De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

KERKNIEUWS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KERKNIEUWS

13 minuten leestijd

Bedankt voor:

Grijpskerk en Visvliet, A. Veldstra te Utrecht — Wanneperveen en Terkaple, B. M. te Haar te Husselo — Zalk, J. C. Terlouw te Lage Vuursche — Balk, F. C. M. Roodenburg te Elkerzee — Benthuizen, H. van Amstel te Neerlangbroek — Brandwijk, A. v. d. Vlist te Andel — Heteren, dr. A. v. d. End te Kootwijk — Hien en Dodewaard, W. E. Heijboer te 's-Gravenmoer.

Beroepen te:

Gouda, H. G. van Itterzon te Rhoon — Eemnes Buiten, W. van Hennekeler te Zwartebroek — Den Bommel, C. Snoei te Langerak — Drachten, B. C. Juckema te Marknesse — Luxemburg, R. G. H. Boiten te Amsterdam — Werkendam, E. Kempenaar te Woubrugge — Benschop, C. Snoei te Langerak — Dordrecht, H. J. Hemstede te Vlissingen — Hoog Karspel-Lutjebroek, H. H. van Nieuwenhuizen te Amsterdam — 't Zandt en Godlinze, S. Euverman te Warffum — Schoonhoven, H. Koudstaal te Oudshoorn — Pred. voor bijz. werkzaamheden (secr. Oecum. Raad v. Kerken), A. Veldstra te Utrecht — Rotterdam-Hoogvliet, C. B. Roos te De Kaag en P. Hetebrij te Den Dolder — Oudewater, G. Biesbroek te Vlaardingen — Woerden, L. Blok te Ridderkerk — Westerhaar, B. Schuurman te Vollenhove.

Aangenomen naar:

Amsterdam, G. Cartelman te Dieppe — Utrecht, Waalse Gem., G. Ghappen te Argentinië — Roden, B. Jager te Gaast en Ferwoude, die bedankte voor Witmarsum — Leiden, A. J. de Jong te Scheveningen.

Benoemd tot:

Geestelijk verzorger v. h. diac. huis te Groningen, H. v. d. Linde te Amsterdam, die deze benoeming heeft aangenomen.

Ds. J. D. van Roest.

Door de G.Z.B, is een beroep gedaan op ds. J. D. van Roest te Schelluinen om in dienst van de zending uit te gaan naar Celebes. In verband daarmede neemt ds. van Roest op 19 november afscheid van Schelluinen.

Genderen.

De Hervormde gemeenten van Genderen en Doeveren hebben zondag 15 oktober afscheid genomen van ds. G. Bos, die deze gemeenten vier en een half jaar heeft gediend, en nu vertrekt naar Hoornaar. Als tekst voor zijn afscheidspreek koos ds. Bos Mattheüs 13 vers 31 en 32, de gelijkenis van het mosterdzaadje.

Na de dienst sprak ds. G. E. Heijboer uit 's-Gravenmoer namens de classis Heusden. Op verzoek van ouderling K. Remmers, die namens kerkeraad en gemeente sprak, zong de gemeente ds. Bos de zegenbede uit Psalm 121 toe. Tenslotte voerde ds. B. de Graaf uit Meeuwen nog het woord als consulent.

De gemeenten hadden reeds dinsdag tijdens een bijeenkomst in het dorpshuis afscheid genomen van ds. en mevrouw Bos.

Het tweede lustrum gevierd van de Hervormde Predikantsvrouwen contio op Geref. grondslag.

Op dinsdag 17 oktober vierde de Hervormde Predikantsvrouwencontio haar tienjarig bestaan. Dit feit werd door de presidente, mevrouw A. van de Kooy-Kranenburg uit Katwijk, herdacht.

