kuitert. Nou, Kuitert heeft dingen gezegd, waar ikzelf ook grote vraagtekens bij zet, maar Kuitert heeft ook geweldig goede dingen gezegd. Ik heb zelf college van hem gehad, en wat ik van hem overgehouden heb, is een geweldig uitdagende stimulans om zelf na te denken en dingen niet voor zoete koek te slikken. Na Kuitert kwam Wiersinga echter en daar heb ik veel meer moeite mee, want dan kom je inderdaad bij één van de negatieve ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken.
Met Kuitert heeft u geen moeite, zegt u?
'Met Kuitert heb ik niet zo gek veel moeite. Er zijn natuurlijk diverse geschriften waarvan je zegt: "Nou ja, dat is wel erg geplaatst in de tijd en in de vragen die in die tijd speelden". Ik denk aan: "Zonder geloof vaart niemand wel". Daar zitten dingen in die mij helemaal niets zeggen. En ik begrijp eigenlijk ook niet wat iemand dan beweegt. Met Wiersinga heb ik echter nog veel meer moeite, omdat je daar raakt aan de personen van Jezus Christus. Daar proef ik dan ook iets van: wat ik als mens niet kan begrijpen, kan ook geen geloofswaarheid zijn.'
Is Wiersinga daarin een uitzondering in de Gereformeerde Kerken?
'Nee, er zijn er meer en dat vind ik jammer, omdat ik denk dat geloven alles te maken heeft met verwondering. Bij verwondering hoort ook het kunnen accepteren dat waarheid en datgene wat God ons soms laat zien of aanreikt, altijd ontsnapt aan je eigen denkvermogen. Wiersinga benadert de vragen te sterk vanuit de mens en vanuit wat de mens aankan. Dat is helemaal eigen aan onze tijd.'
Met de opvattingen van Kuitert niet zoveel moeite, hoe bestaat het. Eén van de breinen achter de modernistische ontwikkelingen in de Gereformeerde Kerken. Zijn theologie is wel getypeerd als een aanpassing van de openbaring aan het moderne denken en voelen (W.H. Velema). Ds. Boomsma ligt niet direct wakker van ontwikkelingen in de kerk, zegt hij. Hij bedoelt daarmee te zeggen: niet ik houd het schip van de kerk op koers. Daar zorgt de Heere zelf voor. Dat sluit niet uit, dat hij vindt dat wij onze krachten hebben in te zetten en onze gaven hebben aan te wenden om naast de leugen in de kerk de waarheid te laten horen. Wij wensen hem bij het aanvaarden van zijn voorname taak in zijn kerken de wijsheid, maar ook de moed van de Koning der kerk toe, om op te komen voor het recht van Christus in Zijn kerk. Daar blijkt ook in kerken als de zijne helaas moed voor nodig. Dat Hervormden en Gereformeerden zo gretig samen op weg gaan, heeft alles te maken met theologische ontwikkelingen met name in de Gereformeerde kerken. Dat is ook uit dit gesprek wel weer duidelijk geworden.
Geen makkelijke antwoorden geven
Dat is zo'n beetje de tendens in het gesprek dat Hervormd Nederland voerde met de nieuwe synodepraeses van de Nederlandse Hervormde Kerk, dr. G.H. van de Graaf. Ook hem worden vragen voorgelegd, die te maken hebben met ontwikkelingen die om zo te zeggen op de rails staan waarlangs de trein van de kerk op het moment rijdt. Eén van die ontwikkelingen betreft de meningsvorming rond de homofilie en de homoseksualiteit.
De kerk is wel hekkesluiter als het gaat om een onderwerp als homoseksualiteit.
'De synode heeft niet de kool en de geit willen sparen, zoals beweerd wordt. Er is afgesproken dat er een periode komt van dóórvragen en doorzoeken. Het gevaar dreigt echter, dat in de ruimte die geschapen is voor het gesprek, sommigen, met name de bezwaarden, hun standpunt verabsoluteren. Ze willen dat de kerk hun zienswijze overneemt. Terwijl de besluitvorming gedurende een lange reeks van jaren erop gericht is geweest, mensen bij elkaar te brengen.'
Een nobel streven, maar in de praktijk worden er nog steeds homoseksuele gemeenteleden gedwarsboomd, zoals laatst in Lienden, alle oproepen van de synode ten spijt.
'Dat was een ongelukkige zaak, waarover we als moderamen onze zorg hebben uitgesproken. Helaas halen incidenten als dit onvermijdelijk het nieuws. Processen waarin mensen bereid blijken zich voor elkaar open te stellen, worden vaak niet gezien. Jazeker, die zijn er ook. Ik ben ervan overtuigd dat de samenleving als geheel, als je die op de snijtafel zou leggen, geen rooskleuriger beeld oplevert dan de kerk. Enerzijds is er openheid, dat is waar, maar er is ook veel smerigheid. Elkaar aan vaarden blijkt niet zo makkelijk te zijn. Werken aan meer begrip, dat zie ik als een taak van de kerk. En hoe doe je dat? Niet door het afleggen van verklaringen. Zijn daar mensen echt door veranderd?'
