De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De moleculaire burgeroorlog

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moleculaire burgeroorlog

OVER EEN 'MULTICULTURELE RAMP'

9 minuten leestijd

'Als ik 's avonds laat in de trein stap, gebeurt het volgende. De coupé is tamelijk leeg en slecht verlicht. In een hoekje zit een oude man te slapen, aan de andere kant van de coupé zitten een paar aangeschoten mannen met elkaar te praten. De mensen naast mij zijn mogelijk twee kantoorbedienden die overgewerkt hebben. De trein stopt en er stappen vier kerels van een jaar of twintig in. De gebruikelijke leren jacks, de gebruikelijke laarzen. Ze zijn nogal luidruchtig en praten in een taal, die ik niet versta, misschien Arabisch. Hun houding is uitdagend, ze bewegen zich door de coupé alsof ze op zoek zijn naar slachtoffers. Ze komen dichterbij en meteen voel ik me bedreigd. Ze fixeren me. Ik verbeeld me dat er een overval in de lucht hangt. Dan lopen ze door en mijn blik valt op de gezichten van de andere passagiers: verbitterd, verwoed, van een merkwaardig verwrongen lelijkheid. De zinnen die ze uitstoten, ken ik maar al te goed. Zelfs de oude man is wakker geworden en mompelt iets over ophangen en neerknallen. Nu zijn het niet meer de vreemdelingen, voor wie ik bang ben, maar mijn landgenoten'

Dit schreef Hans Magnus Enzensberger in een essay, dat in 1993 in Duitsland verscheen en in 1994 een Nederlandse vertaling kreeg onder de titel Oog in oog met de burgeroorlog. Hij spreekt van een 'moleculaire burgeroorlog'. Jaffe Vink, chef van de bijdrage Letter en Geest van dagblad Trouw, ging daarop door in een geschrift Brief aan mijn dochter - 'een tocht door het pandemonium van sex en geweld'.

Drama
Dezer dagen zegde een lezer zijn abonnement op ons blad op. De reden? De kerk, ook de Gereformeerde Bond, ook De Waarheidsvriend, zwijgt in alle talen over de 'multiculturele ramp', die zich in ons land voltrekt. Wellicht had hij het boekje van Jaffe Vink gelezen. Die spreekt namelijk over een 'multicultureel drama'. Hij spreekt daarover in het kader van de moleculaire burgeroorlog van Ezensberger: 'Het is een nieuwe oorlog. Deze oorlog voeren we niet, hij overkomt ons, hij woekert als een kanker, die nog niet is vastgesteld'. Het woord moleculair wordt gebruikt, omdat het gaat om het onzichtbaar kleine, een anderssoortige atoom-oorlog dus. Die oorlog begint onmerkbaar: 'Geleidelijk aan neemt het afval langs de straatkant toe. In het park hopen de spuiten en kapotte bierflessen zich op... In het klaslokaal worden de meubels vernield, in de voortuintjes stinkt het naar stront en urine'. Of, zoals een Frans maatschappelijk werker over jongeren in een voorstad van Parijs getuigt, 'Ze hebben alles kapot gemaakt, de brievenbussen, de deuren, de trappenhuizen. De polikliniek waar hun broertjes en zusjes gratis behandeld worden, hebben ze vernield en geplunderd. Ze erkennen geen enkele regel. Ze slaan artsen- en tandartsenpraktijken kort en klein en breken hun scholen af. Als er een voetbalveldje voor hen wordt aangelegd, zagen ze de doelpalen door'.

