De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Zicht op de werkelijke taak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zicht op de werkelijke taak

DS. W. MEIJER ERVAART ZIJN WERK ALS EEN VOORRECHT

9 minuten leestijd

Voor de dominee van Kootwijkerbroek is het predikantschap geen last. 'Ik ervaar het als een voorrecht te mogen dienen, als een roeping van God.' Ds. Meijer is zich ervan bewust dat zijn ambt niet automatisch betekent dat hij gezag heeft. 'Daar zit iets positiefs in, maar er dreigt ook een valkuil, namelijk dat de predikant zich wil waarmaken, dat hij te gevoelig is voor de wensen van de gemeente.' Dagelijks kijkt hij daarom naar de spreuk van James Denney op zijn bureau: 'Je kunt niet tegelijkertijd de indruk geven dat jij een geweldige prediker bent en dat Jezus Christus een geweldige Zaligmaker is.'

'Er is iets aan de hand met het predikantsambt. Een onderzoek aan de VU geeft aan dat vele predikanten tegen een burn-out aan zitten of ernstige risico's lopen bum-out te raken.' Zo begint de voormalige predikant J. Smit zijn artikel 'Predikant voor even of voor het leven?' in de speciale uitgave van het blad Michsjol, dat drie weken geleden stof in domineesland deed opwaaien. Gaan hervormd-gereformeerde predikanten ook gebukt onder de zwaarte van hun taak, afnemende motivatie of financiële zorgen? Gedurende drie weken laat de Waarheidsvriend drie dominees aan het woord die in een verschillende fase van hun ambtelijke dienst verkeren. Vandaag als tweede de 45-jarige ds. W. Meijer, sinds april 1997 predikant in Kootwijkerbroek. Daarvoor was hij pastoraal medewerker in Noordwijk aan Zee en het Canadese Fort Macleod én predikant in Fort Macleod en Rijssen.

Ds. Meijer zegt zelf tijdens zijn predikantschap in de uitoefening van zijn ambt verdiept te zijn. 'Als je begint, weet je niet goed wat er allemaal op je afkomt. Je gaat aanvankelijk weinig gestructureerd te werk. Het lijkt me onmogelijk ooit helemaal voorbereid te zijn op de praktijk. Gaandeweg krijg je, uitgaande van je roeping, meer zicht op je werkelijke taak. De concrete invulling van je roeping leer je middenin het werk. In de praktijk is het werk erg veelzijdig - je kunt ook zeggen: erg versnipperd - , terwijl je tegelijk overal verantwoordelijk voor bent, zonder dat je daarop bent voorbereid. Ik ben in 1987 begonnen in Fort Macleod, voordat de gemeente geïnstitueerd was. Hoewel ik het werk erg overzichtelijk vond, legde het feit dat je altijd twee keer moest voorgaan een druk op je. Het opzetten van het gemeentewerk was voor mij een mooie ervaring. Vervolgens kwam ik in Rijssen, waar alles al eeuwenlang georganiseerd is. Voor mij kwam het er daar op aan mijn eigenlijke taak te zien: prediking, pastoraat, catechese en kringwerk. Toen moest ik beseffen wat feitelijk je roeping is.
Ik hecht heel erg aan roeping, anders moet je niet aan dit werk beginnen, zo belijden we bij onze bevestiging. Die roeping krijgt een concrete invulling, als de gemeente je roept. Hoe vul je die roeping dan in? Waarom doen we ons werk zo? Geeft God me die opdracht? Kijken we wat de gemeente wil of wat mijn voorganger deed? Met deze vragen kun je vastlopen. Je kunt zelfs met allerlei dingen bezig zijn, waartoe God je misschien niet geroepen heeft.'

Geen duizendpoot
'Moeilijk vind ik het wel dat door de vele taken die je hebt, er altijd dingen blijven liggen, omdat je er niet aan toe komt of meent er zelf onvoldoende gaven voor te hebben. Ik wil me echter concentreren op wat vanuit de Schrift en het bevestigingsformulier m'n taak is. Wij gaan te veel onze grenzen over. Een predikant hoeft toch geen duizendpoot te zijn, die alles kan? Dat laatste wordt wel enigszins verwacht: Je moet goed kunnen preken, didactische kwaliteiten hebben, pastoraal bewogen zijn, met de jeugd en met depressieve mensen om kunnen gaan, leiding kunnen geven, conflict kunnen beheersen...'

