De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Hermeneutiek: Leesbril of toverstaf (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hermeneutiek: Leesbril of toverstaf (2)

9 minuten leestijd

De vraag naar het verstaan van de bijbelse boodschap in de context van onze tijd en naar de methoden van uitleg en vertolking, staat in het brandpunt van de belangstelling. We zagen de vorige keer hoe volgens Pannenberg de positie van de Reformatoren ten gevolge van de ontwikkelingen in de moderne bijbelwetenschap achterhaald zijn.
Het gevaar bestaat dat we ons door een dergelijke opvatting laten terugdringen in het isolement en daar dan ook bewust voor kiezen. Dat lijkt me een weinig vruchtbare stellingname. Je klakkeloos terugtrekken op het bolwerk van de traditie lijkt wel de veiligste weg, maar leidt snel tot verstarring, terwijl we bovendien onszelf een rad voor de ogen draaien. Want ook wij staan in deze tijd met alle vragen van dien en we zijn daarom wel gedrongen ons rekenschap te geven van de vragen waarvoor de moderne bijbelwetenschap ons stelt. Temeer, omdat er in de huidige visies ook een aantal elementen zitten die we niet dan tot onze schade kunnen verwaarlozen.
Het lijkt me dan ook vruchtbaarder en meer in de lijn van de Reformatie zelf te liggen, om de uitdaging aan te gaan en de vragen onder ogen te zien, om zo de reformatorische positie te herijken en vruchtbaar te maken voor kerk en theologie.

Getuigenis van de Geest
Dat is geen eenvoudige zaak, want toegegeven dient te worden dat de kijk op de bijbel, zoals die bijvoorbeeld is neergelegd in de artikelen 3 t/m 7 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, fundamenteel verschilt van de doorsnee visie. Voor velen in onze tijd is de bijbel een menselijk boek, neerslag van subjectieve ervaringen van vrome mensen uit Israël en de eerste gemeente, een boek dat gezag heeft voor zover de ervaringen van toen resoneren in de ervaringswereld van de moderne mens.
Daartegenover willen we belijden dat de Schrift het getuigenis is van de Geest aangaande Christus en het heil in Hem, Woord van de sprekende God die zijn woorden door de dienst van mensen heeft laten te boek stellen. We zullen dit geheim van de bijbel — enerzijds de Geest als auteur en anderzijds mensen die geschreven hebben in al hun menselijkheid — nooit in een sluitende theorie kunnen vangen. Inspiratietheorieën lopen m.i. gevaar teveel te willen weten.
Maar dat neemt niet weg dat we ons uitgangspunt nemen in de volstrekte en unieke gezagspositie van de Schrift als het eeuwig blijvend getuigenis van de Here God. Maar, zo wordt er dan gezegd, ga je dan niet uit van een geloofsapriori, een vooronderstelling die elk wetenschappelijk gesprek bij voorbaat afkapt? Nu, als er iets is wat juist de moderne bezinning ons leert dan is het dat een onbevooroordeelde kijk op de tekst niet bestaat. Niemand nadert blanco tot de Schrift. Ook bij een theoloog als Bultmann is het zo dat zijn (wijsgerige) vooronderstellingen in hoge mate zijn opvattingen over de Evangeliën bijvoorbeeld bepalen.
We behoeven ons dus over dit gereformeerde uitgangspunt niet te schamen, maar mogen het in de bezinning voluit laten meeklinken.

Gods openbaring doorloopt een geschiedenis
Daar komt bij, dat wie zijn uitgangspunt neemt in het zelfgetuigenis van de Schrift en voluit wil buigen voor het gezag van de bijbel, niet zal ontkennen dat Gods openbaring een geschiedenis doorloopt en daarvan de sporen draagt. Er is in het landschap van de Schrift een rijke verscheidenheid, zij het ook dat dit alles ten diepste gedragen wordt door de eenheid in de ene Auteur. Het gaat in al die 66 boeken om de openbaring van de Naam van God en de heiliging van die Naam op de aarde. Dat is het centrum, het hart van de Schrift, waarop het getuigenis van wet en profeten, evangelisten en apostelen, psalmisten en wijzen, betrokken is.
Geen wonder dat juist binnen de gereformeerde theologie ook altijd weer gesproken is van de geschiedenis van de Godsopenbaring en dat er altijd weer gezocht is om de verhouding tussen bijvoorbeeld het Oude en het Nieuwe Testament op een bijbelse manier aan de orde te stellen, zodat zowel de eenheid als ook de voortgang tot zijn recht komen. In het werk van Luther en Calvijn boeit mij altijd weer dat hun gehoorzame onderwerping aan de Schrift, hun geloofsuitgangspunt dat in het getui­genis van mensen God zelf tot hen sprak, hen niet gevoerd heeft op de weg van wet­tische letterknechterij, maar hen veeleer stimuleerde tot diepgaand Schriftonderzoek, ook wat betreft de literaire en historische aspecten daarvan. Met name Calvijns commentaren leggen daarvan een indrukwekkend getuigenis af.

Betekenis van bijbelonderzoek
Het is ongetwijfeld juist dat we vergeleken met de 16e eeuw in een andere historische situatie leven. De ontwikkelingen in het bijbelonderzoek sinds de 18e eeuw kunnen we en mogen we ook niet negeren. We mogen dankbaar gebruik maken van die elementen uit de bijbelwetenschap die ons verstaan van de Schrift verrijken.
Het literair- en het historische onderzoek heeft ons leren letten op de rijke variatie aan literatuurvormen binnen de bijbel, op de eigen aard van de bijbelse geschiedschrijving. We hebben mede door het historisch-kritisch onderzoek oog gekregen voor de verscheidenheid in het ene getuigenis en geleerd dat we de bijbel niet mogen lezen als een verzameling dogmatische bewijsplaatsen. Persoonlijk ben ik van mening dat het probleem niet ligt in het gebruik maken van exegetische methoden op zich, maar veeleer in de vooronderstellingen waarmee die methoden gehanteerd worden.
Elke exegetische methode kan verkeerd gehanteerd worden. Dat wordt bepaald door het standpunt waarmee de uitlegger tot de bijbel nadert. Ik noem als voorbeeld de godsdiensthistorische methode. Vaak is deze methode zo aangewend dat de Schrift verlaagd werd tot een puur godsdienstig product dat nauwelijks verschilde van religieuze uitingen zoals we die elders in de oosterse wereld tegenkomen. De feitelijkheid van de opstanding werd dan ontkend met een beroep op allerlei heidense 'parallellen' aangaande stervende en herrijzende goden. Maar een scherp oog voor de godsdienstige wereld waarin de bijbel ontstaan is, kan ook helpen juist het eigene van de boodschap in het vizier te krijgen en te ontdekken hoe uniek bijvoorbeeld het getuigenis aangaande de opstanding is. Het hangt er maar van af vanuit welke vooronderstelling ik de bijbel benader.

