Hier woonde Jezus Christus II
’En Nazareth verlaten hebbende is Hij komen wonen te Kapernaüm, gelegen aan de zee, in het gebied van Zabulon en het land Nephtalim; opdat vervuld zou voorden hetgeen gesproken is door de profeet Jesaja, zeggende: Het land Zabulon en het land Nephtalim, aan de weg der zee, over de jordaan, Galilea der volkeren; het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en degenen die zaten in het land en schaduw des doods, hun is een licht opgegaan.'
Dit wonen is een vervulling
De Christus kiest zich Zijn woonplaats niet in het wilde weg, waar het toevallig zo uitkomt. Mattheus zou Mattheus niet zijn, als hij, in het bijzonder voor zijn Joodse lezers, hierin de vervulling van Gods beloften niet zou laten zien. 'Opdat vervuld zou worden hetgeen gesproken is door de profeet Jesaja'. Mattheus leeft in de Schriften. Maar ook de Christus leefde in Zijn Schriften. 'Die zijn het, die van Mij getuigen.' De Here Jezus las Zijn weg als de Messias als het ware af uit de Schriften. Heel de persoon en heel het werk van Christus is vervulling van de profetie. Ook Zijn wonen in Galilea. Al de getrokken lijnen van het Oude Testament komen in Hem samen. Alle rivieren lopen uit in deze zee. Er zou een licht opgaan in het land Zebulon en Naphtali, aan de zeeweg in het noorden (naar de Middellandse Zee toe) en in het Overjordaanse land. Het staat in de bijbel! Dat Galilea der volkeren is bijbels aangewezen. Daar zal het Licht opgaan.
De vromen van het oude verbond hadden reikhalzend uitgezien naar de komst van de Zaligmaker. De profeten hadden getuigd en beloofd: Hij komt. Nu is Hij gekomen. Welnu, dat is dan ook vervulling. En wij worden met de neus gedrukt op de Bijbel. Lees toch die Bijbel. Gods Woord. Biddend en worstelend oTn Christus te vinden.
Wij worden niet door praatjes zalig. We worden niet behouden door eigen bevindingen of diepzinnige gedachten. We worden zalig door een schriftuurlijke Zaligmaker. Hij is vervulling. Van de profetie. En daarom, als wij de Here Jezus willen leren kennen, moeten we die profeten leren kennen. Dan moeten we bijbels zijn. Lezers. Geoefende christenen zijn bijbelse mensen. Zij leven bij de Schriften, bij Oud en Nieuw Testament. Wat is dat schaars onder ons. Wat moest dat anders zijn. Wij hebben zo gauw genoeg aan een tekstje of een inval. 'Ik dacht zo', zeggen we parmantig. 'Ik zeg maar zo ...' De vraag is, wat de Schrift er van zegt!
Onze tijd gaat mank aan eigenwijze christelijkheid. Wij willen eigentijds zijn en begraven de heilige Woorden Gods. We kneden dat Woord om er ons deeg van te maken en ónze koekjes van te bakken. Koekjes van eigen deeg. Maar het moet anders. Niet wij moeten over Gods Woord heersen, maar Gods Woord moet over ons zeggenschap hebben, het te zeggen hebben met al de zeggingskracht van de Geest. Wij hebben te buigen onder dat Woord en te vallen onder die Waarheid. Heel het werk van Christus is daadgeworden Woord. Het Woord is vlees geworden heeft onder ons gewoond!
Zo is Christus' werk vervulling. Zijn wonen in Galilea schriftuurlijk, en 'zo betaamt het Hem, ook hierin, alle gerechtigheid te vervullen’.
Nu vinden wij een ander aspect. Dat wonen van de Zoon Gods is gevuld met bewogenheid, zoekende liefde, trekkende aandrang.
Dit wonen is een ontferming
Ja, vol ontferming is dat wonen van Christus. Het is gericht op verloren mensen, in wie geen goed woont. Er wordt immers gesproken in Jesaja's profetie over dat volk, dat in duisternis wandelt. Daarvoor komt schijnen dat licht der wereld. Voor dat volk. Daarmee is bedoeld het volk van Galilea. Duisternis was zijn deel.
Nu, dat was daar zeker het geval. De mensen leefden er onder de voortdurende trekracht van het heidendom, aan de grens van de afgoderij. In tijden van oorlog vormde Galilea altijd het eerste oorlogsterrein en leverden de Galileërs steeds de eerste slachtoffers. Maar die duisternis is toch wel in het bijzonder het beeld van hun geestelijke toestand. Duisternis en schaduw des doods .. . het is hun ziel, hun bestaan voor God.
