De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

8 minuten leestijd

Postgiro 138421.
'k Kan alweer beginnen — nu voor de derde maal — met een brief, dien ik niet onvermeld mag laten. 't Is er nu geen met een vraag, ook geen van een juffrouw. Het is er nu een met een mededeeling, een mededeeling, die de vermelding waard is en waarover gij allen met mij u van harte verblijden zult. Hij is geschreven door een van mijn collega's, dien gij allen kent en ik denk dat gij hem ook allen wel eens gehoord en misschien ook wel eens van hem genoten hebt. Want 't is niet de eerste de beste, en ik denk dat gij hem ook niet den minste onder de broederen vindt. Deze broeder nu is jarig geweest. Nu, dat gebeurt ons allen wel eens, maar wat ons allen zeker niet gebeurt en wat zelfs allen jarigen dominé's niet overkomt, is dat ze je dan een cadeautje komen brengen dat bestemd is voor het Studiefonds van den Gereformeerden Bond. En dan niet een cadeautje van een gulden of een rijksdaalder, ook niet een van tien of van vijf en twintig of van veertig, ook zelfs niet een van honderd of van twee honderd gulden, maar een cadeautje, of liever moet ik zeggen een cadeau van meer dan drie honderd gulden.
Ja, 't is echt gebeurd, hoor; 'k kon mijn ooren ook niet gelooven toen mijn vrouw, die net als alle vrouwen, soms een beetje nieuwsgierig uitgevallen, den brief al had geopend en het mij, opgetogen van blijdschap, voorlas. Daarom kan ik mij best voorstellen dat gij ook zegt: wat nu, tracht de Penningmeester ons nu wat wijs te maken? Nee, nee, 't is echt waar hoor! Hier, lees zelf maar wat er stond:
»Waarde Collega,
Heden liet ik op uw postrekening overschrijven een bedrag van ƒ 343.50 voor het Studiefonds. Dit bedrag werd door eenige vrienden hier verzameld en mij Woensdag op mijn verjaardag gebracht. Het was mij een aangename verrassing. Ik hoop, dat gij ook over deze eersteling uit Hilversum tevreden zult zijn. Natuurlijk heb ik de vrienden, die mij zoo verrasten, reeds hartelijk bedankt. 
Moge Gods zegen op de gaven rusten.
met vr. gr. v.h.t.h.
(w.g.) W.J. van Lokhorst
Hilversum, 26 October 1928.
Nu, nu weet ge tevens waar de brief vandaan kwam en wie de jarige dominé was. Zeg nu zelf maar of niet alles wat ik schreef letter voor letter waar vvas. Ja, aan die Hilversumsche vrienden komt een woord van hulde toe dat zij hun dominé op zijn verjaardag op deze wijze gehuldigd hebben. 't Is zeker wel een bewijs van de groote waardeering. die er in hun midden voor den arbeid van ds. Van Lokhorst bestaat. Het heeft daar in Hilversum lang geduurd eer zij een „Bondsdominé" hadden. Vroeger waren zij daar o zoo bang voor zoo'n „kerkverwoester". Maar nu zij, na veel strijd, er eenmaal een hebben valt het blijkbaar niet tegen. Van dat verwoesten der Kerk wordt nog maar weinig bespeurd. Integendeel, 'k hoorde laatst eens dat de Hilversumsche gemeente nu juist bloeide. Zou dat mogelijk zijn? Dat kan een vraag worden voor de Vragenbus van ds. Lingbeek: „Kan een gemeente onder een Bondsdominé bloeien?" Als hij er een goed antwoord op geeft stuur ik hem ƒ 1.— voor de kas van de H.G.S..
Intusschen wou ik dat er veel dominé's op deze wijze jarig werden, al was het dan ook zelfs tweemaal per jaar. Vroeger heeft onze Voorzitter ook wel eens een dergelijk voordeeltje op zijn verjaardag gehad. Ik meen zelfs dat er eens een keer wel duizend gulden inkwam. Laat eens kijken, — 't is al zoo lang geleden — was dat niet van de Gebrs. H. te Leiden? Van die Gebrs. H. hebben we in lang niets gehoord. Zouden ze misschien ook al den weg der gansche aarde zijn gegaan? Misschien zijn ze ook nog in 't land der levenden. Wacht eens .......... ik geloof werkelijk dat onze Voorzitter weer gauw jarig is. Is het niet a.s. Zondag? Wie weet wat er Zaterdagavond of misschien Maandagmorgen — dan kan 't ook nog — in zijn brievenbus zit? Laat hij haar maar eens goed nakijken.
Maar veel praten doe ik van de week niet hoor, want er ligt weer een hoop werk voor me dien ik haast niet kan overzien. Ik wil dus alleen nog even vertellen wat ik van de week gehad heb. 'k Begin natuuriijk met de prachtgift uit
H i l v e r s u m. Afgezonden door ds. Van Lokhorst een bedrag van   
