Politiek messianisme
In een samenkomst, die de opstellers van de Open Brief van 31 oktober 1967 met het Groot Moderamen van de Synode der Hervormde Kerk mochten hebben, is door ons gewezen op het conflict van tweeërlei Evangelie-prediking in de kerk. Naast en tegenover het Evangelie-verstaan, dat de kerk in de Hervorming nieuw geschonken is, en dat is uitgedrukt in de Belijdenisgeschriften, dringt zich in deze tijd steeds sterker en onverhulder een wezenlijk andere Evangelie-uitleg naar voren, die onverenigbaar is met het belijden der Kerk. Men kan die andersoortige prediking het best omschrijven als de boodschap van Jezus Messias. Ofschoon de woorden Messias en Christus taalkundig hetzelfde betekenen, is toch de gevoelswaarde en theologische inhoud van het eerste woord heel anders dan van het tweede. Er is hier sprake van een terugkeer uit het Nieuwe Testament naar het Oude. Men kent de Heere Jezus alleen maar vanuit de prediking van Israels profeten, en niet vanuit de volheid der apostolische verkondiging. Men spreekt slechts over een wettische bekeringsdoop als bij Johannes de Doper, en heeft geen weet van het wonder der wedergeboorte door de Heilige Geest, die Christus ons verworven heeft. Jezus Messias is dus een Evangelie-prediking zonder Pasen en Pinksteren. Het uitzicht op het hemselse Koninkrijk is erin vervangen door werelds-politieke idealen.
Als illustratie van dat werelds-politieke Messianisme wees ik toen op een pamflet van Martin Luther King, waarin hij schrijft: 'Ik droom, dat eens dit volk zal opstaan en zal leven uit de ware betekenis van zijn geloofsbelijdenis: dat alle mensen gelijkwaardige schepselen zijn. Ik droom, dat een woestijn van onrecht en onderdrukking veranderd zal zijn in een oase van vrijheid en recht.. . Met dat geloof zullen wij in staat zijn uit de berg van wanhoop een steen van hoop te houwen'. In het nieuwjaarsnummer van Hervormd Nederland van 1968 waren die regels aangehaald. De redactie voegde eraan toe: 'Het is Inspiratie voor het heden, voor het handelen nu, voor het jaar 1968. ..'
Het is hoe langer hoe duidelijker geworden, dat hier sprake is van een theologie, die aan het Evangelie-verstaan der Reformatie geen ruimte meer laat. Het heilswerk van Christus verliest zijn karakter van genade, verzoening en verlossing. Het politieke Messianisme stelt immers het Evangelie voor als een gebeuren tussen God en de mens, zoals hij leeft in de geschiedenis, in zijn sociale verbanden, in zijn politieke situatie, in zijn cultuurpatroon. In dat gebeuren is Jezus Messias bezig om door ons mensen het heilswerk Gods te voltooien, en zó de wereldgeschiedenis naar het Godsrijk te leiden.
In de loop der jaren is dit politieke Messianisme steeds dieper de Kerk binnengedrongen. Als wij ooit iets hebben ervaren van 'geestelijke boosheden in de lucht' (Efeze 6 : 12), dan in deze jaren! Men ontmoet het al in het synodaal geschrift: De politieke verantwoordelijkheid van de kerk (1964). Men proeft het ook in de nieuwe Psalmberijming. Voluit is het echter naar buiten getreden in de afschuwelijke synodale brochure: evolutie en gerechtigheid (1969), en in de even onverdragelijke Vredeskrant, die elk jaar weer verschijnt in de maand september. In het Getuigenis is op dat alles nog eens gewezen!
Orn duidelijk te maken, waar het hier om gaat, citeer ik enkele regels uit het synodale geschrift van 1969: 'De Franse revolutie behoort tot die bewegingen, die eens voor altijd een nieuw levensprincipe in de wereldgeschiedenis hebben ingebracht.. .. De politieke revolutie krijgt daar gestalte, waar men op een totale omwenteling gericht is. . . Een christen is iemand, die de tekenen der tijden verstaat en deelneemt aan een revolutie; die met de bekering van mensen en machten ernst maakt. .. Revolutie en gerechtigheid in bijbelse zin raken elkaar, omdat de revolutie nieuwe impulsen geeft naar de realisering van een stukje gerechtigheid voor armen en rechtelozen op aarde. De christelijke gemeente zal die elementen van gerechtigheid in een revolutionaire situatie sterk aanwakkeren... Jezus, de Messias, heeft deze gerechtigheid volkomen waar gemaakt'.