Spreker was 's morgens ds. A. van Eyk van Bergschenhoek over het onderwerp “Kerk en de sekten in onze tijd". In de inleiding werd de verhouding tussen kerk en sekte geschetst. De kerk is de „ekklesia" — de door God uitgeroepene, de vergadering van ware Christ gelovigen, zoals de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt in artikel 27. Sekte is een groep mensen die het niet eens is met de geloofsgemeenschap, waartoe zij behoren en de band verbreekt. Zes groepen werden nader onder de loupe genomen: de Jehovah's Getuigen, de 7e Dags Adventisten, het Spiritisme, de Maranathabeweging, het Leger des Heils en de Pinksterbeweging. In de discussie werd op verschillende punten nader ingegaan.

Na een geanimeerde gezamenlijke koffietafel had als tweede spreker de bekende schrijver J. W. Ooms het woord met het onderwerp: “De kunst in het leven." Hij typeerde de kunst als een hunkering van de mens naar het schone. Hierin worden wij herinnerd aan ons land van herkomst: het paradijs. Door de zondeval is de harmonie van de schepping verstoord, maar de hunkering naar het schone, naar geluk en harmonie, is ons altijd bijgebleven.

Na de theepauze bleek de heer Ooms naast een goed schrijver ook een uitstekend verteller te zijn. Zijn geestige verhaal had tenminste de volle aandacht.

Zo werd deze dag besloten, die door ongeveer zeventig predikantsvrouwen werd bijgewoond.

Prof. Van Itterson sprak voor confessionele vereniging.

Er was kennelijk meer belangstelling voor de bijeenkomst van de confessionele vereniging te Leeuwarden dan verwacht was, Want er moest nog een aantal stoelen bij geplaatst worden. Prof. dr. Van Itterson uit Utrecht behandelde o.a. de verhouding tussen de Nederlandse Hervormde Kerk en de Rooms-Katholieke Kerk. Aan beide kanten heerst momenteel verwarring. In Nederland is een nieuwe r.k. catechismus uitgekomen, in Duitsland mag de vertaling daarvan niet uitgegeven worden, omdat hij te ketters is. Hoe er mensen in de hervormde kerk zijn, die dat boekje op hun catechisatie willen gebruiken, is onbegrijpelijk, aldus de spreker, omdat aflaat en vagevuur er nog in worden genoemd en de Mariaverering zelfs met nadruk.

Nadat prof. Van Itterson er o.a. op had gewezen hoe het al of niet stromen van het doopwater voor Rome een rol speelt en de priester de „intentie" (bedoeling) moet hebben de doop zo te bedienen als zijn kerk het bedoelt, behandelde hij het gemengde huwelijk. Dat is wat de verhouding met Rome betreft niet gemakkelijk. De r.k. huwelijkspartner moet beloven de kinderen zoveel mogelijk christelijk te dopen en op te voeden (maar dat betekent voor een r.k. altijd: rooms!). Van de ander wordt gevraagd dat hij eerstgenoemde niet zal hinderen in het geloofsleven en bij de inbreng van de opvoeding. De wijkkerkeraad moet zorgen dat er een verantwoorde regeling komt, zegt de hervormde synode, maar ze geeft niet aan hoe. In de praktijk zal men in vele gevallen na de wittebroodsweken in zo'n gemengd hervormd-r.k. huwelijk de „tarwebrood-ellende" krijgen.

Ten aanzien van de Gereformeerde Kerken vroeg de hoogleraar zich enigszins ondeugend af, of men daar na het terugnemen van het bekende besluit van Assen, straks misschien ook 1866 terug zal nemen. Als men daar Genesis 1 op losse schroeven zet, wat blijft er dan nog over van de erfzonde en van het ontstaan van de mensheid uit „enen bloede"? Als bijvoorbeeld de negers van een andere soort zijn, dan blijft er nauwelijks een argument over tot bestrijding van de rassendiscriminatie.

