UIT DE PERS
Rusland en de christelijke kerken in het Midden-Oosten.
In het conflict tussen de Arabische staten en Israël is gedurig weer sprake geweest van Russische infiltratie. Ook de christelijke kerken — kleine groepen vaak temidden van de Moslims — zijn hierbij betrokken. Want Rusland probeert ook de christenen in deze landen gunstig voor zich te stemmen.
Dr. H. Mulder, die aan de theologische Hogeschool in Beiroet werkzaam is, vertelt in het Geref. Weekblad van 25 augustus het een en ander over deze Russische steun aan de Oosterse kerken.
Patriarch Alexei van Moskou, die jarenlang weinig of geen contact had gehad met de vertegenwoordigers van kerken bulten Rusland bezocht dadelijk na het einde van de tweede wereldoorlog in Europa — reeds in juni 1945! — Antiochië, en had In deze stad, vanouds belangrijk in het leven van de Oosterse kerken, uitvoerige gesprekken met de leiders van de Grieks-Orthodoxen te Moskou, en kon gemakkelijk gedaan krijgen, dat het Russische patriarchaat de verstrooide geloofsgenoten in Beiroet en Damascus weer zou bijeenbrengen.
Dit was slechts een begin. Het patriarchaat te Moskou stelde belangrijke bedragen in geld ter beschikking voor de bouw en inrichting van een Grieks-Orthodox ziekenhuis te Beiroet. Men zegt, dat hiermee een bedrag van tien miljoen Libanese ponden (ongeveer 12 miljoen gulden) was gemoeid. Niet alleen stond de Sowjet-Unie toe, dat de inventaris van het ziekenhuis, in Rusland gereed gemaakt, werd uitgevoerd naar Libanon, maar de Russische ambassadeur te Beiroet was één van de belangrijkste gasten bij de opening van het ziekenhuis.
Er werden herhaaldelijk reizen gemaakt naar de Sowjet-Unie door de leiders van de Grieks-Orthodoxe kerk in het Nabije Oosten. Het frappante hierbij was, dat het Russische persbureau Tass bij al deze gelegenheden op uiterst vriendelijke wijze van deze bezoeken melding maakte. De rode loper was, om zo te zeggen, onophoudelijk uitgelegd om de patriarch of zijn vertegenwoordigers op een passende wijze te kunnen verwelkomen.
Over deze nieuwe ontwikkeling wordt zeer verschillend geoordeeld, ook door de leden van de Grieks-Orthodoxe kerk. Er is een groep, die zeer gereserveerd staat tegenover deze toenadering, maar er zijn anderen, die denken dat de Oosterse kerken, die zoveel eeuwen in de verdrukking hebben geleefd, met deze hulp een nieuwe periode van bloei tegemoet zullen gaan.
Dat alles maakt het voor de christenen daar niet gemakkelijk hun weg te vinden. 'Laten we niet vergeten: Deze kerken zijn in het verleden in de smeltkroes van het lijden geworpen. Is het niet begrijpelijk dat men dankbaar is thans in vrijheid te mogen leven en werken? In dat licht moet men ook de verhouding bezien tussen Rusland en de Armeens-Apostolische kerk. Deze Armeense kerk bezit twee centra, waarvan het één geheel in de Russische invloedssfeer leeft en te maken heeft met het leven onder een communistisch regiem, terwijl het andere centrum zich in de Libanon bevindt. Verschillenden van hen zijn van oordeel dat men moet streven naar hereniging met de gemeenteleden in Rusland, opdat de eenheid van de kerk weer mag worden verkregen. We citeren nogmaals dr. Mulder:
Bovendien heeft naar het oordeel van deze groep het begrip „vrije wereld" een onzekere en zelfs twijfelachtige betekenis. Niet weinig Armeniërs gevoelen zich, hoewel ze in vrijheid in Libanon hun werk kunnen doen, bedreigd in hun bestaan.
Telkens weer doken, toen de oorlog tussen de Arabische landen en Israël woedde, geruchten op over een op handen zijnde burgeroorlog tussen moslims en christenen in dit land. Op welke steun uit het Westen zouden de christelijke bevolkingsgroepen in dat geval kunnen rekenen? Dat was een angstige vraag, die menigeen zich stelde. Heel veel bemoediging kon er bij het formuleren van een antwoord niet worden gegeven. Bij de binnenlandse moeilijkheden in 1958 verscheen de Amerikaanse vloot, die voortdurend ui de Middellandse zee opereert, op de rede van Beiroet, en werd snel overeenstemming bereikt tussen de leiders van de diverse groeperingen. Maar wat kan men bijna tien jaar later van een tussenkomst van Amerika of Engeland verwachten? Is het, zo betoogt men, in deze situatie niet verstandiger met Rusland goede maatjes te worden, opdat men in geval van nood op een grote macht een beroep kan doen?
