De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

'Hoe houden we  de jongeren bij de kerk?' (11)

Bekijk het origineel

'Hoe houden we de jongeren bij de kerk?' (11)

Met het oog op de jongeren

8 minuten leestijd

6. Door een goed pastoraat aan jongeren (4)

g. Door hun onze belangstelling te tonen

Dat het jeugdwerk van zo groot belang is, is niet altijd af te leiden uit de belangstelling die er in de gemeente is voor de jongeren en voor datgene waar zij mee bezig zijn. Want deze belangstelling varieert in veel gemeenten van 'beperkt' tot 'nihil'.

Het komt nogal eens voor, dat er een negatieve belangstelling is, die getoond wordt als er dingen gebeuren die kennelijk niet door een bepaalde beugel kunnen. Er vinden dan gesprekken plaats waarin jongeren tot de orde geroepen worden. De sfeer is dan vaak zeer geprikkeld. Er zijn jongeren die het na zo'n confrontatie - want dat is het toch - teleurgesteld voor gezien houden en die hun heil (hét heil? ) elders, of nergens meer, zoeken.

Het is duidelijk, dat een dergelijke negatieve belangstelling het jeugdwerk (en ook de gemeente) geen goed doet. Jongeren krijgen er het nare gevoel van dat ze van een afstand in de gaten gehouden worden en dat ze er voortdurend voor op hun hoede moeten zijn, dat ze niet over een of andere schreef gaan met bepaalde werkvormen en activiteiten, want anders grijpt de 'inspectie' of het 'gezag' in. Maken ze het niet al te 'bont', dan horen ze niets en zien ze niemand.

Ik zou dringend willen pleiten voor een positieve belangstelling. Laten kerkeraden eens ontmoetingen arrangeren met jongeren (afgevaardigden van clubs etc.) en naar hen luisteren. Laten ambtsdragers eens binnenstappen op plaatsen waar jongeren samenkomen - niet als inspecteur maar als belangstellende, als betrokkene - en in hun kring gaan zitten, eventueel met hen op de grond, en hun liederen meezingen en hun taal spreken...

En als jongeren eens iets organiseren in de gemeente - in verband met een actie, of een afsluitingsavond van het jeugdwerk, of een gemeenteavond (zo hier en daar mogen jongeren een gemeenteavond organiseren! - een voorbeeld dat navolging verdient), of koffiedrinken na de dienst - laten de ouderen daar dan enthousiast acte de presence geven. Als wij het hebben over de relatie jongeren-ouderen, dan mogen wij, ouders en ouderen, het bij zulke gelegenheden zeker niet af laten weten. Het is onze hoge roeping om, waar dat mogelijk is, belangstelling te tonen voor de jongeren van de gemeente. We kunnen ervan overtuigd zijn, dat zij onze belangstelling als een weldaad en als een bemoediging en stimulans zullen ervaren!

h. Door hun (de) ruimte te geven

'Ruimte' bedoelen we hier in de eerste plaats letterlijk: een plaats om samen te komen. Dat is natuurlijk een eerste voorwaarde in het jeugdwerk. De ruimten die de jongeren geboden worden, dienen afgestemd te zijn op de verschillende vormen van jeugdwerk. Variatie is erg belangrijk wat deze vormen betreft. Niet alle jongeren zijn gelijk. En niet alle jongeren hebben dezelfde betrokkenheid bij de gemeente. Om jongeren te bereiken en het contact met hen te onderhouden is een bepaalde brug nodig. Naar de ene jongere is die brug wat korter en naar de andere jongere wat langer. De ene jongere staat open voor intensieve bijbelstudie, de andere jongere zal - als hij zich nog ergens binnen de grenzen van het kerkelijk leven ophoudt - hooguit een poosje ergens binnenstappen op een zaterdagavond als er een film vertoond wordt of als hij ruzie heeft met leeftijdgenoten in de disco waar hij normaal zijn vertier zoekt.

Het is belangrijk om ruimten die wij voor jongeren creëren, in te richten naar datgene wat wij in het gevarieerd opgezette jeugdwerk beogen. Hier gaat dus een stuk bezinning aan vooraf (waar wij al eerder een lans voor hebben gebroken).

'Ruimte' bedoelen we in de tweede plaats figuurlijk: een bepaalde inbreng die van de jongeren gevraagd en verwacht wordt en een zekere mate van bewegingsvrijheid. Bij die inbreng kunnen we denken aan voorbesprekingen met de predikant met het oog op (bijzondere) diensten, waarin ingegaan zal worden op vragen waar zij mee zitten en die zij zelf naar voren brengen, met een nabespreking (waar ouderen eventueel ook voor wórden uitgenodigd). Hiermee onderstrepen wij het belang van een regelmatige wisselwerking tussen prediking en jeugdwerk.

We kunnen bij 'inbreng' ook denken aan het doen van voorstellen aan de kerkeraad (in het kader van beleidsvoorbereiding) en aan het ontplooien van bepaalde activiteiten waarin de jongeren laten zien, dat zij de roeping verstaan waarmee zij geroepen worden.

