Verzamelt u ook rapiaria?
Verzamelen is zonder twijfel één van de oudste en meest populaire hobby's ter wereld. Er zullen weinig mensen zijn die er nooit aan meegedaan hebben. Als kleine jonden was ik verzot op suikerzakjes, sigarenbandjes en niet te vergeten speldjes van bekende bedrijven. Ik was de enige niet die veel vreugde aan dit tijdverdrijf beleefde, bij tijden ontstond onder de schoolkinderen van ons goede Brabantse dorp een ware verzamelwoede. Er zijn mensen die hun leven lang al postzegels of munten bijeenvergaren en daar veel geld aan spenderen. Sommige verzamelaars hebben een minder alledaags object uitgekozen: tientallen strijkijzers, letterbakken of opgezette vogels sieren hun huiskamers. Ik denk niet dat er velen zijn in ons land die rapiaria verzamelen. Althans, ik kom niet veel christenen tegen die deze 'liefhebberij' erop nahouden. Toch gaat het hier om een bezigheid die de moeite waard is en meer dan dat. Geld hoeft het niet te kosten en je wordt er alleen maar rijker van. Je moet er wel regelmatig tijd voor vrijmaken.
Moderne Devotie
Ik moet bekennen dat ik deze vorm van verzamelen niet zelf heb verzonnen. Het is bepaald ook geen nieuwe trend of modegril. Integendeel, om de oorsprong ervan op het spoor te komen moeten we honderden jaren terug, om precies te zijn naar de periode van de Moderne Devotie (letterlijk: eigentijdse vroomheid). Deze bekende stroming in de kerkgeschiedenis - een van de weinige specifieke Nederlandse bijdragen aan de Europese geestesgeschiedenis - ontstond in de late Middeleeuwen. De stichter ervan is Geert Grote (1340-1384), een rijke patriciërszoon uit Deventer. Na volop genoten te hebben van wereldse genoegens kwam hij tot bekering en ging een ingetogen en ascetisch leven leiden. Uit de beweging die hij op gang bracht, ontstonden de gemeenschappen van 'broeders en zusters des gemenen levens' (van het algemene leven). Leken en geestelijken woonden hier samen en hielden zich bezig met spirituele oefeningen. Als reactie op de veruiterlijkte kerk, de wereldse gezindheid van de geestelijken en het ontbreken van ware vroomheid, zocht men naar verinnerlijking en verdieping. Het ging hen om het doorleefde geloof, op een wijze die verwant was met de middeleeuwse mystiek. Typerend was de sterke concentratie op de persoon van Jezus. Via gedisciplineerd gebedsleven, methodische toepassing van meditatietechnieken en deugdenbeoefening zocht men op te klimmen tot de gemeenschap met God. Het geestelijke gesprek stond hoog genoteerd. Veel tijd en energie werd ook geïnvesteerd in het vertalen van bijbelgedeelten, gebedenboeken en stichtelijke teksten in de volkstaal. Men wilde het gewone volk graag deelgenoot maken van het reveil dat hun eigen leven zo diepgaand beïnvloed had.
Bijeenrapen
Een bijzondere voorliefde legden de moderne devoten aan de dag voor het 'herkauwen van goede punten'. Men wilde het geestelijke voedsel dat men ontving graag zo lang mogelijk vasthouden en zo goed als maar kon verwerken. In dit licht moet ook de praktijk van het rapiarium gezien worden. De term is afkomstig van het Latijnse werkwoord 'rapere', dat zoiets betekent als snel grijpen, haastig bijeenrapen. Het doet denken aan de kinderen Israëls die bij de uittocht uit Egypte nog vlug allerlei kostbare dingen samenraapten voor onderweg. Zo bracht men binnen de Moderne Devotie waardevolle geestelijke zaken bijeen. Men hield ervan dingen die men gehoord, gelezen of overdacht had te noteren om ze later nog weer eens te kunnen opdiepen. Aansprekende teksten uit de Heilige Schrift, wijze woorden uit de werken van kerkvaders, eigen en andermans ervaringen of gedachten werden vastgelegd om gemakkelijk weer in herinnering te kunnen worden geroepen en opnieuw te worden gelezen en doorleefd.