Er is niet veel verbeeldingskracht nodig om aan te nemen, dat Rusland zulk een gedachtengang gaarne aanmoedigt en ook op deze wijze zijn invloedssfeer hoopt te kunnen vergroten in het Nabije Oosten.
Voor ons die dit alles op grote afstand horen zijn dit vaak onbekende feiten. Terecht kan gevraagd worden: Zijn wij ons voldoende bewust van de moeilijke tijd die deze christenen in de Arabische landen doormaken? De aandacht en de sympathie zijn in de voorbije maanden nogal naar Israël uitgegaan. Begrijpelijk... en toch, laten wij ook deze christenen in de Arabische wereld niet vergeten. De kleine Kerken moeten hun weg bepalen temidden van politieke verwikkelingen en intriges. Voorwaar geen eenvoudige zaak.
Conferentie in Oberwart.
De Kamper Hoogleraar, prof. dr. C. v. d. Woude, heeft in Oberwart, 150 km ten zuiden van Wenen, een predikantenconferentie bijgewoond, waaraan onder meer een aantal predikanten uit Oost-Europa deelnamen. Voor het wederzijds contact juist ook met de kerkelijke leiders achter het ijzeren gordijn zijn dergelijke ontmoetingen zeer belangrijk. In het Geref. Weekblad van 25 augustus vertelt prof. v. d. Woude ons het een en ander van deze ontmoeting, o.a. over gesprekken met predikant uit Roemenië.
Het spreekt van zelf dat na het gesprek over de preek we nog over veel andere dingen hebben gesproken. Je wordt verrast als je hoort, dat in Roemenië een gereformeerde kerk van meer dan achthonderdduizend zielen is, met de Heid. Cat. en de tweede Helvetische confessie als belijdenis. De kerk leeft wel in een communistische staat en is aan meer bepalingen gebonden dan bij ons, maar uit de beide preken, die ze voor ons vertaalden, bleek, dat de boodschap van het evangelie ook in Roemenië nog wordt gebracht. We kregen ook de indruk, dat er een bange stalinistische periode is geweest, waaronder ook de kerk heeft geleden, doch dat daarna een tijdperk van liberalisering is begonnen, dat nog niet afgesloten is en waaraan we mede de ontmoeting met deze Roemeense broeders hadden te danken. Trouwens het is de laatste tijd uit onze dagbladpers wel duidelijk geworden dat Roemenië politiek al meer een zelfstandige koers gaat varen en bet is te hopen dat dit ook in de bewegingsvrijheid voor de kerk tot uiting zal komen.
Ondanks de prikkeldraadversperringen is er toch contact. Er leven, aldus prof. v. d. Woude, in Oost-Europa broeders, met wie we ons één weten in het geloof.
Spanningen in Jeruzalem.
De bezetting van de oude stad Jeruzalem door Israël heeft de problemen uiteraard niet weggenomen. Integendeel, de spanningen zijn nog vele. In het Evang. Luthers Weekblad van 2 september vertelt dr. C. H. Lindijer het een en ander uit een brief van een Amerikaanse, die gehuwd is met een Libanese arts.
Op mijn bureau ligt ook een brief van een Amerikaanse, die getrouwd is met een Libanese arts. Zr. Miek Zier, sommige lezers wel bekend, zelf ook werkzaam in Libanon, stuurde hem door naar verschillende Nederlandse adressen. Hier klinkt wel een heel ander geluid! Het is een „open brief aan de christenen van de westerse wereld", geschreven „namens Jeruzalem en haar inwoners" „over de toestand van de Heilige Stad Jeruzalem". De schrijfster was samen met haar man van september '66 tot 19 juni '67 in Jeruzalem; haar man werkte als arts in het bekende lutherse ziekenhuis op de Olijfberg, in het Jordaanse stadsdeel. Zij vertelt o.a. dat 2000 tot 3000 mensen in enkele uren dakloos werden omdat een groot aantal huizen met bulldozers met de grond gelijk werden gemaakt, voor de aanleg van een groot plein voor de klaagmuur. Er werd niets voor de daklozen gedaan. Ook bedreigt de honger 30.000 mensen in de oude stad. Het Rode Kruis wordt niet toegelaten, hulpwerk wordt belemmerd. Men hoopt, zegt de schrijfster, dat er nog meer mensen zullen wegvluchten, zodat de samenstelling van de bevolking snel verandert.