We komen hiermee wel op een gevoelig terrein. Want waar trek je de grenzen en wat kun je de jongeren wel toestaan en wat niet? Dit zijn dan vragen die spelen. En natuurlijk moet daarover voortdurend worden nagedacht. Maar wij pleiten hierbij voor een positieve benadering en voor soepelheid. Een jeugdvereniging is geen mannenvereniging. En een open jeugdwerk-avond waar het ontmoetings- en ontspanningselement een plaats heeft, is anders dan een gemeente-avond waar een of ander thema diepgaand besproken wordt. Onze jongeren hoeven geen kopieën te worden van ouderen. Zij mogen zichzelf zijn. Ook in hun ontmoetingen. En zij hebben zo hun eigen belevingswereld, met hun eigen uitingsvormen. Wanneer er goede begeleiding gegeven wordt en andere gemeenteleden blijk geven van hun verbondenheid met de jongeren en van hun betrokkenheid bij het werk onder hen, dan is er - ook op dit gevoelige terrein - veel mogelijk. Hoe groter de afstand tussen jong en oud, hoe minder begrip - hoe minder er mogelijk is. Hoe kleiner de afstand, hoe meer begrip - hoe meer er ook mogelijk is en hoe beter dan ook door de jongeren zelf bepaalde grenzen gezien en in het oog gehouden worden.

Als jongeren binnen de gemeente de verbondenheid met de ouderen daadwerkelijk ervaren, dan werkt dit ervaringsgegeven als een soort censor: ze worden relatiegevoelig ten opzichte van de ouderen... ze zullen zuinig zijn op die relatie en van hun kant ook proberen hun verbondenheid met de ouderen te tonen. Het vertrouwen dat wij hun hierin geven, hangt mede af van de wijze waarop wij ons opstellen in onze relatie met hen.

i. Door goede methoden te gebruiken

'Doe het eens anders'. Dat is een uitgave van de HGJB in de serie kadervorming. Het gaat in deze uitgave over het gebruik van werkvormen in het jeugdwerk. Het hanteren van nieuwe werkvormen - het eens een keer 'anders' doen - kan verfrissend werken, zowel voor de leidinggevenden als ook voor de jongeren.

Methoden en werkvormen zijn belangrijke hulpmiddelen. We moeten niet schromen daar een royaal gebruik van te maken. Dat vraagt natuurlijk een goede inzet. Want het kost best tijd en inspanning om iets nieuws te bedenken of iets nieuws te verwerven.

Uiteraard gaat het in het jeugdwerk niet om het middel, de methode, maar om de inhoud van wat we willen overdragen en het doel dat we op het oog hebben. Maar een boodschap kan heel saai lijken of niet (goed) overkomen en het doel kan heel ondoorzichtig zijn door de manier van overdragen. Wij schieten ernstig tekort als wij niet de beste middelen gebruiken om de beste boodschap die er is in haar veelkleurigheid en veelkleurige betekenis door te geven. Daarbij moeten we nuchter constateren, dat bepaalde methoden met het verstrijken van de jaren aan kracht en waarde verliezen.

In de omgang met jongeren hebben we hierbij ook te maken met de uitstraling van het. onderwijs, waarin alles steeds aan verandering onderhevig is.

Zeker in onze tijd waarin de onverschilligheid in toenemende mate vat krijgt op onze jongeren is deze creatieve kant van het jeugdwerk een zaak die alle aandacht verdient. Ook door middel van goede voorbereiding en differentiatie wat betreft methoden en werkvormen kan eraan bijgedragen worden, dat jongeren het 'aantrekkelijk' vinden om bij Woord en gemeente betrokken te zijn.

j. Door hen in te zetten

Het jeugdwerk is mede bedoeld om jongeren te helpen handen en voeten te geven aan hun opdracht in kerk en samenleving. Hierbij kunnen we denken aan hun persoonlijke leven, aan hun levenswandel. We kunnen ook denken aan de verantwoordelijkheid die ook zij hebben voor anderen, binnen en buiten de gemeente. Het is wezenlijk dat jongeren wat dit betreft ook daadwerkelijk toegerust, geactiveerd en ingezet worden. Een concrete invulling van deze verantwoordelijkheid, ook vanuit het jeugdwerk, vergroot de verbondenheid met de gemeente. Hun verantwoordelijkheid moet - om zo te zeggen - een zekere lading, een zeker gewicht, krijgen. Hun verantwoordelijkheidsgevoel moet gewekt, versterkt en bevestigd worden. Ook daarin moeten wij hen serieus nemen.

We noemen hierbij in het bijzonder de inzet van jongeren om andere jongeren te bereiken en bij het leven in de gemeente en het georganiseerde jeugdwerk te betrekken. Deze inzet als een vorm van jongerenpastoraat is tegelijk een vorm van preventieve jeugdevangelisatie. We zien zoveel jongeren aan de kant staan in de kerk of op de drempel, op het punt om te vertrekken. Wie bekommert zich om hen? Zijn het niet jongeren zelf die nog de beste toegang tot hen hebben en zo voor hen een middel in de hand van God kunnen zijn om hen terug te leiden?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

'Hoe houden we  de jongeren bij de kerk?' (11)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's