Tekst en context
Ook wie op een, zoals vandaag de dag nog wel eens gezegd wordt, bijbelgetrouwe manier de Schrift wil uitleggen en vertolken, dient bedacht te zijn op de vooronderstellingen die zijn verstaan hinderlijk kunnen belemmeren. Wie meent dat hij blanco tot de bijbel nadert, vergist zich. We lezen altijd de bijbel als mensen die leven in een bepaalde tijd, een bepaalde cultuur, die vanuit een bepaalde achtergrond en traditie gevormd zijn. Dr. Wentsel heeft in deel 2 van zijn dogmatiek in een bespreking van de moderne hermeneutiek erop gewezen hoe de winst van de nieuwe benadering is dat zij ons op een agressieve manier bewust maakt, dat iedere bijbellezer vanuit bepaalde vooronderstellingen met zijn hebben en houden tot de Heilige Schrift nadert. ledere vertolker leest met zijn leesbril en interpreteert volgens een bepaalde leeswijze' (blz. 552). Ik denk dat hij daarin volstrekt gelijk heeft.
We hebben allemaal onze eigen bril op waarmee we tot de tekst naderen. Een orthodoxe Schriftvisie betekent niet dat we daarvoor gevrijwaard zijn. Hoe valt het anders te verstaan, dat bijbelgetrouwe christenen jarenlang de apartheid verdedigd hebben met een beroep op de bijbel? Hoe valt anders de verdeeldheid binnen de gereformeerde gezindte te verklaren inzake bijvoorbeeld de verhouding verkiezing en verbond? Is het verzet tegen politieke theologie alleen maar bepaald door gehoorzaamheid aan het evangelie of spelen ook andere factoren mee, zoals een puur liberale gezindheid die het economische levensterrein wil onttrekken aan het gezag van de Schrift?
Wie bijvoorbeeld de geschiedenis van de uitleg van de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan nagaat, ontdekt hoe situatie en context vaak van invloed waren op het verstaan van de boodschap. Wie zelf rijk is, in een verzorgingsstaat leeft, geen honger heeft, niet behoort tot dat deel van de wereld waar structurele armoede heerst, moet bedacht zijn op het gevaar om de kritische woorden van de bijbel aangaande rijkdom en welvaart niet van zijn spits te ontdoen.
Er is nog iets wat de moderne hermeneutiek ons kan leren. 'Zij daagt ons verder uit om een taal-brug te slaan van het verleden naar het heden om de Heilige Schrift op een zo adequaat mogelijke wijze te vertolken voor de mens van vandaag zonder de inhoud aan te passen of te verdunnen' (Wentsel).
We kunnen wat Gadamer genoemd heeft het verschil in horizont tussen de bijbelschrijvers en ons niet ontkennen, zoder daarmee te willen spreken van tijdgebondenheid. De tijdbetrokkenheid is wel een gegeven. Neem bijvoorbeeld de wetten van het sabbatsjaar en het jubeljaar. Geen zinnig lezer of uitlegger zal deze geboden zomaar willen toepassen in maatschappelijk totaal andere verhoudingen. Maar betekent dat daarom, dat we er geen boodschap aan hebben? Of neem een tekst als 2 Thessalonicenzen 3 : 9: 'Zo iemand niet wil werken, hij zal ook niet eten'. Woorden die de apostel in een bepaalde situatie gesproken heeft. Wie ze zomaar klakkeloos overneemt in een tijd van structurele baanloosheid, begaat een vergissing en maakt pastoraal brokken.
Tekstuitleg en tekstvertolking oefenen een bepaalde werking uit. Er is inderdaad een 'Wirkungsgeschichte', nl. de uitwerking die teksten in de geschiedenis teweegbrengen. Wat is er in de loop der eeuwen aan vrouwen, aan negers, aan joden — om maar een paar voorbeelden te noemen — geen onrecht gedaan — of erger — als gevolg van een ingeroeste, verkeerde bijbelinterpretatie! De tekst 'Zijn bloed kome over ons en over onze kinderen' is vaak — tegen de zin van dit woord zelf in — gehanteerd om allerlei duistere praktijken aan het adres van het joodse volk te rechtvaardigen. Een verkeerde interpretatie droeg ertoe bij dat we eigenlijk geen verweer hadden tegen allerlei anti-joodse praktijken. In de horizont van onze tijd (Auschwitz!) zijn we alert geworden op de werking die onze lezing van de Schrift kan hebben. Een hermeneutische bezinning kan hier niet omheen. Dat de moderne hermeneutiek onze blik daarvoor wil scherpen, achten we winst. En tegelijk zijn we van mening dat zij ons op wegen brengt die ons vervreemden van het rechte verstaan van de Schrift.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Hermeneutiek: Leesbril of toverstaf (2)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 augustus 1990

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's