Wanneer wij nu vijf jaar na de Open Brief nog eens terugdenken aan dat gesprek met de Synode, dan hoeven wij ons niet te verbazen over de zoveel verslechterde situatie thans. Er was niet de wil en het vermogen om onze waarschuwing ernstig te nemen. Er was er niet één, die ontwaarde dat er storm op komst was. Het beleid der synodale broeders ging dan ook niet verder dan te zorgen, dat het op kerkelijk erf weer spoedig rustig werd. En het geëigende middel daartoe is, om instemmend te luisteren, daarna de zaak naar een commissie te verwijzen, en dan over te gaan tot de orde van de dag. Hetgeen geschiedde. Zoals het andermaal geschiedde met het Getuigenis van 1971.
Door dit jammerlijk tekortschieten van de Synode heeft jaar na jaar het politieke Messianisme vrij spel gehad. Het is zelfs synodaal gesanctioneerd! Vandaar dat thans belangrijke organen van de Kerk erdoor beheerst worden: Kerk en Wereld,
IKOR, Werelddiaconaat, Zending, enz. Maar wat nog erger is, — in hoeveel gemeenten is thans de Evangelie-prediking niet verbasterd tot toespraken over apartheid, rasproblemen, Vietnam, de derde Wereld, de Unctad, milieuproblemen? Zondag na zondag is er de eentonige herhaling van wat door de week ook te horen is door de radio van rooms en rood: de oproep tot de mens om het heilswerk van Jezus Messias in de wereld te voltooien!
Dat is, wat mij het meeste benauwt: de geestelijke nood van de gemeente, die steeds verder vervreemdt van het Evangelie der genade Gods, en die teruggebracht is onder het troosteloze juk van dat wettische Messianisme! Zij raakt erdoor in eenzelfde situatie, als Calvijn beschreef in zijn: Traite du fidele parmi les Papistes*. Hij zegt daar: 'Gelukkig wie op een grote afstand leeft van zulke dwalingen! Want het is heel moeilijk om er niet door besmet te worden, als men er vlakbij leeft.' Is het wel mogelijk om dan staande te blijven? Calvijns antwoord is: 'Alleen als hij God blijft smeken, om Zijn arme kerk in haar rechte staat te herstellen'. Maar ook zal hij niet moeten vertragen, om 'te onderrichten en op te bouwen in het ware geloof de arme onwetenden'.
Deze regels van de Geneefse hervormer aan de reformatorisch gelovigen in Frankrijk, die leven moesten temidden van een overweldigende meerderheid van pausgezinden, zijn thans zonder meer toepasselijk op alle gelovigen, die vereenzamen tussen de aanhangers van het politieke Messianisme. Dat dus ook van hen een voortdurend gebed opga voor herstel van de kerk; en dat ook zij niet vertragen in het vermanen en terechtwijzen van de onwetenden. Daartoe is echter nodig, dat zij in levende aanraking blijven met de Waarheid Gods. Als de publieke weg daartoe is afgesneden, dan zullen zij particuliere wegen moeten gaan! En ook is nodig, dat zij een open oog houden voor de gevaren, waarin zij leven.
Over die gevaarlijke situatie moet ik hier nog wat zeggen. Het is ieder wel duidelijk, dat de sterkste zuigkracht van het politieke Messianisme tot ons komt van de Wereldraad der Kerken. De benoeming van de nieuwe secretaris-generaal is er een duidelijk bewijs van. Uit de kranteninterviews bleek, dat dr. Potter het politieke Messianisme volop voorstaat. Hij zal dus de Kerken verder in die richting sturen. Dus in politieke verbondenheid met de bevrijdingsbewegingen, in het kweken van goodwill bij communistische regeringen en linkse partijen, in het vormen van grotere fondsen tot bestrijding van imperialisme en racisme. Al die politieke stromingen worden dus geïntegreerd in het wereldomvattende heilswerk van Jezus Messias.
Beseffen wij, welk een heilloze weg de Kerken daarmee inslaan en welk een onheil zij daarmee aanrichten? Beseffen wij, dat daardoor het Heil Gods in Jezus Christus verkeerd wordt in zijn diabolische tegendeel? Ik wil dat door een recent gebeuren duidelijk maken.
Eind september van dit jaar heeft in Kaïro een Islamitisch Congres plaatsgevonden. Leidinggevende theologen en juristen hebben er zich beziggehouden met de politieke problemen van het nabije Oosten. Uiteraard ging het daarbij vooral om de verhouding tot Israël, tot het Zionisme en tot de bezetting van Jeruzalem.