Prof. Van Itterson waarschuwde met klem tegen de vorming van „streekgemeenten" in de hervormde kerk. Hij had de samenvoeging van gemeenten van sterk uiteenlopende modaliteit op het oog, die in de praktijk al tot veel narigheid aanleiding is geweest. In de hervormde kerk zijn gewettigde modaliteiten. Men spreekt tegenwoordig nogal eens over “integratie". Dat betekent dat men orthodox en vrijzinnig gaat mengen, maar men krijgt dan een tussenvorm die niets uitwerkt. Waarom niet eerlijk tegenover elkaar staan, met elkaar praten en elkaar “de waarheid zeggen" en eventueel op een fatsoenlijke en gepaste manier bestrijden?

Wegens vertrek van de voorzitter ad hoc, ds. F. J. Veldman te Drachten en het overlijden van dr. K. H. Siccama, die in de vergadering werd herdacht, werd ds. T. Tysma uit Sexbierum tot voorzitter gekozen. (Priesch Dagblad).

Toogdag 450 jaar reformatie.

Voor zaterdag 28 oktober a.s. is er door de Stichting „In De Rechte Straat" een landelijke toogdag georganiseerd ter herdenking van het feit, dat de reformatie zich 450 jaar geleden baan brak. Deze samenkomst wordt gehouden in de Buitensociëteit te Zwolle. Aanvang van de morgensamenkomst 10.30 uur; aanvang van de middagsamenkomst 2 uur.

Als hoofdsprekers treden op: dr. N. J. Hommes met het onderwerp „Calvijn, de brug tussen Reformatie en Rome? " en ds. H. J. Hegger met het onderwerp „de Reformatie, nog steeds een heilzame breuk met Rome? ”.

Ex-priester J. Procheur zal een getuigenis geven. Verder wordt meegewerkt door ds. A. Hilbers, ds. L. Huisman, ds. Th. Rutters en ds. J. Ytsma. Het geheel staat onder leiding van ds. J. A. Hamers, voorzitter van genoemde Stichting.

Het evangelisatieboor van de chr. geref. kerk te Zwolle o.l.v. de heer Bert Kunnen zal enkele liederen zingen, terwijl de trompettist, de heer T. Nicolai, ook medewerkt. Men verwacht veel belangstelling uit het gehele land.

Ledenvergadering van de Vereniging Nederlandsche Hervormde Stichting voor Zenuw- en Geesteszieken bij 40-jarig bestaan.

— Gestegen investeringskosten per bed worden deels gecompenseerd door kleiner aantal ziekenhuisbedden, dankzij nieuwe vormen van behandeling.

— Grotere opleidingsmogelijkheid tot zenuwarts in psychiatrische ziekenhuizen verdient aanbeveling.

— Klinisch pastorale vorming voor ziekenhuispredikanten mag geen vrijblijvende zaak blijven.

— Lezing over „Terecht of ten onrechte pedagogie in de inrichting voor zwakzinnigen? ”

In de op 13 oktober gehouden ledenvergadering te Amersfoort van de Vereniging Nederlandsche Hervormde Stichtingen voor Zenuw-en Geesteszieken, waarvan ook uitgaande de Hervormde Stichting voor Geestelijk Hulpbehoevenden en de Stichting Oranje Nassau's Oord, werd het feit herdacht dat de Vereniging 40 jaar geleden werd opgericht.

Ter gelegenheid van dit 40-jarig bestaan verscheen een boekje „1927-1967", waarin een kort overzicht wordt gegeven van de geschiedenis en de groei tot thans zes instellingen met 2900 bedden, alsook van de ontwikkeling in de psychiatrie en de zwakzinnigenzorg.

Na het wijdingswoord door ds. W. van Gemert en de verkiezing van de nieuwe bestuursleden ds. W. van Bruggen te Arnhem en mr. E. P. van Velthuizen te Fijnaart, zei de voorzitter, mr. H. Rijpstra uit Almelo, in zijn rede o.a. het volgende:

„Aan voorspellingen hoe over nogmaals 40 jaar een psychiatrisch ziekenhuis en een inrichting voor zwakzinnigen er uit zullen zien, zal ik mij niet wagen.

