ZENDING: DAAR EN HIER...

JUBILEREN

Jubileren is een jubelfeest vieren, staat er in het woordenboek. Maar als we aan het 100-jarig jubileum van de GZB denken, hebben we gemengde gevoelens.
Zien we naar de kerkelijke situatie, dan is het bestaan van de GZB schrijnend. Het herinnert ons er voortdurend aan dat het in onze Kerk nog steeds niet mogelijk is gebleken tot één zendingsorgaan te komen. Kijken we naar de missionaire opdracht, dan is er geen reden voor een voldaan gevoel. De taak van de wereldzending is nog steeds onvoltooid. Voor we aan de uitersten der aarde zijn (waar zijn die eigenlijk? ), passeren we heel wat volken en stammen die de Naam van Jezus Christus niet of nauwelijks kennen. Gaan we verder dan het uiterste der aarde, dan komen we weer in ons eigen land terug, waar de ontkerstening zó heeft huisgehouden, dat we op dat terrein waarschijnlijk de treurige wereldkampioen zijn. Ten laatste is de actieradius van een kleine organisatie als de GZB met het oog op 'heel de wereld' zó beperkt, dat de naam van ons zendingsblad 'Alle Volken' wel als pretentieus aangeduid zou kunnen worden.

Toch is er reden voor jubel. Niet om de GZB. In de Bijbel wordt, dacht ik, nooit gejubeld over mensen of organisaties, een enkele godvrezende koning uitgezonderd. Gejubeld wordt er altijd over God. Neem nu Psalm 98. De HEERE, de God van het verbond, brengt verlossing aan de mensen. Hij is trouw aan Zijn volk Israël, dwars door al hun ongehoorzaamheid heen. Met Zijn sterke rechterhand verlost Hij hen keer op keer. Daardoor bestaan zij voort tot op de dag van vandaag. Zijn beloften aan hen worden nog vervuld! Zijn kracht om te verlossen blijft echter niet beperkt tot Israël. Met Zijn macht grijpt Hij ook in ten bate van de volken. Alle einden van de aarde zien het heil van God. Hij doet wonderen. Hij blijft wonderen doen, om Zijn Naam die 'getekend' is in Jezus en Zijn volbrachte werk. Daarom wordt er gejubeld. Dat houdt nimmer op, ook niet in moeitevolle omstandigheden. In die jubel doet ook de GZB mee, en allen die uitgezonden zijn, die werken onder de volken. Ook de gemeenten die bij de GZB betrokken zijn, en allen die in wijdere kring aan de zendingsopdracht gehoor geven. Waarom? Omdat de basis ervan de goedertierenheid van God is. De Heere denkt aan Zijn goedertierenheid. Aan Zijn liefde, zo vertalen de Engelsen. Dat betekent heil voor de mensen. Heil en zegen in 2001 en zolang de tijd duurt.

We jubelen omdat God voortgaat. Samen met allen die Zijn Naam liefhebben zien we uit naar Zijn toekomst. Want Jezus komt om de wereld te richten in gerechtigheid.
Zover is het nog niet. Ongerechtige dingen hebben nog de overhand. Wij weten ook als GZB van tekorten en gebrokenheid. Wat een troost als we vanuit het volbrachte werk van Jezus mogen zeggen: 'Maar onze overtredingen die verzoent Gij' (Psalm 65). Spoedig zal Jezus komen. Tot zolang beijveren we ons samen met velen om de Naam van Jezus te brengen tot de einden der aarde. Daarom:

'Laat zuid en noord nu zijn verblijd,
Hem prijzen west en oost,
Aan Christus hoort de wereld wijd,
In Hem is zij vertroost.'
     John Oxenham

Ds. J. VAN OOSTENDE,
ALGEMEEN SECRETARIS GZB

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen