De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

De kerk in de samenleving* 1

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De kerk in de samenleving* 1

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zo omstreeks bet begin van deze eeuw  schreef de bekende Amsterdamse dominee Hoedemaker een brief aan Savornin Lohman. Hij zei daarin: 'Gelooft u dat God Nederland weer een christenland, Neerlands overheid een christelijke overheid en Neerlands kerk een welingerichte kerk kan maken? Laat me het anders zeggen: gelooft u dat Hij het op Zijn eigen tijd en langs Zijn eigen weg doen zal? Nee, ook deze vraag is nog niet helemaal terzake: wenst u dat Hij dit doet? Zoudt u het een zegen achten als Hij het deed? Bent u overtuigd dat wij verloren zijn als Hij het niet doet? '

Dit schreef dominee Hoedemaker toen nog zeker 80, misschien wel 90 procent van het Nederlandse volk gedoopt was, toen je nog zeggen kon dat het Nederlandse volk een gedoopte natie was.

Nederland weer een christelijk land? Nederlands overheid nog een christelijke overheid? De Nederlandse kerk weer een welingerichte kerk? Wie zou dat nu nog durven hopen en verwachten, nu we al lang niet meer kunnen zeggen dat het Nederlandse volk een gedoopte natie is? Het is er verder van af dan ooit, als we tenminste alleen maar recht voor ons uit kijken, als we niet verder kijken dan onze neus lang is.

Er dringt zich momenteel een heel ander beeld op. Ik denk aan het bekende (kortgeleden in ons blad nog geciteerde) woord van Luther, dat hij in zijn tijd schreef aan het Duitse volk: Dit moet ge weten, Gods Woord en Genade zijn een voorbijtrekkende plasregen, die niet opnieuw komt waar hij eenmaal geweest is. Ze zijn bij de Joden geweest; maar weg is weg, nu hebben ze niets. Paulus bracht ze naar Griekenland; weg is weg, nu hebben zij de Turken. Rome en Italië hebben het ook gehad; weg is weg, zij hebben nu de Paus. En gij Duitsers moet niet denken dat gij Gods Woord en Genade eeuwig zult hebben. Ondankbaarheid en verachting zullen het niet laten blijven. Daarom grijpt aan en houdt vast, wat maar grijpen en vasthouden kan. Trage handen zullen een boos jaar hebben.

Dit beeld, dat Luther schetste dringt zich vandaag aan ons op. Komt het in Nederland zo ver dat we zeggen moeten: weg is weg? Er zijn al plaatsen in Nederland waar geen gemeente meer is, waar de kerk is ingericht als atelier voor een glazenier of als een koeienstal. Weg is weg. Waarom zou Nederland bespaard blijven wat de Kleinaziatische gemeenten, waar de  de Nieuw-testamentische brieven aan gericht waren, wel is overkomen? Weg is weg.

Niet tussen hoop en vrees

Toch behoeven we niet te leven tussen hoop en vrees. We behoeven ten diepste niet te leven tussen de hoop dat Nederland weer een christenland zal worden en de vrees van weg is weg. Die hoop moet er blijven en die vrees is niet ongegrond. Maar laten we vandaag elkaar ook een andere realiteit voorhouden. Déze realiteit dat Christus op het kruis de machten, die er in de wereld zijn en die het op het Rijk van God voorzien hebben, openlijk te schande heeft gemaakt. Hij heeft ze in het openbaar te kijk gesteld. Dat zeg ik niet, doch Paulus in de Colossenzenbrief. Paulus zegt dat Christus het handschrift van de zonde, dat tégen ons was, aan het kruis genageld heeft, en de overheden en de machten uitgetogen hebbende heeft Hij die in het openbaar tentoongesteld en heeft door hetzelve, dat wil zeggen door het Kruis, over ze getriumfeerd.