Een duidelijke uitspraak markeert een ondergrens: tot hier en niet verder.
'Veranderingen komen alleen tot stand via persoonlijke ontmoetingen. Dat is de enige weg. Als je met je neus op iemand wordt gedrukt, ziet hoe hij of zij leeft en denkt, dan praatje niet meer abstract over verschijnselen. Maar zo lang de ontmoeting niet wordt gewaagd, geef je de ander geen kans. En God ook niet. Ik hoop, en daar werken we aan, dat de ruimte die we hebben geschapen om over homoseksualiteit te praten, goed gebruikt wordt. Natuurlijk kunnen we niet eindeloos blijven praten. De synode zal er een vervolg aan moeten geven, maar wanneer dat is, weet ik niet. Een uitspraak nu zou het gesprek blokkeren. Dat is zeker. Anderzijds moet er wel voortgang zijn. Het gevaar ligt op de loer dat je moeilijke onderwerpen verdringt, omdat sommigen een gesprek slecht uitkomt. Nou, daar krijg je alleen maar trauma's van. Een springlading moet je niet in een bureaulade stoppen.'
Waar de synode van de Gereformeerde Kerken over dit onderwerp al veel eerder duidelijke uitspraken deed, is het typerend voor de Hervormde kerk, dat hier nog steeds gepraat wordt. Uiteraard om te trachten de bezwaarden daar te krijgen waar de meerderheid haar hebben wil. Uit de toon van het gesprek met dr. Van de Graaf blijkt diens behoedzaamheid om in geduldig luisteren naar elkaar tot een meningsvorming te geraken. Laten we hopen, dat daarbij het getuigenis van de Schriften uiteindelijk de doorslag mag geven.
Ook de voorzitter van onze eigen synode wensen we de wijsheid van God en Zijn Woord toe en de hulp van de Heilige Geest om onze kerk samen met anderen in het spoor van Gods getuigenis te laten gaan. Dat hij zelf mag laten zien in het beleid van onze synode dat inderdaad niet de macht regeert, zoals in het gesprek door hem wordt gesteld. Laat de macht van Geest en Woord onze kerk regeren. In onze gereformeerde belijdenis vinden we daartoe een duidelijke weg.
Tussen Havelte en Staphorst
Op dat thema brengt me ds. B.H. Weegink in zijn rubriek 'Kruimels' in het 'Hervormd Weekblad' van 8 augustus 1991. Al eerder heeft hij in deze rubriek verslag gedaan van een kerkdienst in Staphorst. De kerk aldaar is onlangs vergroot met duizend zitplaatsen en ds. Weegink schreef over de dienst op de dankdag. Nu is hij een andere richting in zijn woonomgeving uitgegaan en wel naar Havelte. Ik begrijp uit zijn verhaal, dat Havelte vanouds meer in de vrijzinnige hoek van de kerk te situeren valt. Collega Weegink grijpt de 'ligging' van deze twee gemeenten aan om een sfeertekening te geven van de Hervormde kerk en haar reilen en zeilen. Dat leek me goed aan te sluiten bij de grepen uit de gesprekken met de leiders van de beide hiervoor genoemde kerken. Ds. Weegink acht het spreken over rechts en links in de kerk de dood in de pot. Niemand kan exclusief zeggen: wij hebben God nodig. Wel kunnen we zeggen dat wij Hem samen kwijt zijn.
Aan progressieve kant is de gemeente verpolitiekt en ondervoed geraakt, men hoort van moralisme, maar niet meer van de bron. Het zout is smakeloos geworden.
Aan niet-progressieve kant heeft men zich in het bolwerk van traditie verschanst. Traditie op zich is geestelijk dood. Ook daar is geen leven meer, al lijkt het nog zo goed te gaan. Het zout werkt niet. Blijft overeind dat van Havelte naar Staphorst een hele stap is, en omgekeerd. De kerk in beweging is per definitie een kerk van uitersten, uitersten in extremis en hoe rijmen we dat? Vanuit de verschillende flanken schijnt men er niets aan te kunnen doen. Wanneer de kudde inteert, werpt men de muren hoger op en spant men het draad der ongenaakbaarheid omderwille van hen die binnen staan. Evenwel, tussen Havelte en Staphorst is een doorlopende weg. Over het water is een brug. geslagen. Doorlopen is niet doodlopen. Het Franse spreekwoord zegt: l'extrème se touche, de uitersten raken elkaar. Aan hun uiterste eind komen ze samen.
Ds. Weegink heeft er nog weer eens Van Rulers geruchtmakende opstel op nagelezen 'Ultra-gereformeerd en vrijzinnig' uit 1971 en geeft dan vervolgens een inhoudelijke schets van het Gekrookte Riet en de vrijzinnigheid.