en vooral ook aardig zijn?
'Ja, dat ook. Er is echter niemand die dit alles in huis heeft. En wie het toch allemaal wil, loopt spaak.
Allereerst wil ik het Woord verkondigen, herder en leraar zijn. Ik ben geen maatschappelijk werker en geen psychotherapeut. Ik heb geen opleiding en capaciteiten om aan intensieve huwelijksbemiddeling te doen. Voor mensen met huwelijksmoeilijkheden heb ik een pastorale taak, maar ik verwijs hen verder naar de hervormde stichting voor maatschappelijk werk in Barneveld, waarmee ik overigens vaker contact zou willen hebben. Ik moet zelf niet elke kar in de gemeente willen trekken. Waarom moet je voorzitter van de zendingscommissie zijn? Is adviserend lid niet voldoende, om toch contact te houden? In onze gemeente lopen de mensen overigens niet gauw naar een dominee toe, overigens ook niet naar een hulpverlener. Het zijn doe-het-zelvers. Boeren met problemen hangen niet direct aan de bel.
Het werk van de predikant is veelzijdig, maar daardoor ook versnipperd. Ik ben niet zo sterk in plannen, waardoor je gemakkelijk van het een naar het ander loopt. Je hebt altijd het gevoel ook nog andere dingen te moeten doen. Het werk is moeilijk af te grendelen. Soms zit je rustig bij je gezin en word je weggeroepen vanwege iets ernstigs. Die mogelijkheid is er altijd. Je werktijden sporen niet met de tijd dat het gezin bij elkaar is, onder meer de winteravonden.'

Nieuwe start
'Binnen de kerk wordt heel verschillend tegen het predikantschap aangekeken. Voor sommigen is het niet meer dan mensen helpen, maatschappelijk werk met een geestelijke dimensie. Het kan dan zijn dat je taak niet meer aan de verwachtingen voldoet, al kan ik hier persoonlijk moeilijk inkomen. Ik vermoed dat onder hervormd-gereformeerden het besef van de roeping tot het ambt meer en dieper leeft. Het ambt blijf ik zien als iets voor het leven, al wordt er functioneler over gedacht. In de gemeente moet je het ambt meer in de praktijk waarmaken. Dat heeft een positieve kant - je hebt niet automatisch gezag, omdat je dominee bent - maar ook een negatieve - alsof wij met onze gaven het zullen moeten gaan maken.'

Zou u hier net zo onbevangen over spreken, als Schoonrewoerd of Ooltgensplaat al zestien jaar uw eerste gemeente was?
'Ik kan me indenken dat mensen dan in de verleiding komen naar andere beroepen te kijken. Mensen solliciteren in het algemeen vanwege hun leeftijd, verstoorde verhoudingen, een groter inkomen. Zo werkt dat in de kerk niet, waardoor je in de gemeente kunt ervaren vast te zitten. Voor je eigen geestelijke ontwikkeling heb je het nodig een keer een nieuwe start te maken. Kootwijkerbroek was voor mij overzichtelijker dan Rijssen, meer afgebakend. Dit blijft een moeilijk punt, omdat je moet wachten, totdat de gemeente jou in het vizier krijgt. Ik heb wel eens begrepen dat de classis vroeger meer invloed op het beroepingswerkhad.'

Concurrentiepositie
Ds. Meijer heeft alleen in een gemeente gewerkt, met vijf collega's in Rijssen en dient nu met ds. J. Niesing Kootwijkerbroek. 'In Fort Macleod heb ik plezierig gewerkt, wat ook wel met mijn structuur te maken heeft. Het geeft je wat vrijheid, maar kan tegelijkertijd eenzaamheid betekenen. Werken in een meermansgemeente betekent altijd een bepaalde spanning, omdat je als predikant een zelfstandige bent, die zelf zijn werk moet invullen en dit tegelijk samen met anderen moet doen. Dat laatste kan je ook bemoedigen. Ik weet niet wat ik ideaal vind, ik pas me aan bij de situatie die ik aantref.
Met zijn tweeën ben je het meest kwetsbaar. In Kootwijkerbroek is er één kerkenraad, zodat je samen op hetzelfde stukje grond aan het werk bent. Dan is een goede verstandhouding erg belangrijk. En omdat de gemeente mondiger is, word je soms in een concurrentiepositie gedrongen. Dat is ook een gevaar voor de gemeente! Het gaat erom dat je dienend leiding geeft aan de gemeente. Als je je gezag te veel wilt waarmaken, loop je duidelijk gevaar verstrikt te raken in de wensen van de gemeente.'

