DICHTBIJ HET KRUIS
En bij het kruis van Jezus stond... Maria Magdalena.
Van verre hadden zij het gezien: haar Meester, haar goede Meester werd gekruisigd. Nu heeft men haar toegestaan om naderbij te komen. Was dit gedaan in boos begeren om het lijden van-de Heere nog meer te verzwaren door de aanblik van haar, die zo nameloos leden om hem? Of toch uit medelijden, dat toelaat om van dichtbij getuige te zijn van het sterven van Jezus?
In elk geval nu staan bij het kruis van Jezus de vrouwen.
Meestal letten wij alleen op Maria, de moeder van de Heere. Met de tranen in haar ogen stond de moeder, diep bewogen bij het kruis, dat Jezus droeg. Ach, hoe vrees'lijk was haar smarte, toen het zwaard ging door haar harte, dat de diepste wonden sloeg. Inderdaad: de donkere profetie van Simeon wordt bewaarheid: Een zwaard gaat door haar ziel.
Maar nu zou ik met u willen zien naar een van de andere vrouwen bij het kruis.
Daar stonden — als wij de verschillende evangeliën vergelijken, wordt dit duidelijk — vier vrouwen. Maria, de moeder van Jezus. Salome, een zuster van Maria, dus een tante van Jezus.
Maria, de vrouw van Klopas, die naar een oude overlevering zegt, ook een tante van Jezus zou geweest zijn. En dan als enige vreemde, Maria uit Magdala.
Men heeft van deze vrouw onnoemelijk veel kwaad verteld. Zonder meer werd zij gelijk gesteld met de boetvaardige zondares, die Jezus' voeten kuste. Op haar „sterfdag" leest men dan ook in de rooms katholieke kerk het verhaal van deze vrouw. Wij als protestanten spreken ook van een gevallen vrouw als van een Magdalena. Destijds werd een huis voor deze ongelukkigen dan ook het „Magdalenahuis" genoemd.
De Schrift die barmhartiger is dan de mensen, zegt alleen van haar, dat de Heere zeven duivelen uit haar had gebannen.
En dat Maria uit Magdala behoorde bij de vrouwen, die hem dienden van haar goederen. Wie veel vergeven is heeft immers veel lief. Nu staat zij bij het kruis van haar Verlosser, haar Meester.
Misschien zijn we gereed in ongeduld haar verwijten te maken. Waarom gelooft zij niet het woord, dat de Meester meermalen had gezegd, dat hij moest lijden en sterven? Waarom herinnert niets haar aan de woorden van dood maar ook van opstanding? Behoort ook zij tot de ongelovigen en tragen van hart?
Het mag alles waar zijn, maar bij het kruis staat Maria van Magdala. Het kan zijn, dat zij van alles wat gebeurt, minder begrijpt dan u en ik. Het mag ook nog waar zijn, dat dit te maken heeft met ongeloof. Maar het is ook waar, dat zij er staat en dat zij lijdt om Jezus' lijden. Zij wordt bewogen door het lijden van haar lijdende Heere.
Misschien meer dan wij? Ik vraag nog niet van u, dat u mij verklaart, waarom dit bij ons alles anders is? Ik vraag nu alleen nog maar, of wij eerlijk en werkelijk bewogen zijn om het lijden van de Heere, dat wij nu al enkele weken hebben overdacht? En dat te meer, omdat wij allen weten, dat wij door onze zonden hem dit lijden hebben aangedaan.
Als dit niet zo is, wat verraadt zich dan? Wat verraden wij dan? Dat wij in tegenstelling tot Maria de Heere minder liefhebben dan zij!
Een heuvel draagt drie hoge kruisen tegen de donkere hemel van de nacht. De zwarte oceanen durven niet meer bruisen om zoveel liefde, die werd omgebracht.
Maar onze harten zijn koud, dor, onbewogen. En Maria's tranen, oordelen ons. Zij openbaren, zij oordelen onze liefdeloosheid.
Waarom blijft Maria nu bij dit kruis staan? Kunt u zich enigszins indenken, wat in haar hart moet omgaan?
De Heere bevrijdde haar uit de greep van de volheid der demonen. Zullen nu de boze geesten weerkeren, nadat het huis is gereinigd, met bezemen gekeerd, en versierd met de vreugdetekens der bevrijden Gods? Of zullen zij nu naar de gelijkenis van Jezus weer keren; om zo te zeggen van hun kans, dat de Heere weerloos sterft, gebruik maken en weerkeren, zodat haar laatste erger wordt dan het eerste?
Nu kent zij de verschrikking van dit onmetelijk lijden in de greep der duivelen maar ook de heerlijkheid van de reddende handen van de Heere. Moet zij nu weer terug in de slavernij, die te wreder is nadat zij de vrijheid van een kind van God heeft gekend?
Hoe is nu haar redding geweest? Wijze mannen hebben gezegd, dat Jezus door duivelmacht duivelen uitbande. Maria wist wel beter. Maar nu, wat moet zij er nu van denken?