Ik geloof dat we ons deze realiteit wat méér voor ogen moeten houden. Want hier ligt de kern van ons geloof wanneer we het hebben over de kerk in de samenleving. De machten liggen aan de ketting. Bij alle verontrusting die er is moeten we maar eerst beginnen met dit onomwonden te belijden. De machten zijn in principe onschadelijk gemaakt. In principe! Heel concreet op het kruis onschadelijk gemaakt. Overwonnen. De macht van het communisme, de machten van het geweld en van het fascisme, de machten van liefdeloosheid en van discriminatie, de macht van de revolutie, aan het kruis gespijkerd. Dit te geloven en te belijden geeft een stuk onbevangenheid, een stuk bevrijding van angst. Ik zou willen dat de kerk dit weer onbevangen, met gezag zou proclameren in de samenleving. Dat de kerken in staat zouden zijn weer een woord van bevrijding te laten horen, waardoor de moderne mens van vandaag wordt uitgetild boven het alledaagse, boven het uitzichtloze van zijn situatie, waarin hij zich omgeven voelt door machten, die hem bedreigen en die hem dood dreigen te drukken. De kerk heeft Christus te verkondigen aan hen die verre zijn en aan hen die nabij zijn. Christus is onze vrede zegt Paulus. Hij heeft met Zijn komst door het evangelie vrede verkondigd aan hen die veraf zijn en aan hen die dichtbij zijn. Vrede voor de Joden, vrede voor de kerk, vrede voor de wereld. Maar alleen in en door Christus, vanwege het kruis. Omdat de machten overwonnen zijn. Nogmaals, ik zou willen dat dit overal in de kerk weer met kracht beleden en getuigd zou worden. We belijden enerzijds Christus als het Lam dat de zonde van de wereld wegneemt. Daarin zit het dienende element van Christus. Wat is weerlozer dan een Lam? Daarin zit tevens de bevrijding voor aangevochtenen. Maar tegelijkertijd mogen we het Paulus nazeggen dat Christus ook de Leeuw is. Daarin zit het element van kracht en macht. Hij heeft overwonnen. En omdat Hij het hoofd van de gemeente is, daarom heeft de gemeente in principe ook mee overwonnen. Het is geen verloren zaak maar een gewonnen zaak. De kerk heeft niets te verliezen. Misschien moeten we dan ook, in eerste instantie, meer de bevrijding dan de verontrusting preken. In ieder geval mag de verontrusting de zekerheid van de bevrijding niet overspoelen. Want dan wordt alle bezigzijn van de kerk in de wereld krampachtig, dan wordt de gemeente mistroostig of paniekerig en schijnt het licht niet in de wereld. De kerk is hoedster van het geheimenis, van het geheimenis van Christus' Kruis en Opstanding, van het geheimenis van de bevrijding, die daarin ligt opgesloten. Geloven we het eigenlijk nog wel? Geloven we nog wel dat de machten overwonnen zijn en dat Christus Kurios is, Heere van de Wereld? Of is het waar wat professor Van Ruler schreef, namelijk dat ten aanzien van de belijdenis van het koningschap van Christus, het hele christendom een zouteloos zaakje is geworden? Geloven we het nog in de christelijke politiek? Waarom onderscheidt de christelijke politiek zich nauwelijks meer van de niet-christelijke? Waarom is de naam van Christus in de politiek zo langzamerhand taboe? Geloven we het nog, dat Hij de eerste is waarnaar we moeten luisteren, ook in de politiek? Omdat Hij namelijk de beslissende slag al geleverd heeft?

Speelruimte

Toch moet ik nu ook even weer op de begane grond komen. Want we kunnen zeggen dat de machten overwonnen zijn maar we hebben er wèl mee te maken. Ze zijn nog niet dood. Ze liggen aan de ketting maar hebben nog wèl hun speelruimte, hun domein waarin ze zich geducht laten gelden. In een beperkt gebied! Maar speelruimte hebben ze. En dat wil zeggen dat je ze toch uit de buurt moet blijven. Dat betekent voor de kerk heel concreet dat ze zich nooit met deze machten verbroederen mag. De kerk mag geen gemene zaak maken met de machten. De kerk mag zich nooit vereenzelvigen met een bepaald politiek stelsel. Ze moet haar handen vrijhouden voor het Profetisch getuigenis onder èlk politiek stelsel. En dan moeten we constateren dat hier momenteel enorme gevaren liggen. Ik aarzel niet het de zondeval van de kerk in deze tijd te noemen dat de kerk zich met bepaalde machten van onze tijd verbroederd heeft. Ik denk dan vooral aan de macht van de dialoog. Er moet gesprek zijn. Ieder moet aan het woord kunnen komen. De kerk moet bereid zijn anderen aan het woord te laten. Ermee in gesprek te zijn. Er kennis van te nemen. Ervan te willen leren. En zo geven we als kerk vaak de verkondiging prijs voor de dialoog, voor het gesprek. Moet de kerk dan niet in gesprek zijn met de wereld? Jawel, maar dan verkondigend, getuigend. Zoals Paulus op de Areopagus, die temidden van de aanbidders van vreemde goden zonder omhaal van woorden Christus verkondigde. God dan verkondigt nu alle mensen, zegt hij, dat ze zich bekeren, daarom dat Hij een dag gesteld heeft waarop Hij de aarde oordelen zal door een Man, namelijk door Christus, die Hij daartoe gesteld heeft, omdat Hij Hem uit de doden opgewekt heeft.

De kerk heeft in onze tijd vaak de gezaghebbende verkondiging prijsgegeven en ingeruild voor het vrijblijvende gesprek. Daarmee is de wijze van doen van deze moderne tijd bezit gaan nemen van de kerk. In een democratische samenleving geldt immers: gelijk recht voor allen? Ieder moet z'n zegje kunnen doen? Zo is de kerk in de greep van dit democratisch patroon gekomen. Maar de kerk zal moeten betuigen dat het recht van God volstrekt is en dat God geen genoegen neemt met een plaatsje naast anderen. God heeft recht op het hele leven, op ons leven, op het leven van de hele maatschappij. Wanneer de kerk dat niet meer profetisch verkondigt geeft ze het meest wezenlijke prijs. In het gesprek, in de dialoog staat de verkondiging van Gods recht op het leven niet centraal en dan zullen de antichristelijke machten bezit nemen van de kerk. Dat is het gevaar dat de kerk momenteel bedreigt. Daarover de volgende keer meer.


* Toespraak gehouden op de bijeenkomst 'Reformatorisch Getuigenis' te Utrecht op 11 november 11.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's

De kerk in de samenleving* 1

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 november 1972

De Waarheidsvriend | 12 Pagina's