RONDOM DE LEESTAFEL
AAN ZIJNE TAFEL, door Matthew Henry. Onderwijzingen tot het recht gebruik van des Heeren Heilig Avondmaal. Vertaald door ds. J.D. Wielenga te Franeker. Ingeleid door dr. B. Wielenga te Amsterdam. Uitgave: J.H. Kok te Kampen.
Dit is een boek, handelend over des Heeren heilig Avondmaal, om te dienen als gids voor degenen die aan den disch des Verbonds wenschen aan te zitten. Door en door Schriftuuriijk als Matthew Henry, dien wij uit zijn bijbelverklaring kennen, is, brengt zijn woord ons telkens tot de Schrift, om zoo ons hart te onderrichten in de geestelijke dingen, bizonder nu rakende des Heeren heilig Avondmaal. Aan zoo'n boek was behoefte. Wij, voor ons, zouden het wat beknopter hebben willen zien, het is hier en daar wel wat wijdloopig, maar 't is steeds bijbelsch-geestelijk en een uitnemende leermeester voor zielen, die naar den Heere vragen en bij brood en beker wenschen aan te zitten. Gemoedelijk, bevindelijk, gevoelig is dit geschrift, in den zin zooals onze belijdenisschriften, zooals met name de Catechismus levendig, hartelijk, teeder, diep is bij de behandeling der goddelijke zaken. Mystiek, gemoedelijk, bevindelijk zooals ons Avondmaalsformulier. Daarbij nergens verglijdend op het dwaalspoor der valsche, onbijbelsche mystiek.
Waar dit boek een leidsman voor den Avondmaalganger wil zijn, kunnen we het van ganscher harte aanbevelen.
Veertien hoofdstukken telt dit lijvige boek van bijna 300 bladz. De aard en het wezen van het Sacrament, de noodiging tot dit Sacrament, de zelfbeproeving, de vernieuwing van het verbond met God, de gestalte des harten, wat het geloof aan de tafel des Heeren ziet, godvruchtige overleggingen tijdens de Avondmaalsviering, de vertroostende sprake van het Avondmaal enz., worden achtereenvolgens behandeld. De heer Kok zorgde voor een royaal formaat, duidelijke letter en een geheel keurige uitvoering.
TEKST EN UITLEG. Praktische bijbelverklaring. Exodus, door prof. dr. F.M.Th. Böhl. Uitgave: J. B. Wolters, Groningen.
Weer een mooi boekje van „Tekst en Uitleg". Heerlijk, dat zoovelen in deze dagen bezig zijn met de Schrift te onderzoeken en te bestudeeren! Dat is toch maar een zegen te noemen, wat ons te meer verblijdt, dewijl de dagen boos zijn. Prof. Böhl, die ons eerst twee deelen Genesis gaf en met nog andere bijbelboeken bezig is (Leviticus, Ezra, Nehemia, Psalmen) geeft ons hier een mooie vertaling van het boek Exodus en een uitvoerige uitlegging van het boek. Natuuriijk is het hier de plaats niet om over verschillende dingen te spreken, maar we willen wel verklaren, dat we met de grootste belangstelling menige bladzijde hebben gelezen en wij verblijden er ons over, dat „Tekst en Uitleg" dit deeltje deed verschijnen. Wij hopen hartelijk dat deze uitgave door veler belangstelling en medewerking een goeden voortgang mag hebben.
JEZUS — PAULUS EN ROME, door prof. dr. J. de Zwaan. Uitgave: H.J. Paris. Amsterdam. 1927.
In 't laatst van de 18de eeuw, zegt prof. de Zwaan, was voor ieder „denkend" mensch duidelijk, dat „'t wezen van het christendom" was: de redelijke godsdienst van den braven wereldburger. In de 2de helft van de 19de eeuw werd alles samengesteld en opgebouwd, onder de hooge protectie van de natuurwetenschappen, uit fragmenten, uiteraard van anonymi afkomstig. Geen historische figuur liet men heel. En het wezen van het christendom werd samengesteld ten koste van wat tot dusver het Christendom was geweest! De man van de studeerkamer was altijd bezig den historischen Jezus los te praepareeren uit bijna 19 eeuwen oude documenten en wat er van terecht kwam was niet zelden iets heel wonderiijks. De stukmaakmethode was in eere! De „gegevens" werden uit- én in elkaar geschroefd. Hun samenstelling was hun wezen. Later is dat weer anders ge worden, toen men meer aandacht had voor de totaliteit, voor het functioneeren en den zin der verschijnselen in hun eigen verband.