De bekendste naam die aan de Devotio Moderna is verbonden, is die van Thomas à Kempis. Zijn boek over de navolging van Christus, De imitatione Christi, is wereldberoemd en lange tijd het meest gelezen boek naast de Bijbel geweest. Van deze vrome middeleeuwer weten we dat hij een gedreven verzamelaar van rapiaria was. In één van zijn er andere werken lezen we de veelzeggende opmerking: 'Ach monnik, wat doe je in je cel? Ik lees, ik schrijf, ik verzamel honing'. De leidsman van de devoten bedoelde daarmee aan te geven dat hij niets liever deed dan spreuken verzamelen als teerkost voor onderweg, net zoals bijen honing uit de bloemen puren om een wintervoorraad aan te leggen.
Geestelijke voorraad
Het is al weer enkele jaren geleden dat ik zelfkennis nam van dit gebruik binnen de Moderne Devotie. Het maakte zo'n indruk op me dat ik me deze gewoonte ook eigen gemaakt heb en van tijd tot tijd aantekeningen maak van wat ik opvang in mijn binnenkamer en daarbuiten. Ik kan het u alleen maar aanbevelen en verzekeren dat u er ruimschoots uw geestelijke winst mee zult doen. We leven in een jachtige, vluchtige tijd. Er komt van alles op ons af, onze agenda's staan overvol en we worden overspoeld door een vloedgolf aan berichten en informatie. De media en de computer dreigen ons leven te gaan beheersen. Als we niet oppassen, worden we geleefd. Wij hebben de tijd niet meer, maar de tijd heeft ons. We komen niet verder dan de waan van de dag. Veel mensen klagen erover dat de rust en de ruimte voor de omgang met God heel vaak ontbreken. En als we al de discipline voor stille tijd kunnen opbrengen, wat blijft ervan hangen? Wie weet er op donderdag nog waar de afgelopen zondag over gepreekt is? Hoe vaak vervaagt de boodschap die we meekregen niet door alles wat zich aandient? Juist daarom is het goed het een en ander vast te leggen, zodat we er later weer naar terug kunnen grijpen.
Natuurlijk zijn er ook andere mogelijkheden. Een van onze kinderen kwam laatst thuis met een stapel gedrukte kaartjes waarop wijze spreuken stonden. Van tijd tot tijd haalde hij er één uit zijn zak om zichzelf en ons daarmee te vermanen of te bemoedigen. Meer dan eens gaf het aanleiding voor een goed gesprek in gezinsverband. Er zijn ook mooie boekjes op de markt waarin gedachten en gebeden zijn bijeengebracht van grote mannen en vrouwen uit de kerkgeschiedenis. Geen kwaad woord daarover, maar er gaat toch niets boven een eigen fonds, een eigen voorraad van geestelijk voedsel die je in de loop van de tijd zelf verzameld hebt. Wat je tijdens kerkdiensten, in de omgang met de Schrift, bij het lezen van goede boeken, tijdens je persoonlijke meditatie en in gesprekken met mensen hebt opgevangen, is waard om te worden geconserveerd en herkauwd, zodat je er des te meer kracht en zegen uit put. Om u een aanzet te geven voor uw persoonlijke collectie geef ik een rapiarium uit de Navolging van Christus van Thomas à Kempis door:
Van allen die u dierbaar zijn moet Jezus dus alleen uw Geliefde bij uitstek wezen. Uw liefde moet allen gelden omwille van Jezus, maar Jezus omwille van Hemzelf. Jezus Christus alleen moet uitzonderlijk bemind worden, omdat Hij alleen boven alle vrienden goed en trouw bevonden wordt. Omwille van Hem en in Hem moeten zowel vrienden als vijanden u lief zijn, en voor hen allen moet uw gebed tot Hem gaan, opdat zij allen Hem mogen kennen en liefhebben.