Gekrookte Riet
Waar men aan de ene kant, in de kringen van 't Gekrookte Riet, in steriele vormelijkheid dreigt te belanden, en aan de andere kant in een humanisme dat van alle godsdienst is gespeend en slechts open vragen en open einden en geen zekerheden kent, is het goed om bij deze leraar van de kerk het oor te luisteren te leggen. Van beide polen geeft hij een kenschets en daarmee is natuurlijk niet alles van Staphorst tot Havelte als van gort tot haver gezegd. Aan ultra-gereformeerde zijde hecht men aan het absolute, de ernst en de bevinding. De uitwendige Middelaar moet nog de inwendige Christus worden. Het gaat om diepe gronden van het bestaan. We koersen aan op eeuwige verlorenheid, tenzij we 'mijnen' kunnen. De mens is van nature 'stinkende in de neusgaten des Heren, een walm en een reuke des doods'. Vanaf dat we geboren zijn, liggen we dood in onze zonden en misdaden. De mens moet 'ingewonnen' worden, wachten zal hij tot het 'uur der minne' breekt. Geen zuchtje brengt hij toe tot zijn zaligheid. O, hoe vreselijk om met een 'ingebeelde Christus' ter helle te varen!
Vrijzinnigheid
Aan vrijzinnige kant heeft men van deze dingen een heel ander of helemaal geen begrip. Men is er uitdrukkelijk niet-orthodox en ligt voortdurend met kerk en dogma overhoop.
Zeggen is niet-zeggen. Soms zijn de gedachten zo vrij, dat er van het christelijke weinig overblijft; geloofspunten kunnen niet aangereikt, 't Zit 'm niet in de kerkgang, de bijbel is niet Gods Woord te noemen, wat je belijdt is niet zo belangrijk. 'Jezus van Nazareth' is een 'inspiratiebron', noem hem een leraar, een aanzet tot praktisch en zuiver leven. Het evangelie wil 'waargemaakt', er zijn 'proefpolders', waarin we het menszijn oefenen. In onze 'woestijnervaring' tasten we naar 'de Heer als bondgenoot'. Beide groepen gaan een eigen weg. De één mijdt angstvallig het 'Heilig Nachtmaal', de ander frequenteert met zijn gezin de 'maaltijd van de Heer'. Uitersten die elkaar raken op dit punt: dat de mens met zijn ervaring centraal staat gesteld, dat er geleefd wordt in twijfel en onzekerheid en gespoord aan de teugel van het gevoel. Van beide kanten aanvaardt men de zekerheid van de verlossing in Christus niet zoals ze gegeven staat; voor de een moet er wat bij en voor de ander gaat ze te ver. En het eind is zoek: rechts wordt steeds rechtser en links steeds linkser.
Ds. Weegink vraagt zich af of er ook nog een midden is. Neen, hij bedoelt niet de middelmaat waarin iedereen zich zo'n beetje vinden kan. Een gevaar dat ons in een plurale kerk voortdurend bedreigt, juist ook in het leiding geven aan zulk een kerk. Je praat dan net zolang tot iedereen wel iets gehoord heeft waar hij het mee eens is. Zijn de Hervormde kerk en de Gereformeerde kerken niet kerken van zulk een vaag compromis geworden, ook al duidt dr. Van de Graaf in zijn gesprek met HN dat anders? Ik geef nog een keer aan ds. Weegink het woord.
Waar ligt het midden? Ligt de crux niet bij het kruis der kerk? Eén staat in het midden, sterker nog: Eén heeft in het midden gehangen. Jezus, de middelaar van God en van de mensen. Hij hing dáár waar alle verbindingen waren verbroken, waar de mensen geen kant meer op konden. Hij houdt beiden vast: èn God èn mens, èn de linkse èn de rechtse zondaar onderling. Hij koos het midden omdat wij Hem van alle kanten hebben verlaten. De middenpositie op het speelveld komt alleen Jezus toe. Het is Zijn plaats die niemand mag innemen. Want Jezus moet in het midden, tussen beide komen, en het is leeg als Hij daar niet is. Om dat midden komt de gemeente te staan, bij Zijn woord en avondmaal. Dit midden is de kracht van de kerk en het geheim van het geloof. Tussen ultra-orthodox en vrijzinnig wandelt er Eén tussen de zeven kandelaren. Het ligt vast in het midden, in Hem. Rondom dit centrum hebben we elkaar nog wel iets te vertellen. En gezien vanaf de armen van het kruis is het van Havelte naar Staphorst vice versa niet ver, gemeten hemelsbreed.
Het mag wel ons dagelijks gebed zijn, dat de Christus der Schriften in het midden der kerk mag staan. Dat daaraan ook de arbeid van de Gereformeerde Bond nog dienstbaar mag worden gemaakt, juist ook in het gestadig voortgaan van het SoW-proces. Ootmoed, kerkelijke ootmoed zal daarbij de meest bijbelse houding onder ons zijn. Want we zijn samen afgeweken en zullen ook samen hebben weer te keren tot God. Geve onze God zùlk samen op weg in onze kerk(en).
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1991
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 september 1991
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's