Prof. de Zwaan wil in zijn boek: „Jezus — Paulus — Rome", met den „concreet-historische" kijk op het Christendom, het Christendom doen zien als één, concreet, grijpbaar iets, dat doorloopt uit de Oudheid tot in heden en toekomst. Niet, dat alles wat onder Christenen leeft en door hen tot de sfeer der religie gerekend wordt, nu ook zonder critiek als wezenlijk Christendom zou moeten worden aanvaard, 't Is niet bron en stroom en monding van de vorige eeuwen tot nu, zonder inmenging van vreemde dingen. Maar 't is óók niet zoo, dat God „de bron" zou hebben gegeven en verder zich heeft onthouden van alle leiding of bemoeienis, zooals het Deïsme van den pruikentijd leerde. De vraag naar het wezen van het Christendom moet dus gesteld, maar zij is alles behalve eenvoudig. Prof. de Zwaan wil voor den beschaafden lezer een kijk op het Christendom geven. Waarbij als levend princiep dan niet „iets" maar „Iemand" naar voren treedt; en de Christenen saam zijn het lichaam van Christus. En omdat het Christendom zulk een „concreet" verschijnsel is, is de historie van zoo groote beteekenis. De groote toppen, de karakteristieke lijnen, komen op een afstand beter uit. En dan wordt de titel van het boek: Jezus, Paulus en Rome. Dat beteekent een gang van middelpunt naar omtrek, van het centrale en vitale naar wat levensuitdrukking en levensmilieu werd. En door dit heele boek klinkt dan iets door van het besef, dat het Christendom worstelt, de eeuwen door, om zijne realisatie in een weerbarstige materie. Het doel van het boek is mee te werken tot verlevendiging van het besef welk een geweldig geheel dat Christendom is, dat ons draagt en dat wij, door Gods genade, voor een wijle in ons dragen. Het mooie boek, zoo keurig uitgegeven en zoo levendig beschreven, telt 20 hoofdstukken: Ethiek of moraal in Jezus' woorden? Het tijdelijke en plaatselijke in Jezus' wereld; Jezus in zijn ethiek; Jezus' moeilijke woorden; Kosmisch perspectief; Jezus' ethiek en het kerkelijk christendom; Eenzijdigheid in Jezus' ethiek? Jezus en de mensch. [„Terwijl Hij hen deed beseffen, dat leven eerst leven is, wanneer een mensch zich onvoorwaardelijk geeft als krachtcentrum voor den Oppersten Wil, maakt Hij allen wakker, die de worsteling der menschheid aanschouwen kunnen in het licht Gods" blz. 59. „Jezus' ethiek is in de historie cultuurscheppend gebleken. Zij vormde zedelijke persoonlijkheden en niet, zooals dat in den aard van alle „moraal" ligt, zedelijke fanatici". „Wie zou meenen dat de kluizenaar de ideale christen zou wezen, wrijve zich de oogen eens uit om te zien of dit inderdaad zoo is." blz 60]. Het loflied in het Dogma. [„Het dogma is een loflied en zelfs meer dan dat. Het is de natuurlijke uiting van de behoefte om achter de hoogste ervaring ook de hoogste verklaring te stellen" blz. 66]. Paulus en Calvijn; [„Calvijns God is de Oneindige, oneindige in alle opzichten". „Die duizeling voor God, dat gevoel van Gods oneindige majesteit, trilt als grondtoon door de harmonieën van Calvijns logica" blz. 70—71]; Praedestinatie en inconsequentie enz. enz.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 juli 1928
De Waarheidsvriend | 4 Pagina's