De Heere toonde zijn macht in haar leven. Maar — ach de vragen worden vele — nu hij daar hulpeloos hangt, moeten we dan denken, dat drie spijkers sterker zijn dan God. Drie spijkers, die hem vasthouden aan het kruis.
Wilde de Heere maar iets zeggen tot haar. Hoor, hij spreekt tot zijn moeder. Zij is de eerste in zijn leven geweest. Dat is dus recht. Maar waarom bidt hij wel voor zijn vijanden, spreekt hij tot een spottende moordenaar en niet tot haar, terwijl zij toch vlakbij het kruis staat? Heere spreek een woord en haar ziel is gered. Maar de Heere zwijgt als het gaat om de vrouw uit Magdala. Hier roept de afgrond tot de afgrond. Vlucht, Maria, keer weer tot het vroegere leven. Tracht alles maar te vergeten. Maar: bij het kruis stond Maria Magdalena.
Waarom? Omdat de liefde sterk is als de dood en alle wateren van de rivier haar niet kunnen uitblussen.
Het kan zijn, dat wij in ons leven iets verstaan van de strijd van deze vrouw. Wie door Gods vrije genade verlost werd uit de macht der demonen, uit de greep van de satan, kent de aanvechting, dat het soms schijnt, dat alles een droom was. Is de Heere werkelijk tot mij gekomen?
Juist nu wij de heerlijkheid van het heil kermen is een leven zonder hem troosteloos, dodelijk troosteloos. Was het alles enkel waan?
We zouden willen smeken, dat de Heere iets zou doen. Het lijkt echter of de machten van ongeloof en twijfel sterker zijn dan hij.
Zei de Heere dan maar iets. Och, we zullen het niemand misgunnen, dat hij tot klaar geloof komt en heilige zekerheid. Maar waarom is het dan soms, dat we het gevoel krijgen, dat de Heere spreekt tot ieder maar niet tot onze ziel? We weten, dat we nergens recht op hebben. We erkennen dit van harte. Maar zonder zijn woord kunnen wij niet leven, niet sterven. O God, één woord maar.
Maar de Heere schijnt te zwijgen. Zullen wij dan ook maar weggaan, vluchten, vergeten?
Maar bij het kruis van Jezus stond Maria Magdalena! Ik herhaal de vraag van zoeven: waarom? Omdat Maria niet zonder Jezus kan. Zo kunnen wij niet zonder de Heere. Wie bij het kruis vandaan gaat, gaat te gronde.
Weet u, waarom Maria bij het kruis bleef? Omdat de Heere in zijn wonderlijke genade haar vasthield.
Zo krijgen wij de Heere nodig om bij het kruis te komen, bij het kruis te blijven. Niet wij zijn het, die hier beslissend handelen, maar hij.
Hij stelt u in de prediking, in deze korte overdenking bij het kruis. Bij dat kruis mogen wij schuilen, niet omdat we zo sterk zijn, maar juist omdat we zo zwak zijn. Alleen bij het kruis bent u vrij van satans macht. Als in de middeleeuwen een bange wandelaar op eenzame wegen meende, dat de duivel hem op de hielen zat, vluchtte hij naar een viersprong. Weet u waarom dat was? Een viersprong is een kruis van wegen. Hij meende, dat de boze daarom moest wijken, geen viersprong kon passeren. Glimlacht u om dit kinderlijk bijgeloof? U zult wel gelijk hebben. Maar geestelijk is dit waar. De duivel komt overal, in de kerk, in uw hart, maar hij vlucht voor het kruis. Vlucht dan naar het kruis.
Kunt u niet uit liefde bij het kruis blijven, uit liefde daar komen, vlucht er dan heen om uw nood en doods-ellende daar te brengen. Want bij het kruis is veiligheid. Dat kruis zegt u ook, dat de verlossing geen waan is.
Uw gevoelens zijn veranderlijk, maar de harde kruispaal spreekt van werkelijke verlossing. Werp de duivel het houten kruis van Golgotha voor de voeten, hij zal vloekend vluchten.
Ik begrijp Gods daden niet. Ook niet, dat het kan schijnen, dat de Heere niet ingrijpt. Dat het lijkt of spijkers sterker zijn dan de God, die het ijzer schiep. Maar het kruis is het eeuwig teken van Gods plan, dat doorgaat en de zon van Pasen gaat al op. Hij die getrouw was aan zijn woord van de lijdensweg en de dood is het ook in de toezegging van vreugdevol Pasen.
Klagen wij nog, dat de Heere geen antwoord geeft? Het lijkt wel zo, maar we vergissen ons volkomen. Want het kruis is het antwoord, duidelijk en heilig. Het antwoord, dat een daad is van oneindige liefde. Meer hebben wij niet nodig, want aan het kruis is het grote woord gesproken.
Wie dit door Gods genade mag weten, verstaat de tekst van vandaag. Waarom bleef Maria bij het Kruis. Uit liefde, die louter wederliefde was. Het Kruis, de Kruiseling hield haar vast.
Dat Kruis, die Kruiseling breidt de armen wijd naar u uit. Vlucht dan naar het kruis. „Leer ons schuilen bij Uw Kruis."
Rotterdam. C.A. Korevaar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 april 1968
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's