DRIE HONDERD DRIE EN VEERTIG GULDEN, VIJFTIG CENTS (ƒ 343.50).
Jonge jonge, zetter, gelukkig dat je de vette letters nog weer eens uit de kast hebt kunnen halen. Je hadt ze toch zeker nog niet verkocht? Verder ontving ik uit
P u t t e n van ds. Van Amstel een gift voor het Studiefonds van ƒ 5.—, gevonden in de collecte op 14 October l.l.
N u m a n s d o r p, van den hr. A. Heemskerk een gift van ƒ 10.—, hem ter hand gesteld „uit dankbaarheid voor ontvangen weldaden".
A m e r s f o o r t, van ds. Van den Berg een gift van ƒ 2.50, gecollecteerd in zijn wijkgebouw.
's-G r a v e n m o e r, van ouderling Mouthaan een gift van ƒ 1.—, gevonden in den coUectezak.
V e e n e n d a a l, van ds. Van der Snoek een bedrag van ƒ 4.40, zijnde twee giften van twee dames N.N. uit Kralingen, een van ƒ 2.50 en een van ƒ 1.90. Bovendien ontving ik zelf van zekeren N.N. alhier nog ƒ 1.—.
F e ij e n o o r d, van den Penningmeester der afdeeling Jb. Bot een gift van ƒ 20.—, door hem ontvangen van een dankbaar echtpaar dat 12 November e.k. zijn 25-jarige echtvereeniging hoopt te herdenken. We feliciteeren deze vrienden natuurlijk met hun gedenken van de gunst, hun bewezen, en hopen dat zij ook bij het klimmen hunner jaren elkaar nog lang tot zegen zullen mogen zijn.
A m s t e r d a m, van ds. Remme een gift van mej. v.d. Vl. van ƒ 1.— en een van mej. B. van ƒ 3.—, beide voor het Studiefonds. Bovendien was er nog een gift bij van ƒ 2.50 van N.N. voor de Evangelisatie-Commissie, die ik natuurlijk zal doorzenden aan het juiste adres.
R h e n e n, van een vriend aldaar ontvangen en mij ter hand gesteld door een vriend uit Veenendaal, een gift van ƒ 10.—
Z e g v e l d, van C. Bardelmeijer, die nu ditmaal eens niet op, maar reeds voor den tijd is, den inhoud van de maand October van busje no. 20, een bedrag van ƒ 2.70.
Nu geloof ik dat ik er ben met mijn giften. Samen een bedrag van ƒ 404.10. Dat had dus wel slechter gekund. Maar er zijn ook nog contributies en wel uit
D o r d r e c h t, van den Penningmeester der afdeeling, H. Brand, een bedrag aan contributies van leden dier afdeeling van ƒ 40.—, en uit
H o o g e v e e n, van den Penningmeester der afdeeling, A. Slot, een bedrag van ƒ 104.56, zijnde ƒ 77.06 aan contributies Bondsleden; ƒ25.— aan bijdragen Studiefonds en ƒ 2.50 aan bijdragen Leerstoelfonds. Daar in Hoogeveen zijn zij met hun afrekening dus niet bepaald te vroeg, maar het bedrag dat daar vandaan komt heeft mij met dat laat komen wel een beetje verzoend. We zullen maar weer denken aan wat er staat van „laatsten, die de eersten zijn". 'k Hoop nu maar, dat dat met de andere laatkomers ook zoo zal wezen. Want er zijn er nog enkelen die komen moeten. Komt vrienden, we zijn nog maar 'n maand van December hoor! Maak nu eens dat ik geen „Waarschuwingen" moet gaan zenden. Er is aan alle dingen, dus ook aan met geduld van den Penningmeester, een grens.
Aan contributies heb ik dus in 't geheel een bedrag van ƒ 144.56. Dit geteld bij de ƒ404.10 aan giften, kom ik tot een eindcijfer van
f 548.66.
't Lijkt haast of we in de Paaschweek zijn. En nu is er nog niet één spreekbeurt onder. Maar die zullen nu ook langzamerhand wel loskomen, 'k Heb de klok al hooren luiden uit een gemeente, die Zondag een nieuwen dominé krijgt. 'k Hoop u de volgende week te kunnen vertellen waar de klepel hangt.
Nu, mijn hartelijken dank hoor voor al het gezondene. 
Veenendaal.
De Penningmeester,
Ds. M. JONGEBREUR.

POSTZEGELS, CAPS. EN ZILVERPAPIER.
Ontvangen van:
1e. Mej. N. A. J. Rijsdijk te Papendrecht postzegels, theelood en zilverpapier, verzameld door de kleintjes uit haar klas;
2e. Neeltje van Gemerden, Krimpen a.d. Lek, zilverpapier en theelood;
3e. D. en J. Aartsen, Nijkerk, zilverpapier en postzegels, benevens een verrassing voor mij persoonlijk. Hiervoor dan ook bizonder mijn dank.
4e. mej. A. E. Rijnsburger, verzamelaarster afd. Delft, een groote partij zilverpapier, theelood, capsules, oude pennen, postzegels, 5 centen en 250 halve centen.
Met hartelijken dank en aanbeveling.
Mejuffr. J. DEN HARTOG.
Krommedijk 60, Dordrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's