Open
Jarenlang mocht eigenlijk niet of nauwelijks gesproken worden over de problemen, die zich voordoen, nu onze samenleving door de grote instroom van vreemdelingen multicultureel is geworden, een samenleving met vele culturen. Wie de problemen noemde of duidde werd al spoedig vreemdelingenhaat verweten. Centrumrechtse groeperingen kregen hier terecht een kwade naam, vanwege hun rascistische ideëen en hun goedkope oplossingen. Maar intussen bleef het grote probleem, waarvoor onze samenleving kwam te staan, buiten de discussie of werd er hier en daar slechts besmuikt over gesproken. Langzaam maar zeker wordt er nu echter openlijk over gesproken. De publicatie van Jaffe Vink is er een voorbeeld van. Feiten worden onverhuld weergegeven. Niets wordt verbloemd. Vele voorvallen van straatgeweld of andere criminaliteit, die in de afgelopen jaren in het nieuws waren, illustreren zijn verhaal. Daarbij gaat het zowel over allochtonen, vreemdelingen als autochthonen, landgenoten. Er is sprake van een negatieve spiraal. Straat en plein en trein zijn onveilig geworden. Zinloos geweld op straat is aan de orde van de dag. Telkens bevatten nieuwe uitgaven van Van Dale's Groot Woordenboek kolommen met nieuwe trefwoorden (zoals een halve kolom voor drugs). Vanaf 1850 is meer dan honderdtwintig jaar - schrijft de politicoloog A. Hoogerwerf in zijn boek Geweld in Nederland - het 'criminele geweld' ongeveer gelijk gebleven, maar vanaf de tachtiger jaren is er 'een forse stijging'. De agressie richt zich tegen 'alles en iedereen'. En wanneer daders naar hun motief wordt gevraagd, is het antwoord: 'Ik heb er niets bij gedacht, ik verveelde me'.
Het nieuwe en onheilspellende van de moleculaire burgeroorlog is, 'dat het letterlijk om niets gaat. 'Onder de oppervlakte is de burgeroorlog aanwezig in elk molecuul, in die flits van enkele seconden, in die korte wandeling op een novemberavond...'

Vreemdelingen
En dan de botsing van de culturen. 'Onder de oppervlakte van het openbare leven drijft een zee van verhalen over de botsing van culuturen', zegt Jaffe Vink. Mensen, vooral in de grote steden, begonnen zich vreemdeling in de eigen wijk te voelen. Opeens waren er wijken, waar de meerderheid van de bevolking allochtoon was. Autochtone ouders kozen voor hun kinderen een school 'verderop'.
Volgens een voorspelling van het Sociaal en Cultureel Planbureau zal in 2015 in de vier grote steden, Amsterdam Rotterdam, Den Haag en Utrecht, ongeveer de helft van de bewoners allochtoon zijn. In dat verband valt dan in het boek van Jaffe Vink de uitdrukking 'het multiculturele drama'. Hoeveel immigranten kan een samenleving aan? Want: 'Een te groot aantal immigranten tast onze instituties aan, zoals school, buurt, gezondheidszorg, inburgeringscursus, woningbouwvereniging, bijstand, arbeidsmarkt'.

En vervolgens stelt de auteur de vraag: 'Hoe zit het met de criminaliteit van allochtonen? ' Dat is allang 'een bitter gesprek aan de borreltafel en een voorzichtig gesprek op verjaardagen' Maar waar blijven de onderzoekers en waar de politici? Onderzoeken op dit terrein waren jarenlang schaars, uit angst van rascisme te worden beschuldigd. Maar, na de bevindingen van 'de commissie van Traa' in 1996, stuurden de ministers van Binnnlandse Zaken en Justitie in 1997 een nota naar de Tweede Kamer, waaruit bleek, dat Antillianen 6 keer zo crimineel zijn als op grond van hun aandeel in de bevolking mag worden verwacht en Marokanen 4,7 keer zo crimineel. 'Deze nota - zegt Vink - markeert een omslag in het denken over criminaliteit: er wordt een verband gelegd tussen deze criminaliteit en de Antilliaanse en Marokkaanse cultuur'. Blijkbaar gaat het hier niet alleen om 'de maatschappelijke achterstand' van deze minderheden, waardoor de criminaliteit wordt bevorderd, maar ook hun cultuur zelf speelt hier een grote rol.
De cijfers in deze zijn 'onthutsend' zegt 'een betrouwbare bron op het ministerie'. Maar niemand durft zeggen wat men weet. Dertig jaar geleden al is het debat erover gesmoord. 'We zijn blind van barmhartigheid', concludeert Vink. Ook de kerken critiseert hij, die de vreemdeling hebben omhelsd maar het onderscheid tussen 'goed en kwaad' schijnen te hebben vergeten. En intussen hebben de allochtonen 'maling aan ons'. Ze zetten gewoon hun eigen cultuur voort. Want de kern van een cultuur is hard, moeilijk te veranderen. De vreemdelingen zelf zorgen er wel voor, dat ze hun eigen cultuur afschermen van de 'slechte' invloeden van buiten.

