De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Calvijn in Edinburgh

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Calvijn in Edinburgh

8 minuten leestijd

Ziet u het al gebeuren? De burgemeester van Amsterdam, die in een ceremonieel kostuum, in de Nieuwe Kerk de schriftlezing verzorgt tijdens een kerkdienst, waarmee een congres wordt geopend over een van de protestantse kerkvaders? Toch mocht ik van een dergelijk gebeuren getuige zijn bij de opening van het zesde Internationale Calvijn congres dat van 13 tot 17 september jl. gehouden werd in Edinburgh, de hoofdstad van Schotland. Een plechtige kerkdienst in de St. Giles Church waar eens John Knox, een trouwe leerling van Calvijn, het Woord Gods verkondigde en de reformatie in Schotland beslissend mocht bevorderen, betekende het begin van het congres. Vertegenwoordigers van de Church of Scotland en de gemeenteraad van Edinburgh, vertegenwoordigd door de Lord Provost (burgemeester) die in traditioneel Schotse kleding optrad, heetten ons welkom. De ontvangst had iets symbolisch, en kon wellicht ook gezien worden als een zekere erkenning van het belang dat de gedachten van de reformator van Geneve hebben gehad voor kerk en staat in Schotland. Het was duidelijk dat de honderd Calvijn-wetenschappers bijzonder hartelijk welkom waren in de prachtige city of Edinburg.

Boeiende ontmoetingen
Het voorrecht was mij ten deel gevallen om als 'één van de honderd' (een aanduiding die Calvijn wel eens gebruikt om de particulariteit van de genade en de doorwerking van het Woord aan te geven) deelnemers te mogen zijn van het congres. Eenmaal in de vier jaren wordt een honderdtal Calvijn-wetenschappers uit de hele wereld uitgenodigd voor een zogenaamd research-congres, een wetenschappelijke ontmoeting waarbij de resultaten van het onderzoek naar de leer en de betekenis van Calvijn worden uitgewisseld, en de lijnen voor het onderzoek voor komende jaren worden uitgezet. Prof. dr. W. H. Neuser uit Duitsland is de secretaris, en uit Nederland heeft prof. dr. W. van 't Spijker zitting in het presidium. De deelnemers kwamen uit alle landen van de wereld waar de studie van Calvijn en zijn geschriften wordt beoefend. Dat is niet alleen Europa, Amerika en Zuid-Afrika, maar bijvoorbeeld ook Korea en Japan.
Het is een buitengewoon boeiende en inspirerende ervaring om van zo'n congres deel uit te mogen maken, zeker voor iemand die nog maar de eerste schreden gezet heeft op het brede pad van de Calvijnstudie. Het is onmogelijk om een samenvatting te geven van het vele wat in de voordrachten en werkgroepen geboden werd. Er is mij gevraagd in een persoonlijke impressie een terugblik te geven. Meer wil deze bijdrage niet zijn.
Een van de aparte ervaringen was voor mij, dat vele gezichten achter de namen duidelijk werden. Namen, bekend van respectabele standaardwerken over Calvijn en van richtinggevende studies in mijn boekenkast, werden ineens levende en boeiende persoonlijkheden, die soms in de persoonlijke ontmoeting een hartelijke interesse lieten blijken voor de studieplannen van een beginneling. Soms blijkt het ook dat je altijd een verkeerde indruk hebt gehad. Sommige geleerden, van wie ik dacht dat ze gezien hun respectabele wetenschappelijke produktie, minstens al haast met emeritaat moesten zijn, bleken tot mijn verrassing jonge dertigers te zijn. Anderen hadden een dermate excentrieke persoonlijke uitstraling, dat je je af kon vragen, wat ze toch met Calvijn gemeen hadden. Een oude professor, de leeftijd van de zeer sterken al gepasseerd, mengde zich gedurig in de discussie na de plenaire lezingen. Hoe fragiel zijn verschijning ook leek, zijn woorden waren in de meest diepe zin, vol geest en leven. Een toonbeeld hoe het bezig zijn met Calvijn een blijvende uitdaging en inspiratie kan zijn en tot in hoge ouderdom 'jong en fris' doet blijven. Met Calvijn kun je dus oud worden en jong blijven.