Uitwisseling
Een van de aardige aspecten van het verzamelen is de mogelijkheid tot ruilen. Wie iets dubbel heeft of andere dingen wil inleveren om iets wat men nog niet heeft te bemachtigen, wil graag met anderen uitwisselen. Toegegeven, meestal zit er achter die bereidheid om te ruilen wel een grote mate van eigenbelang, maar soms kan er sprake zijn van een win-winsituatie. En het is toch ook heel leuk om te merken dat je niet alleen zelf beter af bent, maar dat die ander al even blij is met z'n nieuwe aanwinst. Al zal er bij het verzamelen van rapiaria niet altijd sprake zijn van ruilen, het delen van wat je zelf mocht ontvangen, hoort er wel degelijk bij. Christenen zijn als het goed is geen geestelijke hamsteraars,maar mensen die graag doorgeven wat ze zelf mochten ontvangen. Het vastleggen van rapiaria biedt een uitstekende mogelijkheid om dingen die je eigen geestelijk leven verrijkt hebben te communiceren met anderen.
Nooit vergeet ik de bezoeken die ik bracht bij een oudere zuster in een van de gemeenten die ik mocht dienen. Ik kwam er graag, niet alleen omdat het een heel aardige en energieke mevrouw was, maar vooral vanwege haar levenservaring en geestelijke volwassenheid. Na het kopje thee en het informeren naar eikaars welstand haalde ze steevast haar notitieboekje te voorschijn. Vele jaren al had ze de gewoonte om 's ochtends voor zes uur op te staan en dan eerst haar stille tijd te houden. Wat haar trof in haar bijbeltje of dagboekje overdacht ze, om het vervolgens te noteren in haar opschrijfboekje. Zodoende hoefden we nooit te zoeken naar onderwerpen voor een echt geestelijk gesprek. Ze reikte het zelf aan en er was altijd sprake van wederzijdse verdieping en verrijking.
Moesten we dat niet veel meer doen? Minder tijd vermorsen met loze praat, met bellenblazerij en meer met elkaar delen wat God ons in zijn genade heeft gegeven aan geestelijke kennis en ervaringen. Wie rapiaria verzamelt, heeft niet alleen leeftocht voor zichzelf, maar zal ook altijd wat hebben om de ander aan te reiken en mee te geven.
God's weapon
Wanneer ik het laatste rapiarium aan mijn eigen verzameling toevoegde? Deze middag nog. Een collega op de Christelijke Hogeschool Ede vroeg me even mee te gaan naar zijn kamer. Hij wilde me iets bijzonders vertellen en laten zien. Nee, het was geen theoloog dit keer, maar een journalist met wie ik van tijd tot tijd dingen samen mag doen in het onderwijs. Hij haalde een Bijbeltje te voorschijn. Engelstalig, klein formaat en aan de voorzijde voorzien van een metalen omslag. In het schildje waren de woorden God's weapon, Gods wapen gegraveerd.
Mijn collega legde uit dat het afkomstig was van een soldaat uit de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Een Engelse dominee had het idee bedacht om zulke Bijbels mee te geven aan de jongens die naar het front moesten. De woorden God's weapon waren tweeledig bedoeld. Het Woord van God behoort tot de geestelijke wapenrusting van ieder christen. Het is het zwaard van de Geest, dat we nodig hebben in de strijd tegen de duistere machten om ons heen (Ef. 6). Maar dit Bijbeltje hoorde ook nog in andere zin tot de uitrusting van de Engelse soldaten. Ze droegen het in hun linkerborstzak en door de metalen plaat werden kogels die op hun hart gericht waren, afgeweerd. Meerdere soldaten ontsnapten zo - dankzij hun Bijbeltje - aan de dood. De Bijbel, God's weapon! Om in leven te blijven, om te overwinnen! Iets om te onthouden, om mee te nemen, dacht ik bij mezelf. Om die reden voegde ik deze ervaring toe aan mijn persoonlijke collectie rapiaria.
M. VAN CAMPEN, WADDINXVEEN
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2001
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's