De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Boekbespreking

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Boekbespreking

5 minuten leestijd

Boekbespreking Ds. T. Siebesma, Herders worden schaars, uitg. Buijten & Schipperheijn, prijs ƒ5, 90, 103 pag.

De schrijver van dit boekje (hij noemt het zelf een brochure) is emer. pred. van de Geref. kerken (syn). Als ik let op de inhoud van zijn boek dan behoort hij tot de 'verontrusten'. Zijn verontrusting vindt vooral haar grond 'in de armoede die openbaar wordt in heftige theologische discussies, maar waarvan één van de kenmerken is, dat er van de preek niets meer terecht komt. Deze brochure is geschreven om juist op de belangrijkheid en de noodzakelijkheid van de preek te wijzen(pag. 32). De schrijver voert een sterk pleidooi voor het herder-zijn van de predikant. Hij beroept zich hiervoor op wat Calvijn hierover heeft geschreven. Een predikant is voor alles herder. Dat is hij allereerst als hij preekt. En als hij zich hiervan bewust is, dan gaat hij ook huisbezoek doen (pag. 31).

Ik dacht hiermee de hoofdgedachte van dit boekje te hebben gegrepen. Bij het herderlijk werk van de predikant moet de nadruk vallen op weiden in de zin van voeden, te eten geven. Het snijdt de schrijver door zijn pastorale ziel dat er dominees zijn die geen zieken en bejaarden bezoeken omdat ze de enige troost als een achterhaalde zaak beschouwen. Een sterk pleidooi dus voor de wisselwerking tussen preekstoel en huisbezoek. Niet dat hij wil pleiten voor een hollen achter de schapen als ware men 'n herdershond. Prediker-zijn is herder-zijn allereerst op de preekstoel, dan als catecheet en tenslotte op huisbezoek. Een zeer waardevol, eenvoudig geschreven boekje over het onderhavige thema. Het heeft niets wetenschappelijks. Wil dat ook beslist niet. De stijl is vlot. Mij gelet op de ernst van de zaak soms iets al te vlot. Bijzonder rake typeringen en opmerkingen waarmee het boekje is doorspekt. Hartelijk aanbevolen aan een ieder die de gemeente Gods ter harte gaat.

J. Maasland

Willem Teellinck, Nieuwe historie van de oude mens (overgezet door ds. J. van der Haar), Uitgeverij G. Kool, Veenendaal 1975. 215 biz. Gebonden. Prijs gedurende de maand februari ƒ 21, 50, daarna ƒ 27, 50.

Enige tijd geleden heropende dhr. Kool zijn boekhandel te Veenendaal. Bij die gelegenheid bracht hij dit boek van Teellinck op de markt. Het werd in nieuwe spelling overgezet door ds. J. van der Haar. Het verscheen in een prachtige band, zodat het een lust is voor de ogen en een sieraad voor de kast. De inhoud van dit boek is zulk een kostbaar gewaad ook wel waard.

De oudste druk van dit werk van Teellinck dateert van 1623. In de nieuwe uitgave die hier nu voor ons ligt is behalve een portret van Teellinck ook een afbeelding vem het titelblad van deze eerste uitgave opgenomen.

Teellinck schreef zeer ordelijk. Ook dit werk is ingedeeld in 'boeken' en in 'hoofdstukken', wat het lezen vergemakkelijkt.

Teellick heeft in dit boek de heilsweg beschreven. In geen ander werk van Teellinck ben ik een zo uitvoerige en duidelijke uiteenzetting daarvan tegengekomen als in dit boek. Het begint met een indringende en indrukwekkende beschrijving van de verdorvenheid van alle Adamskinderen. De 'oude mens' is tot alle delen van zijn bestaan zondig en verdorven; hij is gevallen in een zee van ellende; hij ligt onder de toorn en de vloek van God.

Wanneer Teellinck over de zonden schrijft is hij als een ware boetgezant, zeer op dreef. Hij geeft dan blijk van een diepe mensenkennis. Door dit alles heen loopt een machtige oproep tot bekering.

Maar Teellinck blijft in de verdorvenheid en verlorenheid van de zondaar niet steken. Hoe de mens daaruit gered kan worden krijgt ruime aandacht. In de chaotische toestand waarin de zondaar van nature verkeert grijpt Gods herscheppende hand in. De verkorene wordt met God verzoend en vangt een nieuw leven aan.

In het middelpunt van dit alles staat bij Teellinck de vereniging met Christus door het geloof. Uitermate boeiend en leerzaam wordt daarover door hem geschreven (p. 108 w). Deze vereniging komt tot stand door de Geest, maar die maakt levend en wekt onze geest, zodat er een overgave aan Christus plaatsvindt. Het middel waarvan de Geest zich bedient is het Woord.

Woord en Geest ontdekken de zondaar aan zijn ellende en brengen hem tot deze overgave aan Christus.

Zo staat ook bij Teellinck, gelijk bij de reformatoren, het geloof centraal. Maar het karakteristieke van zijn gedachtengang (zijn theologie) is dat geloof en bekering heel nauw bij elkaar worden gebracht. Geen geloof zonder bekering! Ook de reformatoren hebben beide geloof en bekering met elkaar verbonden maar bij Teellinck krijgt deze verbondenheid toch wel een extra zwaar accent. Hij heeft gemeend daarmee het roomse verwijt dat in de reformatie aan de goede werken is tekort gedaan, te ontzenuwen.

Wat ons betreft, wij kunnen Teellinck hierin wel volgen. Alleen, het lijkt ons dat hij een enkele keer wel wat te ver gaat, en de indruk wekt alsof de bekering de grond is voor het oefenen van het geloof (153 w). Hier staat echter gelukkig tegenover dat door hem nadrukkelijk gesteld wordt dat de rechtvaardiging niet rust op de bekering of betering des levens maar een rechtvaardiging uit genade is (162).

In het eerste gedeelte van het boek waar het gaat over 's mensen verdorvenheid komt ook ter sprake hoe de zonde van de ene mens zich voortplant op de andere mens, van Adam af tot heden toe. Hier struikelden wij even over de uitspraak: De zondigheid zit in het menselijke zaad (47). Wordt hier niet tekort gedaan aan het geestelijk karakter van de zonde?

Ook Teellinck was niet onfeilbaar; ook hij had (zoals ieder) zijn eenzijdigheden. Maar dat neemt niet weg dat hij, in al zijn bescheidenheid, toch een gróte is geweest in het koninkrijk der hemelen. Wij zijn er dankbaar voor dat steeds meerdere van zijn werken — in nieuwe gedaante — op de markt worden gebracht. Wij hopen dat zij ook gelezen zullen worden. Ge vindt hier veel geestelijke leiding en geestelijk voedsel. Zowel melk als vaste spijze.

Uitgever Kool feliciteren wij met deze uitgave. Mogen nog velen van dit soort volgen!

K. Exalto

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

Boekbespreking

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 1975

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's