De medici onder ons kunnen ervan getuigen hoe juist in de laatste 10 tot 15 jaar een deels revolutionaire ommekeer in de wijze van behandeling kon gaan plaats vinden. De ontdekking en toepassing van psycho-farmaceutische middelen in bevoegde en blijkens de pers en de televisie helaas ook wel in onbevoegde handen, bewijzen hoe het levensklimaat in en buiten de psychiatrische inrichtingen zich in een relatief klein aantal jaren totaal kan wijzigen.

Het wetenschappelijk onderzoek staat niet stil en het lijkt mij juist te stellen dat onze Vereniging voor de patiënten niet alleen een taak heeft te behandelen te verplegen op grond van de ervaring van anderen, maar ook een zodanige bezetting van medewerkers en medewerksters heeft dat de mogelijkheden tot beperkt toegepast wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van het totale terrein van de geestelijke gezondheidszorg aanwezig zijn. Zinvolle coördinatie op dit terrein in nationaal verband is daarbij uiteraard geboden.

Het is zeker ook het naoorlogs wetenschappelijk onderzoek met zijn toepassingen in de ziekenhuizen geweest, dat er des te sterker toe heeft geleid met de planning van het aantal bedden of patiëntenplaatsen grote behoedzaamheid te betrachten. Er staan geen bedden leeg en voor de bejaarden en de zwakzinnigen is er nog een feitelijk tekort in ons land. Maar hoeveel bedden zouden vandaag nog wel nodig zijn, indien de uitgangspunten en normen van anno 1927 of 1947 zouden zijn gehandhaafd, zonder dit voortgaand wetenschappelijk onderzoek en het toepassen van nieuwe vormen van begeleiding en therapie? Ongetwijfeld duizenden plaatsen.

Op deze wijze heeft de wetenschap tot heden niet alleen bijgedragen tot groter vreugde voor velen wier leven leek vastgelopen, maar ook soms zichzelf betaald door besparing van investeringen in de sector van kwantitatieve uitbreiding. Het lijkt mij goed dit ook voor ogen te houden indien in deze tijd weleens zorgelijk wordt aangekeken tegen een investering van een ƒ 80.000, — per bed. Het hadden er soms ook twee van ieder ƒ 40.000, — bij een verouderde vorm van behandeling en verpleging kunnen zijn.

De planning van het aantal plaatsen is in blauwdruk, op basis van de bevolkingsprognose tot 1980 thans landelijk berekend en via het stelsel van goedkeuringen van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid vrijwel toegewezen aan of verdeeld onder de vele particuliere en overheidsinstellingen.

Een zekere consolidatie lijkt daarmede te worden ingeluid. Het is een consolidatie zonder verstarring die ook ten aanzien van andere aspecten op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg valt te bespeuren. Daartoe noem ik u het sociale verzekeringsstelsel dat voor onze arbeid in principe zijn afronding krijgt in het ontwerp Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

Als een andere vorm van afronding en consolidatie wil ik wijzen op de totstandkoming van de Stichting Nationale Ziekenhuisraad als overkoepeling van het totale Nederlandse ziekenhuiswezen.

Naast 't doel gemeenschappelijk beleidsorgaan te zijn, is er het voornemen te komen tot de oprichting van een gemeenschappelijk wetenschappelijk centrum: Het Nationaal Ziekenhuisinstituut.

De problemen, ook op het terrein van de gezondheidszorg, zijn in ons dichtbevolkte land zo immens, maar het levenspatroon daarmede ook zo vermaatschappelijkt, dat deze vorm van consolidatie niet langer gemist kan worden ten behoeve van optimale vormen van gezondheidszorg voor ieder individu. Ik meen dat deze ontwikkeling van grote betekenis kan zijn, mits zij gepaard gaat met de bezinning op het eigen karakter van ons aandeel daarin. Daarbij gaat het niet om een stukje zelfverdediging, om te handhaven wat we hébben, maar om krachtens ons geloof er te zijn ten dienste van de medemens. Zodanige taak en bijdrage als dienstbetoon aan de medemens en aan de Kerk als geheel, acht ik o.a. aanwezig in de klinisch pastorale vormingsweken zoals die sedert 1963 in „Hulp en Heil" plaats vinden.