Buiten God leven zij, leven wij, mensen. Gebonden in schaduw van de dood. Vervallen aan ondergang en ellende. Daarin zijn die Galileeërs bepaald niet alleen. Zij zijn het, wij zijn het. Zeker waren zij in overoude tijden mensen die het moeilijk hadden, stoffelijk en geestelijk. Maar zij zijn daarin toch een deel van ons allen, ook in onze tijd.
Volk in duisternis, volk in schaduw. Welke duisternis, welke schaduw? Van de zonde, van de schuld voor God. Wat dat betreft hebben we ons niet te laten bedriegen door het optimisme van veel mensen en denkbeelden. We zitten vast. Muurvast in de greep van duistere machten. We hebben deel aan donkere hartstochten. We gaan mee in de verlorenheid van een inktzwarte dood. En Gods Woord zegt telkens en telkens weer: het is uw eigen schuld, uw eigen zonde. U hebt God verlaten, zeer persoonlijk. U hebt Gods wet overtreden. U doet dat alledag. U maakt het dagelijks erger. U zoekt u-zelf. Uw hart en verstand zijn verduisterd. En zo hoogmoedig, eigengereid, parmantig, trekken wij ons van alle waarschuwingen niet teveel aan ...
Volk in de duisternis. Veel mensen in Galilea moesten het gaan ontdekken, zoals veel mensen in onze dagen eraan ontdekt moeten worden, dat we zó zijn en er zó bij lopen: volk in duisternis, mens in de schaduw, zielen in nood! Op zijn sterfbed snikte de grote Duitse dichter Schiller: 'Licht! Mehr Licht'. Waar Gods Geest werkt wordt het gebed geboren en verdiept om licht. Licht in ons duister. Wie zal ons redden, vergeven, helpen? Het duister van de tijden, de slagschaduw van de zonde doet ons vergaan in de nacht. Een eeuwige donkerheid bedreigt ons.
Of er zulke bidders in Galilea waren, weet ik niet. Ik vermoed van wel. Zulke mensen zullen er altijd zijn. En God doet er wat aan. Doet er alles aan. Aan die bange vlinders in de nacht. Want Zijn hart is zo ontfermend, zo warm van Liefde, zo vol van bewogenheid. Christus gaat woning maken in Kapernaüm, dat predikt dit: Gods ontferming ontsteekt een licht in het duister van de nacht:
Dit wonen is een verlichting
In de donkerheid van Galilea, in de schaduw der wereld, in de zielen van verloren zondaars steekt God de lamp aan. Jezus! Hij is het Licht. 'Ik ben het Licht der wereld'. 'Een Licht tot verlichting der heidenen’.
Zij, die gebonden zaten
n schaduw van den dood,
naar 't scheen van God verlaten,
begroeten 't morgenrood.
De ellende van de schuld maakt het donker in ons leven. Duizenden nu steken een kunstlicht aan. Zij leven op de zwakstroom van eigen gerechtigheid. Maar Gods Heilige Geest wil ons aansluiten op de sterkstroom van het hemels Licht. Dat Licht is Jezus Christus. De Christus woont in Kapernaüm als een brandend licht in de duisternis. ' 't Licht dezer wereld is reddend verschenen'. Hoe is Hij dat?
Nu, wij kunnen ons misschien nog wel voorstellen, dat Hij in Zijn verhoging het Licht van de wereld is. Maar hier, in de tekst die wij overwegen, blijkt, dat Christus in Galilea het Licht der wereld is. Dat is de Christus in Zijn vernedering. De Heiland van zondaars is het Licht in de nacht ook van uw leven, lezer. Niet alleen voor de Jood, ook voor de heidenen. We zien Hem daar woning zoeken en vinden in dat armzalige vissersdorp, in een gat van de wereld, mens onder de mensen. Hij lijdt met de lijdenden en weent met de wenenden, is arm met de armen. Hij breidt naar kinderen Zijn armen uit. Naar dat volk in de duisternis.
Misschien leest iemand dit, die zich bevindt in diepe duisternis. U voelt uzelf zo verloren. Het is nacht. Zie dan op deze Ontfermer en Middelaar, deze gevende en verlossende Jezus. Hij wil ook onze duisternis verlichten met Zijn reddende aanwezigheid. Door Zijn Woord en Geest komt Hij bij u. Smeek om Hem en vertrouw u aan Hem toe.
’Vertrouw op Hem, o volk in smart,
stort voor Hem uit uw ganse hart.’
Dat zal helpen. Hij zal helpen. Hij komt erin, in al de nood van Galilea en van u en van mij. Hij spreekt, hoort: Ik neem ze van u af, al uw zonden, om niet. Ik verlicht uw dikke duisternis met al Mijn Heil.
Geloof dat, leef daaruit, bid daarom.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1972
De Waarheidsvriend | 12 Pagina's