Reageert u eens op het woord 'beroepingswerk'?
'We moeten eerlijk erkennen dat het een bevestiging van je werk is, als je een beroep krijgt. Voor iedereen is dat belangrijk. Het moeizame is dat het zich in hervormd-gereformeerde kring in een heel beperkt circuit afspeelt, wat overigens al vaker gezegd is. In een gemeente als de onze is het belangrijk dat je goed samenwerkt. De bekendheid van de dominees is ook nogal eens een probleem, terwijl ik vanuit de praktijk als consulent niet altijd gelukkig was met de adviezen van de Commissie voor het beroepingswerk.
We leven in woelige tijden, niet alleen vanwege Samen op Weg, maar ook omdat we zitten in een proces van voorzichtige veranderingen in de gemeenten. Dat heeft vaak met liturgie te maken. Het gevolg is dat er gekeken wordt hoe de dominee hierin staat: Is hij traditioneel of juist vernieuwend? Wat dat betreft ervaar ik onze tijd als moeilijk en spanningsvol. Wat is wijs beleid in de gemeente?'

Het woord 'traktement'?
'Je woont in een riant huis uit de vorige eeuw, wat veel extra kosten met zich meebrengt. Je hebt studerende kinderen, maar kunt ondertussen aan je inkomenspositie niets veranderen. Alles wat je vanwege extra werkzaamheden buiten de gemeente ontvangt, moet je opgeven, zodat de helft voor de fiscus is. Ik vind het niet verkeerd als predikant zakelijk te zijn, dat is iets anders als materialistisch. Iemands inkomen heeft toch te maken met zijn opleiding, verantwoordelijkheid en hoeveelheid werk? Daar zou in de kerk meer rekening mee moeten worden gehouden. Voor het wonen in de pastorie telt de fiscus 14.000 gulden bij je inkomen op. Ik ben er overigens nuchter in: het is je taak om rond te komen. Tegelijk is het vervelend als financiële zorgen je werk gaan drukken. Maar als je om je heen in de gemeente merkt dat bijvoorbeeld varkensboeren een heel moeilijke tijd doormaken, komen je eigen zorgen in een wat ander daglicht te staan.'

Het woord 'collegialiteit'?
'Het leiding moeten geven aan de gemeente maakt je soms eenzaam. Een collega is daarom heel belangrijk, al is ieder ook op zijn manier met zijn gaven zelfstandig bezig. Collegialiteit is hard nodig, maar is ook een veld voor potentiële spanningen. Ik zou het niet verkeerd vinden als er in een gemeente met meer predikanten eens gedacht werd over differentiatie. De een heeft nu eenmaal meer didactische, de ander meer pastorale gaven.
De verschraling in de contacten kan ontstaan, als men zich vanwege de gunst van de gemeenteleden gaat profileren. Ik heb op mijn bureau een spreuk van de Engelse theoloog James Denney staan: 'You cannot at the same time give the impression that you are a great preacher and that Jesus Christ is a great Saviour.' Dat vind ik, eerlijk gezegd, een dilemma: Je moet je gezag waarmaken en zodra je dat probeert, dreigt je eigenlijke roeping meer op de achtergrond te komen.'

Koninkrijk
'Het is zo ontzettend belangrijk dat je weet geroepen te zijn tot het werk in Gods Koninkrijk, en dat het ook om dat Koninkrijk gaat. God is bezig daarin te bouwen, door onze dwaasheden heen. In het kader van de hoop, ziende op de komst van Christus, is de tekst 'Hij Die roept, is getrouw, Die het ook doen zal' een woord voor heel de gemeente. In een preek over heiligmaking heb ik dit pas aan de orde gesteld.
Ondertussen ben je wel dankbaar als je merkt dat het werk gezegend wordt, als mensen reageren op de verkondiging. Wanneer jouw woorden gebruikt worden, is dat een bevestiging ervan dat God Zijn werk doorzet, gebruikmakend van onze gaven, maar ook ondanks onze dwaasheden en gebreken.'

Volgende week een gesprek met ds. J. L. W. Koppenhol uit Huizen.
P. J. VERGUNST, APELDOORN

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Zicht op de werkelijke taak

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 februari 2001

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's