Ons bestuur heeft het voornemen hieraan uitbreiding en verdieping te geven, opdat de predikanten in het algemeen en de ziekenhuispredikanten in het bijzonder, beter worden toegerust. (Dit mag geen vrijblijvende zaak blijven binnen de totaliteit van de Hervormde Kerk noch in het geheel van de geestelijke gezondheidszorg in ons land.

Ten aanzien van de wetenschappelijke staf is de prognose over het aantal medici en vooral de specialisten-zenuwartsen niet opwekkend.

Terwijl de opleiding voor verplegenden en ziekenverzorgsters behoefte heeft aan een onderwijsvorm die niet alleen in het ziekenhuis plaats vindt, is daarentegen de opleiding tot zenuwarts naar het voorkomt te stringent gekoppeld aan de universiteiten.

Grotere opleidingsmogelijkheden in de psychiatrische ziekenhuizen met adequate stafbezetting verdienen m.i. bij Overheid en universiteiten meer aandacht dan tot heden het geval is.”

Na de pauze hield de heer H. Kuiper, adjunct-directeur van de inrichting voor zwakzinnigen „Hendrik van Boeijen-Oord" te Assen een voordracht over „Terecht of ten onrechte pedagogie in de inrichting voor zwakzinnigen? ”

Hierin vestigde hij de aandacht op het nar volgende:

„De beantwoording van de vraag: terecht of ten onrechte pedagogie in een zwakzinnigeninrichting? is afhankelijk van de wijze waarop men het zwakzinnige kind ziet, namelijk als patiënt of als een op opvoeding aangewezen mensenkind, dat de opvoeder door zijn anders-zijn stelt voor een extra moeilijke opgave.

„De veelzijdigheid van hulp aan het afwijkend kind is steeds een ernstige belemmering geweest voor het duidelijk afgrenzen van de ortho-pedagogische arbeid binnen het geheel van maatregelen, dat voor de opvoeding, de verzorging, de genezing van het afwijkende kind nodig is." (Van Gelder).

Bovendien is de ortho-pedagogiek nog een zeer jonge wetenschap, slechts zeer beperkt in staat zich te baseren op een door empirie gegrond systeem. Dit in tegenstelling tot de medische wetenschap.

De ortho-pedagogiek is geen toepassing van gegevens ontleend aan de kinderpsychiatrie, de kinderpsychologie en de kinderpsychopathologie.

In de zwakzinnigeninrichting neemt de orthopedagogiek een geheel eigen zelfstandige plaats in. De meer gespecialiseerde disciplines als psychiatrie, psychopathologie, maar ook de psychologie e.a. kunnen slechts dan vruchtbaar werken wanneer in hecht en nauw teamverband wordt samengewerkt met de pedagogie.

Door een tekort aan pedagogisch geschoolden is en wordt nog steeds 't pedagogisch aspect in o.a. de zwakzinnigeninrichting te veel verwaarloosd.

Dit heeft onmiskenbaar tot gevolg in de behandeling van het zwakzinnige kind, versnippering van de ontwikkelingsmogelijkheden.

Het is voor het vruchtbaar verloop van de behandeling van het zwakzinnige kind noodzakelijk dat de pedagogie in handen is van een wetenschappelijk gevormde vakman.

De bijdrage die de pedagogie moet leveren heeft in de allereerste plaats betrekking op de zwakzinnige mens in relatie tot zijn medemens (de dagelijkse opvoeders) en het milieu. Bovendien moet de pedagogie zich bezig houden met de uitgroei van het zwakzinnige kind op een wetenschappelijk verantwoorde wijze.”

 

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1967

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

KERKNIEUWS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1967

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's