Er was een rapport opgesteld, waarvan de conclusies door het Congres aanvaard werden. Die conclusies waren, dat de wereld onderscheiden moet worden in Dar al-Islam (Huis van de Islam) en Dar al-Harb (Huis van de oorlog). Onder Dar al-Islam verstaat men dat deel der wereld, dat door Islamitische regeringen beheerst wordt. Onder Dar al-Harb het gebied, waar wel Moslims wonen, maar waar geen Islamitische regering is. Het is de opdracht der gelovigen, om zulk een land door de heilige oorlog (Dschihad) tot Islamitisch gebied te maken. Volgens het Congres moeten nu de Palestijnse bevrijdingsbewegingen met hun aanslagen en terreurdaden als facetten van die heilige oorlog beschouwd worden. De Islamitische staten zijn dan ook verplicht, om die bewegingen te steunen. Het Congres besloot voorts tot het vormen van fondsen om die bevrijdingsbewegingen met geld te steunen.
Nu vraag ik met het oog op onze eigen situatie: Waarin verschilt dit Islamitische Congres in Kaïro van de vergadering van de Wereldraad der Kerken in Utrecht in de zomer van dit jaar? Waarin verschilt de Palestijnse bevrijdingsbeweging van al die andere bevrijdingsbewegingen in Afrika en Zuid-Amerika? Waarin verschilt het te Kaïro opgerichte steunfonds voor subversieve acties van het te Geneve opgerichte steunfonds voor bevrijdingsbewegingen elders? Waarin verschilt de Islamitische heilige oorlog van het christelijke Messianisme?
Het antwoord op die vragen kan alleen maar zijn, dat er geen enkel principieel verschil is. Met andere woorden: de Kerken zijn eenzelfde alliantie aangegaan met de uiterst linkse bevrijdingsbewegingen, als de Islam met de even linkse Palestijnse bevrijdingsbeweging. De Kerken sanctioneren, evenals de Islam, de toepassing van geweld, terreur, moord. De Kerken schamen zich niet, om het heilswerk Gods in Jezus Messias te verbinden met dood en verderf. Zij schuwen het niet, om hen te steunen met geld en andere middelen, die de afschuwelijkste wapens hanteren. Maar wat voor boodschap heeft de Kerk dan eigenlijk nog aan de Ieren, de Kroaten, de Molukkers, als die ook gijzelen, moorden en aanslagen plegen om hun idealen gewelddadig te verwerkelijken? Wat voor boodschap aan de revolutionairen in eigen land?
Nu kan men er het Islamitische Congres in Kaïro eigenlijk geen verwijt van maken, dat het de halve wereld tot Dar al-Harb (Huis van de Oorlog) verklaart. De heilige oorlog heeft altijd tot het Mohammedanisme behoord. Alleen bekering kan hen daarvan afbrengen. Maar van wie zou die oproep tot bekering eigenlijk nog uit moeten gaan? Soms van een Kerk, die krachtens haar Messianisme zélf het geweld predikt?
Hier openbaart zich nu ten volle de dwaling der Kerk. Zij, die geboren is uit het woord: 'Niet door kracht of geweld, ' maar door Mijn Geest zal het geschieden'; zij, die van haar oorsprong af stond onder de waarschuwing: 'Wie het zwaard neemt, zal door het zwaard vergaan'; zij, die de getuige mag zijn van de Vredevorst, wiens vrede niet die der wereld is; — zij is haar beginsel ontrouw geworden en heeft haar Verlosser verloochend. Daarom heeft zij geen boodschap meer! Smakeloos zout is zij geworden! Want wie het politieke Messianisme belijdt, belijdt een geloof, dat veel intelligenter, veel consequenter, veel hartstochtelijker beleden wordt door de heidenen. Waarom dan maar niet tot hén teruggekeerd? Wij dus van nu voortaan hun bekeerlingen in plaats van, zoals vroeger, zij de onze.
Het is nuttig, om Geneve naast Kaïro te stellen. Het is ontdekkend, om de overeenkomst te zien tussen de Islamitische heilige oorlog en het revolutionaire Messianisme. Het is beschamend, om in de huidige christenheid de terugkeer te zien naar het heidendom.
Heilzaam is dat echter pas, als het ons brengt tot die ootmoedige gesteldheid, die Calvijn bedoelde toen hij schreef: 'Priez Dieu de vouloir restituer sa pauvre Eglise en son droit état; bidt God, dat Hij Zijn arme Kerk herstelle in haar rechte staat'!
* Behandeling van het geloof onder de papisten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 november 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's