Nieuwe bronnen
Het hoge wetenschappelijke gehalte van het congres, met bijdragen over verschillende aspecten van Calvijns leer en betekenis, deed niets af aan de geestelijke sfeer waarin de bezinning plaatsvond. De relevantie van de bezinning op Calvijn voor de kerk en het geloofsleven vandaag kwam steeds weer aan het licht. Elke dag werd begonnen met een morgenwijding met schriftlezing en gebed.
De thema's die aan de orde kwamen waren divers en veelzijdig. Het is niet de gewoonte bij het Calvijncongres dat er één bepaald thema is, waaraan de bijdragen gerelateerd zijn. Wel was het accent op Calvijn en de omgang met het Woord van God erg centraal. De openingsvoordracht werd gehouden door David Wright, die namens onze gastheer, de Faculteit van theologie van de universiteit van Edinburgh, de leiding had van liet geheel. Hij sprak over de wijze waarop God Zich in Zijn Woord 'accommodeert', aanpast, aan het bevattingsvermogen van de mens. De betekenis van het spreken van God, in Woord en exegese bij Calvijn, kwam ook bij andere bijdragen als een onbedoelde rode draad telkens weer aan de orde. Verder werd er ook verschillende malen gewezen op het belang van gebruikmaken van tot nog toe te vaak verwaarloosde bronnen voor historisch onderzoek, om het beeld van Calvijn en Genève steeds scherper te krijgen, Calvijn is niet de man van één boek, de Institutie, waarmee hij het meest bekend is. Er is bijvoorbeeld uit de kerkeraadsnotulen van Genève, waarvan binnenkort een eerste deel zal worden uitgegeven (prof. Kingdon, die autoriteit is op dat gebied, sprak daarover), en vanuit de preken van Calvijn, die nog steeds bezig zijn uitgegeven te worden, nog zoveel verrassends over Calvijn te leren, dat vaak ten onrechte vastgeroeste beelden en ingenomen posities in het Calvijnonderzoek doet springen.
Men schroomde niet om tijdens het congres het nuttige met het aangename te verenigen. Wij waren een middag en avond te gast aan de universiteit van St. Andrews, een historische plaats die in de geschiedenis van de Reformatie in Schotland een sleutelpositie innam. Calvijn is er nooit op bezoek geweest, maar mede door zijn reformatorische invloed werd deze plaats een oord van predikers en martelaren. De historie waait je aan, als je in het altijd winderige St. Andrews rondstapt. Het is een stad waarin vooral de ruïnes grote indruk maken. Kerk en kasteel liggen er in hun verwoeste staat bijzonder indrukwekkend bij. Vanuit het kasteel werd John Knox als jonge reformatorische prediker, na de marteldood van zijn leermeester George Wishart, door de Fransen gevangen genomen en naar de galeien gestuurd. St. Andrews is echter ook een stad met een instituut voor reformatiestudie aan de universiteit verbonden, waar enkele enthousiaste jonge geleerden leiding aan geven, een instituut waar we hier in Nederland jaloers op kunnen zijn.

De toekomst
Naast de officiële samenkomsten betekenden de wandelgangen ook heel veel voor de ontmoeting en gedachtenwisseling. Voor mij was dat element bijzonder belangrijk. De congresbijdragen kun je als het moet later ook nog lezen, als de congresbundel wordt uitgegeven. Maar contacten leggen, raad en mening vragen, je aarzelende ideeën in een open ontmoeting door ervaren geleerden kritisch laten toetsen, nergens is er daarvoor zo'n optimale gelegenheid als tijdens een congres waar alle gerespecteerde Calvijnonderzoekers van de wereld samenkomen. De amicitia in de omgang met elkaar werd wellicht mede bevorderd door de entourage waarin wij verkeerden. We waren gehuisvest in de studentenverblijven, we gebruikten onze maaltijden in een mooie oude college-eetzaal, gezeten op eenvoudige houten banken. De historische sfeer van New College, het prachtige complex van de Theologische faculteit midden in het historische hart van Edinburgh was een niet onbelangrijke bijdrage tot het succes van het congres.
Het volgende Calvijncongres, Deo Volente het zevende, zal gehouden worden in een gans andere omgeving, in Seoul, Zuid-Korea. De plannen voor 1998 werden al in het kort toegelicht en de toekomstige congrespresident, dr. Han Chul-Ha, heette ons reeds hartelijk welkom en wees erop dat het wellicht goed zou zijn om dan ook aandacht te besteden aan de betekenis van Calvijn in de missionaire context van de niet-westerse wereld van Azië, waar verrassend veel belangstelling blijkt te zijn voor Calvijn. Zo bleek bij de afsluiting van dit congres opnieuw, dat er in het onderzoek van Calvijn, en de uitstraling daarvan voor theologie en kerk nog bijzonder veel perspectief zit. De actualiteit van de theologie van Calvijn heeft alles te maken met zijn nauwe betrokkenheid op het levende Woord van God, dat voor alle tijden nieuwe en oude schatten doet vinden. Het overzicht van de stand van zaken van het Calvijnonderzoek, zoals dat tijdens dit congres geboden werd, liet niet de indruk na van een dorre bezigheid van studeerkamergeleerden, maar een van een inspirerend enthousiasme voor de betekenis van Calvijn, die voor kerk en theologie alle aandacht waard blijft. Iemand zei tegen mij: 'Calvijn wordt nooit oud'. Inderdaad, de indruk die ik opdeed van het vele wat tijdens het congres geboden werd, was dat Calvijn – meer nog dan de Engelse humanist Thomas More die zo genoemd is – 'a man of all seasons', een man van alle tijden is.

M. A. van den Berg

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Calvijn in Edinburgh

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 oktober 1994

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's