Ook spreekt de brief er over dat de gebedsroep van de moskeeën niet meer klinkt in de — ook voor moslims — heilige stad. De schrijfster vertelt over het gooien van een stinkbom in de Heilige Grafkerk, over roken en honden meenemen In de kerken. Zij spreekt over de — naar zij zegt — opzettelijke beschieting van ziekenhuizen. Er is, zegt zij, in het westen een haatcampagne tegen de Arabieren en er is een massale propaganda van het wereldzionisme. Zij roept op tot een campagne van liefde en meeleven t.a.v. de lijdenden in de Arabische wereld.
Wat moeten we van deze brief, die een nogal critisch geluid laat horen t.a.v. de Israëlische politiek, zeggen? Dr. Lindijer noemt de brief terecht „eenzijdig en emotioneel". Over het feit dat Jordanië zich door Nasser in deze oorlog heeft laten meeslepen, over de Arabische hetze tegen Israël lezen we geen woord. En evenmin over de verbanden die er liggen tussen Jeruzalem en het volk Israël. We kunnen verstaan dat het Interkerkelijk Contact Israël in een schrijven aan de ministerraad er op gewezen heeft dat Jeruzalem een Joodse stad is. „Jeruzalem aan de Joden ontnemen, zo schrijft het ICI, moet derhalve onmenselijk heten.”
Men kan vanuit de Schrift en nadenkend over de bijzondere plaats van Jeruzalem in Wet en Profeten, begrip hebben voor een dergelijke uitlating. Dat mag anderzijds ons de ogen niet sluiten voor het feit dat de bezetting van Jeruzalem ook vele spanningen teweeg gebracht heeft, dat de nasleep van het lijden, die een oorlog met zich meebrengt, zich ook hier doet gevoelen. Wij moeten duidelijk zien dat deze oorlog beslist geen heilige oorlog van heilige mensen was.
Daar wordt onrecht bedreven en daar lijden mensen onder het geweld. En de ene spanning roept de andere op. Wij zijn nog ver verwijderd van de vrede voor Jeruzalem, waar Ps. 122 van spreekt.
Of een internationalisatie van de stad, als een door Israël te aanvaarden compromis, de oplossing biedt, zoals dr. Lindijer oppert? Wij wagen het te betwijfelen. De voorgaande jaren hebben genoeg doen zien hoe interventie van de Verenigde Naties in Palestina geen problemen oplost, maar eerder de basis legt voor nieuwe verwikkelingen. Veel zal afhangen van het beleid van de Israëli's. Zal Israël op dit moment de roeping die het heeft temidden van de volkerenwereld verstaan? Professor Berkhof heeft onlangs in „In de Waagschaal" in een artikel over de heilige plaatsen gezegd: „Nu Israël de stad veroverd heeft, is er eindelijk weer eens kans dat Jeruzalem een bedevaartplaats voor alle volkeren wordt..." Persoonlijk hebben we met dat woord „bedevaartplaats" nogal moeite, zoals trouwens heel 't begrip „heilige plaats" nogal dubieus is en vele vragen oproept.
Maar de bedoeling van prof. Berkhofs gezegde kan duidelijk zijn. Het gaat om de vrede voor Jeruzalem, dezelfde Messiaanse vrede die ook in het N.T. ter sprake komt. Deze vrede ligt alleen in de Messias Jezus, in Zijn kruis en opstanding.
Wanneer we nadenken over de spanningen om Jeruzalem zullen we dit aspect nooit uit het oog mogen verliezen. Het moge ons dringen tot gebed voor Israël en de volkeren, voor het gescheurde Jeruzalem. Zoals dr. H. Mulder het uitdrukt in het Geref. Weekblad van 1 september.
Er zijn zeer veel artikelen en boeken geschreven over de periode, toen de Arabieren aan de éne zijde van de scheidsmuur leefden en de Joden aan de andere kant. Jeruzalem was een verscheurde stad. Ik vrees, dat de problemen die door de inlijving zijn opgeroepen, niet minder onoplosbaar zijn dan de voorgaande uit de tijd van de scheiding. Hoewel administratief samengevoegd en tot een eenheid geproclameerd is Jeruzalem meer dan ooit een verdeelde stad. Zullen de Israëliërs en Arabieren hier in vrede met elkaar kunnen leven, d.w.z. zullen de Arabieren onder het regime van de Israëliërs hun eigen zelfstandigheid kunnen behouden? De vooruitzichten zijn slecht. Hoe kan dit ook anders in een door opruiende leuzen vergiftigde atmosfeer? Laat de kerk met deze gegevens voor ogen bidden om de vrede in Jeruzalem. Hier vallen evenals in vroegere eeuwen opnieuw de beslissingen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1967
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1967
De Waarheidsvriend | 8 Pagina's