De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIËN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIËN

7 minuten leestijd

Postgiro 138421.
Dezer dagen sprak ik dien vriend weer eens die mij vóór enkele maanden, toen ik pas Minister van Financiën was geworden, de voorspelling deed dat ik er niet veel pleizier van zou beleven. Hij zei: warempel, dominé, 'k geloof dat ik het toen mis heb gehad, want ik geloof dat je der tot hiertoe een heele boel pleizier van gehad hebt. Tenminste zoo aan de stukjes in de krant te oordeelen, geloof ik dat je der nog al schik mee hebt.
Ik zei: ja man, zoo zie je alweer dat je met je voorspellingen maar wat voorzichtig moet zijn. De menschen, ook „onze menschen", meenen tegenwoordig zoo goed over een ander te kunnen oordeelen; zij kennen een ander dikwijls veel beter dan die ander zichzelf kent, maar je ziet wel: je kunt het leelijk mis hebben, 't Is goed dat je 't nog maar bekent dat je 't mis hebt gehad, want die menschen zijn er om 't andere huis ook niet, die dat zoo openhartig erkennen als jij. De meeste menschen, al hebben zij 't mis, weten de dingen dan nog zoo te draaien dat zij 't toch raak hebben gehad. Maar jij zegt zelf dat je 't mis hebt gehad. Nu dat heb je ook, hoor. Want ja, 'k heb er nog geen oogenblik verdriet van gehad dat ik voldaan heb aan een der laatste wenschen van onzen vorigen Penningeester. Integendeel, 't bezorgt me soms wel wat drukte, maar dat heb ik er van harte voor over en ik kan gerust zeggen dat ik met lust en liefde de taak voortzet die God onzen vriend Fliehe op Zijn tijd uit handen nam. Ach, de vrienden van onze fondsen zorgen ook in den regel nog al dat ik mijn werk niet zuchtende behoef te doen. t Is nog maar een paar maal gebeurd dat ik onder de streep ben gebleven, maar anders ..........
Ja, viel hij in, de vorige week hebt ge weer een heele vette gehad, maar dat kwam ook veel van al die kwitanties, waar de post het zoo druk mee heeft gehad. Bij mij kwam er ook zoo'n ding; moeder de vrouw keek 'n beetje zuinig, maar ik zei: mensch, dat kunnen we immers niet laten, al was 't alleen maar om den dominé, en toen heb ik hem dus ook maar betaald.
Nou, zei ik, dat was je ook maar geraden; anders had ik je met naam en toenaam in de krant gezet. Ja, sprak hij, daar was ik al bang voor, maar zijn er nog al niet veel van die dingen terug gekomen? Nou, zei ik, dat gaat best, dat is niet tegengevallen. Kijk eens, daar zijn onder „die dingen" drie soorten. De eerste soort wordt betaald. Die blijven dus dadelijk weg en je kunt het geld er van halen of het wordt op de postrekening overgeschreven, en daar denk je dan van: „die binnen bennen, bennen binnen".
De tweede soort wordt geweigerd. Daar zijn natuurlijk altijd leden, die overleden zijn en daar zijn er ook altijd die bedankt hebben. Dat „overleden" leest ge altijd met een zekeren weemoed in het hart en als er „bedankt" op staat, dan denk je: jammer, dat er niet bijstaat waarom zij bedankt hebben, maar ja ..... daar sta je natuurlijk machteloos tegenover. Je kunt natuurlijk niet aan ieder persoonlijk gaan schrijven: waarom heb je dat nu gedaan? En bovendien wij leven in een vrij land, ieder is vrij om zich als lid van den Bond te laten inschrijven, maar ieder is even vrij om zich weer als lid te laten afschrijven.
