De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Maranatha.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Maranatha.

4 minuten leestijd

De dagen worden hoe langer hoe korter. De kringloop, dien de zon aan den hemel beschrijft, wordt hoe langer hoe kleiner, en ziet, juist in die donkere dagen voor het Kerstfeest laat God de Heere elk jaar weer de adventsboodschap uitdragen van Hem, die in de wereld gekomen is om te schijnen als een ster in den donkeren nacht. Wat hebben de profeten van Israël van Zijne komst in het vleesch getuigd. Wat hebben ook de ceremoniën van Israël er van getuigd.
Er zat in hun profetisme een heilig perspectief. Op den voorgrond treedt overal de verlossing uit de ballingschap, waar wat dieper zien we overal de gestalte van Hem, die in Bethlehem als een kind werd geboren en weinige tientallen jaren later als de lijdende Knecht des Heeren den Calvariënberg zou beklimmen.
Maar nog wat verder op den achtergrond zien we Hem verschijnen als komende op de wolken des hemels om te oordeelen de levenden en de dooden. Geen wonder, dat de profeten niet altijd de eerste en de tweede komst van elkander hebben onderscheiden. De profetie van het Pinksterwonder, de uitstorting van den Heiligen Geest wordt onmiddellijk gevolgd door de prediking van de nadering van het einde aller dingen. De profeten van den ouden dag zagen het in ééne lijn liggen.
Voor ons, kinderen der nieuwe bedeeling, is het natuurlijk anders gesteld.
De komst in de kribbe van Bethlehem ligt negentien en een kwarteeuw achter ons. Joël kan nooit hebben vermoed, dat er tusschen de beide komsten, Zijn komst in Bethlehem en Zijn komst ten jongsten dage, zooveel eeuwen verloopen zouden.
En wie weet den dag en de ure van de wederkomst van den Zoon des menschen? Naar welke komst zult gij heenblikken, lezers? Zal het alleen een terugblikken wezen naar Bethlehem, of zal het komen tot den blijden jubel: Maranatha! Jezus komt.
Als het wèl is, zal het een blikken moeten wezen op beide komsten. Hoe zal er ooit een blij uitzien kunnen wezen naar Zijn wederkomst op de wolken des hemels, als we Hem niet hebben leeren kennen in de algenoegzaamheid van Zijn borgtochtelijk lijden.
Zal het niet veeleer de verschrikkelijkste ure zijn, die ooit aanbrak in het leven van den wereldling, als Hij op de wolken zijn vierschaar spannen zal? Zal er dan niet worden uitgeroepen: Bergen valt op ons, en heuvelen bedekt ons van voor het aanschijn van Hem, die op den troon zit.
Maar wèl allen, die hier op aarde tusschen wieg en tusschen graf Zijne verschijning hebben liefgehad. Die als arme zondaren in Hem alles mochten vinden wat tot hunne zaligheid van noode is voor tijd en eeuwigheid. Moet er in het hart van Gods kinderen niet een verlangen zijn naar Zijn komst, gelijk er bij de bruid een verlangen is naar de komst van haren bruidegom! Vraagt niet de belijder in den Heidelberger Catechismus: Wat troost u de wederkomst van Christus?
En toch, wat leeft Gods gemeente over 't geheel toch weinig bij de gedachte aan de wederkomst van Christus. Men heeft wel eens gezegd, dat de secten de onbetaalde rekeningen van de Kerk kunnen worden genoemd. Vandaar, dat vooral de secten zich op dezen locus uit de dogmatiek hebben geworpen met uitsluiting van schier alle andere geloofswaarheden.
Ons land wordt gedurig overstroomd door colporteurs van de Adventisten en andere sectariërs, die in naam van den Koning der Zending menig duitje weten binnen te sleepen, wat oneindig veel nuttiger kon worden besteed.
We meenen daartegen met kracht te moeten waarschuwen. Toch hebben de secten met hun eenzijdig eschatologisch gedrijf ons wat te zeggen.
Moge het Gods gemeente tot bezinning brengen met de vraag of niet de groote wereldgelijkvormigheid voor menig kind des Heeren een struikelblok is om het oog te richten naar omhoog. Wie de pinnen zoo vast in de aarde slaat, kan onmogelijk met zijn hart zingen: Maranatha! Jezus komt. Brenge het tot diep zelfonderzoek, want de teekenen der tijden wijzen er op dat Zijn komst genaakt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Maranatha.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 december 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's