Idylle
Vink weet dat hij niet mag generaliseren: 'Ik mag niet over één kam scheren, zingt het koor van de Heilige Verontwaardiging'. Maar zegt hij: 'Ik heb geleerd dat generaliseren een kunst is, een hachelijke kunst, maar we hebben het nodig om tot begrip te komen'. Ik citeer nog één keer letterlijk: 'Misschien wordt het langzamerhand tijd dat er een einde komt aan de idylle van de multiculturele samenleving. Dat is een begrip waarmee alleen iemand kan werken die het voordeel heeft van andere culturen niets te weten. De realiteit van de multiculturele samenleving is echter ontnuchterend. De vier grootste culturele minderheden in Nederland - Marokkanen, Turken, Surinamers en Antillianen - kennen een relatief hoge criminaliteit en het inzicht daagt dat deze criminaliteit onvoldoende kan worden verklaard uit hun sociaal-economische achterstand of uit immigratieproblemen'.
Het wordt tijd afscheid te nemen van 'het hemeltergende cultuurrelativisme, waarmee we ons al decennia lang kastijden', besluit de schrijver deze uitspraak.

Messcherp
Jaffe Vink geeft in zijn boek een messcherpe, eerlijke en openhartige (ook gewaagde) analyse van onze multiculturele samenleving. Hij predikt geen rassenhaat maar vraagt wel eerlijk onder ogen te zien wat de instroom van andere culturen onder ons betekent. Hij verwoordt een zorg, die breed leeft in de samenleving en via verontwaardiging kan uitlopen op 'rechtse' reactie.
De uitweg uit 'het drama' biedt de schrijver ook niet. Maar hoe zou er nog een uitweg zijn als in 2015 de helft van de groot-stedelijke bevolking allochtoon is? En de grote steden zijn de voorposten van het land. We hebben onze eigen cultuur in feite al achter ons gelaten.
Maar bovendien: wat is onze eigen cultuur nog, als daaraan een basis onbreekt, als daarin geen samenbindende normen en waarden meer aanwezig zijn? In Vinks beschouwingen komt niet aan de orde, dat we principieel bezig zijn de band met ons verleden, met onze door het christendom gestempelde geschiedenis door te snijden. Ons land is niet alleen multicultureel maar ook multireligieus geworden. Door de aangrijpende secularisatie hebben we geen innerlijk verweer meer tegen de (multi)culturele omslag, die zich voltrekt.
Krijgen we hier ook niet de rekening gepresenteerd van een vrijheid-blijheid-levensgevoel, met uitsluitend aandacht voor hier-en-nu, met 'ik' als middelpunt? Onthoudt zo onze samenleving aan het volgende geslacht, aan de jonge generatie niet de normen en waarden, die de moeite waard zijn om voor te staan en te vechten? We hebben intussen de introductie van andere culturen gerelativeerd en getolereerd. Anderen hebben dan met hun cultuur vrij spel. En wat rest is een mengcultuur op lemen voeten. Jeremia vroeg ooit aan Israël of een volk zijn goden veranderen kan, 'hoewel ze geen goden zijn'. Dan wordt de Eer (hoofdletter) veranderd in wat nutteloos is (Jer. 2 : 11).

Intussen wil ik graag attenderen op dit heldere, actuele geschrift, geschreven als 'een brief aan mijn dochter'. Hoe vertellen we 'het' onze kinderen? Enkele weken geleden meldden we in Globaal bekeken dat ds. P. L. de Jong in Rotterdam, toen hij voor zichzelf en zijn vrouw een nieuwe fiets kreeg, schreef, dat hij zijn best zou doen dat ze niet zouden worden gestolen. In Rotterdam-Delfshaven is het toekomstbeeld van 2015 dunkt me al realiteit. Zulk stelen hoort kennelijk bij het 'gewone' patroon van onze nieuwe samenleving maar is ook onderdeel van de moleculaire burgeroorlog.
De samenleving waarin onze jongeren opgroeien lijkt definitief een andere te zullen zijn dan dan die van de ouderen. En hoe leren we hen weerbaarheid? Dan gaat het ook om onderscheidingsvermogen. Het boek van Jaffe Vink dient in ieder geval als eye-opener, om te onderkennen waar onze cultuur heen koerst. Eindelijk een stem, die staat voor die van velen, die met grote zorg de ontwikkelingen gade slaan of aan den lijve ervaren maar die vooral lijden aan de teloorgang van onze christelijke cultuur. Had Oswald Spengler die ondergang al niet jaren geleden voorzegd in zijn Untergang des Abendlandes?

v. d. G.

N.a.v. Jaffe Vink, Brief aan mijn dochter - een tocht door het pandemonium van seks en geweld. Uitgave Meulenhoff, Amsterdam, 95 pag., ƒ 22, 50.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

De moleculaire burgeroorlog

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's