De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Staat en Maatschappij.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Staat en Maatschappij.

4 minuten leestijd

De kerstening van de Openbare Sehool.

De bekende — we zouden haast zeggen: beruchte — neuiraliteitsclausule van den Bond van Nederlandsche onderwijzers: „dat het Openbaar onderwijs vrij moet zijn van elk staatkundig en godsdienstig dogma" en waarover destijds ook door ons onze meening werd gezegd, heeft opnieuw het punt van de Christianiseering der Openbare school naar voren gebracht. Het was ditmaal ook weer „de Nederlander", die in een breed betoog voor die „kerstening" het pleit voerde. Was door „Standaard" en „Heraut" eenstemmig verklaard, dat het voor een poging om de Openbare school te kerstenen te laat was, het Christelijk-Historiseh orgaan is van andere meening en van oordeel, dat zoo iets „nooit te laat" is.

Men wil alzoo tot kerstening van het Openbaar onderwijs komen, d. w. z. dat het Christelijk beginsel op de Openbare school heeft in te werken en wel zoo, dat de Overheidsschool voor ons Christenvolk bruikbaar worde, waarbij dan niet de absolute — maar de relatieve neutraliteit grondgedachte zij. Nu is dit alles voorzeker zeer prijselijk, om n.l. van de tegenwoordige Openbare school iets anders te maken, en aan haar een degelijker karakter te geven. Maar als men dan de voorstanders der kerstening vraagt: hoe wilt ge dit denkbeeld in de practijk uitvoeren, dan blijft men gelijk vroeger nog altijd het antwoord schuldig. Niet alleen staat het zoo ten opzichte van de uitwerking van het beginsel, maar zelfs wordt de uitvoerbaarheid niet aangetoond. Laat men maar beginnen om de zaak ter hand te nemen, dan komt het overige — en zoo redeneert men — wel van zelf. Reeds met de ouders de gewenschte invloed op de school toe te kennen, zou veel gewonnen zijn.

Nu zullen wij voorloopig de kwestie der kerstening van de Openbare school maar laten rusten tot tijd en wijle de verdedigers van die kerstening ons de practische uitvoerbaarheid hebben aangetoond, maar, waar wij nu reeds de volle aandacht op willen vestigen, en daarmede stemmen we volkomen in met hetgeen „de Standaard" in haar nummer van 16 Februari schreef, is, op het groote gevaar, dat allerlei proefnemingen op dit gebied den vooruitgang der Vrije school kunnen stuiten. We kunnen nl. niet medegaan in het streven, om thans aan de wonddragende Openbare school een verband aan te leggen, dat op fatale wijze den vooruitgang der Vrije school zou stuiten, zonder ons iets meer te geven dan een tijdelijk hulpmiddel, dat slechts op beperkt terrein baten kan brengen, onze kracht breken zou, en straks het gevaar met zich brengen zou van heel onzen schoolstrijd in een halfslachtig gekerstende school te zien ondergaan. Zoo toch kwamen we eenvoudig terug tot de school van voor 1857 en dan nog tot een school van lager religieus karakter. Deze waarschuwing mag zeker wel overwogen worden.

Het nieuwe Rijkstractement.

Binnenkort zal door de Tweede Kamer eene gewichtige beslissing genomen worden. Het geval betreft het beschikbaar stellen van een Rijkstractement ten behoeve van een I7en predikant in de Ned. Herv. Kerk te Rotterdam.

Sinds de aanneming van het bekende amendement-Downer, dat den bestaanden toestand wilde handhaven en geen verandering wenschte te brengen in de tractementen, is het thans ingediende ontwerp het eerste, dat in de financieele positie der Kerk verandering zal brengen.

De toekenning van het nieuwe tractement wordt gemotiveerd door de buitengewone omstandigheden, waarin de gemeente Rotterdam verkeert. Maar natuurlijk worden gelijke omstandigheden ook in andere gemeenten aangetroffen, zoodat het toekennen van het Rijkstraetement wel tot meerdere aanvragen zal leiden.

. En dat bij die aanvragen niet te vergeefs bij de regeering zal aangeklopt worden, blijkt wel uit het Regeeringsantwoord op de vraag, of er termen bestaan voor het openstellen van de schatkist voor de vestiging van nieuwe leeraarstractementen, welk antwoord luidt, dat die termen steeds uitsluitend zullen ontleend worden aan cijfers en feitelijke gegevens. Tot op heden werd wel een rijkstractement verleend aan nieuwe gemeenten, maar wat thans voorgesteld wordt, is een novum.

Met belangstelling zien 'wij de beraadslaging over dit ontwerp in de Kamer tegemoet.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Staat en Maatschappij.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 maart 1910

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's