Maar dan is er nog een derde soort. Dat zijn ze van hen, die niet thuis waren of die verhuisd zijn of ook van hen die „geweigerd" hebben, maar waar je, omdat je ze te goed kent, van denkt: neen vrind, dat gaat er zoo niet, dat probeer ik nog eens, hoor, want toen je dat gedaan hebt, ben je zeker niet bij je hart geweest. Daar liggen er dan ook nog verscheidene op mijn bureau die we nog eens „overdoen". Degenen die niet thuis waren zijn dan wellicht wèl thuis. Degenen die verhuisd waren — de meesten daarvan zijn dominé's — zoeken we dan op aan het nieuwe adres; en degenen die geweigerd waren en van wie je denkt: maar hoe komt die daar nu toe? krijgen op die manier nog eens een duw in hun consciëntie, die misschien wel zoo raak is dat de contributie-gulden er uit rolt.
Nu we zullen maar eens zien, sprak mijn vriend, wat er van terecht komt. En van die verwachting klopt het hart van den Penningmeester natuurlijk ook.
Maar kom, we gaan 't laadje eens openen en zien wat er voor den dag komt. 't Begint met de vette letters. Die gemeente, waarop ik vorige week al doelde, was
P u t t e n. Daar hadden zij nog geen Paaschcollecte gehouden omdat er in dien tijd voor andere dingen was gecollecteerd. Nu, de wijze kent tijd en wijze. Daarom was het ook maar verstandig van de broeders in Putten om de geschikte gelegenheid af te wachten. Zij dachten: de Penningmeester stuurt de Paaschcollecte niet terug, ook al wordt het na Pinkster. Nu, daar hebben zij ook wel gelijk in gehad. En zoo ontving ik dus van ds. Van Amstel een bedrag van
TWEE HONDERD VEERTIG GULDEN EN VIER EN ZESTIG CENT (ƒ 240.64), waar wij natuurlijk hartelijk mee verblijd zijn, temeer, omdat 't anders maar een betrekkelijk schrale week zou zijn geweest. Deze collecte maakt dus om te beginnen alles al goed. 'k Hoop maar, dat er nog meer van die Kerkeraden zullen zijn die denken: beter laat dan nooit. Mij dunkt er zijn er nog verscheidenen wier geweten, als zij dit lezen, spreekt. Verder ontving ik
A m e r s f-o o r t, van ds. Van den Berg een gift van ƒ 1.— voor het Studiefonds van N.N. — deze gift verzuimde ik al een paar weken te verantwoorden —, en nu van denzelfde weer een gift van ƒ 1.— van den heer J. voor het Studiefonds.
Z e i s t, van ds. Bartlema eerst een gift van een zuster der gemeente van ƒ 5. — , toen nog een gift van een zuster der gemeente van ƒ 2.50, en nu vanmorgen weer ƒ 10.—, zijnde een deel van het bedrag Z.Eerw. door N.N. ter hand gesteld uit dankbaarheid voor het bedanken voor Kralingen. Tezamen dus ƒ 17.50. Ik denk haast, dat er in Zeist nog wel meer menschen blij zijn dat ds, B. bedankt heeft, is 't niet?
R ij s s e n, van ds. Van Voorthuijzen, hem per brief toegezonden door N.N., een bedrag van ƒ 5.—.
R o t t e r d a m, van ds. Van Toorn een gift van ƒ 10.— van N.N. uit Kralingen. 
A m s t e r d a m, van ds. Remme nog een nagift van ƒ2.— van de spreekbeurt, vervuld door ds. Timmer.
U t r e c h t, van mej. C. Vermeulen den inhoud van busje no. 14, zijnde een bedrag van ƒ 10.—.
En hiermee ben ik deze week uitgepraat en kan ik dus weer eindigen met mijn hartelijken dank voor een eindbedrag van
f 287.14.
Veenendaal. De Penningmeester,
Ds. M. JONGEBREUR.
P.S. Nieuwe abonné's op „De Waarheidsvriend" van 20 Juli tot 4 Juli: Rotterdam 5. Vianen 1. Slikkerveer 1. Kamperveen 1. Ulrum (Gr.) 1. Tolbert (Fr.) 2. Ureterp 1. Dirksland 1. Bergen 1. Holten 1. Waalwijk 1. Veenendaal 1. Aalst 1. Goudriaan 1. Leiden 1. Maassluis 1. Totaal 21.

POSTZEGELS, CAPS. EN ZILVERPAPIER
Ontvangen van:
1e. J. M. Molenaar, Bodegraven, zilverpapier;
2e. Mevrouw van Slijne, Goudriaan, zilverpapier en theelood;
3e. J. Wolfs, Onstwedde, zilverpapier en postzegels; 
4e. Douwe Timmermans, Tietjerk, zilverpapier, capsules en oud koper, mij toegezonden door ds. Lans te Suawoude;
5e. mej. M. Reitsma ..... ? Friesland, zilverpapier, postzegels en oud zilver.
Met zeer hartelijken dank en aanbeve­ling.
Mej. J. DEN HARTOG.
Krommedijk 60, Dordrecht.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FINANCIËN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's