De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

In het dwangbuis van de Middenorthodoxie

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In het dwangbuis van de Middenorthodoxie

9 minuten leestijd

In 1956 verscheen bij het Boekencentrum een 'Gedachtenwisseling over positie en problemen van de Gereformeerde Bond in de Hervormde Kerk tussen dr. H. Berkhof en ds. G. Boer'. In deze gedachtenwisseling, die eerst als een serie open brieven in het ambtsdragersorgaan Woord en Dienst had gestaan, vertelt ds. Boer dat hij in de wandelgangen op de Hervormde synode een middenorthodox predikant tot een Gereformeerde Bondscollega hoorde zeggen: 'Laat je geluid horen in de Synode, er wordt naar je geluisterd'. Waarop de G.B. predikant opmerkte: 'Noem mij nu één punt, waarin met effect naar mij is geluisterd.' Ds. Boer zegt: 'Op deze rake en scherpe vraag bleef de ander het antwoord schuldig. Dat kon ook niet anders ..., omdat er rondom de voorbereiding en aanneming van de Kerkorde niet wezenlijk naar ons is geluisterd. Dat wreekt zich tot op de dag van vandaag.’

Wat ds. Boer in 1956 schreef is momenteel nog op dezelfde wijze actueel. Er wordt naar ons geluisterd, jawel, maar niet met effect. De koers van onze kerk is er tot vandaag nog niet wezenlijk door veranderd, al weet ik niet hoe het er in onze kerk uit zou zien wanneer onze stem helemaal niet zou zijn gehoord, want er is natuurlijk altijd wel sprake van een beïnvloeding, die zich aan de directe waarneming in de vorm van zichtbare en tastbare resultaten onttrekt.

In hetzelfde boekje zegt ds. Boer: 'Wij gevoelen ons op de preekstoel in ons element, maar op de kerkelijke vergaderingen als in een dwangbuis'. Die woorden wil ik hier graag onderstrepen. Men weet vaak niet half hoe er door G.B .-afgevaardigden op de synode of door G.B. leden in synodale commissies geleden is wanneer hete hangijzers in principieel opzicht aan de orde kwamen. Ik bedoel hier niet de G.B.ers een soort martelaarsmantel om te hangen, maar ik weet van nabij hoe het aan je vreet, geestelijk aan je knaagt, wanneer beslissingen genomen worden die je ervaart als in strijd met het belijden.

Op de laatstgehouden synode sprak ik een middenorthodox synodelid en zei hem dat wij op de synode van nederlaag tot nederlaag voortgingen, waarop hij me zei dat onze nederlagen ook hun nederlagen en de nederlagen van de hele kerk waren. Ik heb geen aanleiding te twijfelen aan de oprechtheid van wat hij zei, maar inmiddels zitten we er wèl mee dat de resultaten van die nederlagen bij ons veel harder aankomen dan bij hen. Want het is toch in feite maar zo dat bij heel wat synodale beslissingen de middenorthodoxen krijgen wat ze wensen, terwijl wij opgedrongen krijgen wat we niét wensen. Hoeveel synodale beslissingen zijn in de loop van de jaren niet genomen met alleen de stemmen van de rechterflank van de kerk tegen, soms met slechts geringe meerderheid. Daarachter gaat vaak heel wat innerlijke spanning schuil.

De miden-orthodoxie heeft zijn stempel gedrukt op de koers van onze kerk en het uithollingsproces, waarin met name die midden-orthodoxie terecht gekomen is heeft daarin tot nu toe geen verandering gebracht. Hoogstens zijn de getalsverhoudingen de laatste tijd wat anders komen te liggen. Maar nog steeds is de midenorthodoxie als het er op aan komt — bij alle bereidheid tot luisteren — in werkelijkheid stokdoof voor het geluid dat uit de G.B. komt. Dat merk je op beslissende momenten.

En ook wanneer men de stem van de G.B. horen en verdisconteren wil zorgt men er bij voorbaat voor dat de koers er niet door zal worden gewijzigd. Men werpt ons vaak tegen dat het zo moeilijk is om voor synodale commissies mensen te krijgen. Nu zou een respectabel aantal mensen te noemen zijn die zich ten volle aan het werk van bepaalde commissies hebben gegeven. Maar hoe ging het vrijwel altijd? Eén Gereformeerde Bonder in zo'n commissie en beslist niet méér want dan kon de koers wel eens in het geding komen. Het gevolg is dat die G.B .-afgevaardigde tenslotte vaak besluiten moest om in zijn eentje een minderheidsnota te schrijven omdat hij toch niet meekomen kon — hoe ver hij ook bereid was om mee te gaan — in de theologische koers die voor het betreffende rapport bepalend was. Want er ligt als het er op aankomt toch een kloof tussen de G.B. en de middenorthodoxie; een kloof die bepaald wordt door zeer wezenlijke theologische verschillen, die alles te maken hebben met de religie van het belijden. Dat heeft de discussie tussen Boer en Berkhof duidelijk aan het licht gebracht en dat is voelbaar en tastbaar in de prediking, waarin het warempel wel om méér gaat dan om klimaats-en accentsverschillen.

Wanneer je er nu in gesprekken bijvoorbeeld met het moderamen van de synode over spreekt dat het toch een onmogelijke zaak is om een G.B .-er als eenling in een synodale commissie te zetten, dan wordt er ook weer bereidwillig geluisterd, maar er wordt tot nu toe ook in dit opzicht niet met effect geluisterd. Zelfs in de commissie, die na het Getuigenis met een synodale boodschap ter bemoediging van de gemeenten moest komen, mocht maar één G.B.-er zitten. En wat te denken van het verzoek om een G.B .-lid in de theologische commissie van de Raad van Kerken, als je met de hele theologische teneur van die Raad en met die Raad überhaupt niet uit de voeten kan?

De nieuwe secretaris-generaal

De laatste beslissing, die we door de midden-orthodoxie opgelegd hebben gekregen, was de keuze van de nieuwe secretaris-generaal, ds. A. H. van den Heuvel. Het gaat niet aan om mensen aan de paal te spijkeren, in dit geval om eens even met ds. Van den Heuvel af te rekenen, maar zaken en principia staan nu eenmaal niet los van personen. Bij deze benoeming ging het om de voortzetting van het miden-orthodoxe beleid en dan nog wel in toegespitste vorm. Deze benoeming ervaren we als een polarisatiebenoeming. Van den Heuvel werd liefst voor het leven benoemd. Hoe het ook gaan zal in de komende jaren wat betreft de verhoudingen in onze kerk, ds. Van den Heuvel zit en kan zeggen: blijf-zitten-waar-je-zit. De midden-orthodoxie heeft de macht van het getal gebruikt om op deze zeer centrale plaats een bepaalde koers veilig te stellen. Alles moest daaraan meewerken. Een enkelvoudige voordracht en vooral een overmatig uitbundig — net iets té uitbundig — betoog van prof. dr. H. Berkhof, voor wie menig synodelid nog altijd door de knieën pleegt te gaan. Prof. Berkhof is altijd nog de spreekbuis van de middenorthodoxie en zijn spreken wordt door velen ervaren als een spreken ex-cathedra. Uiteraard kan niemand aan prof. Berkhof het recht ontzeggen om zijn volle gewicht in de schaal te werpen voor iemand die hij graag op die centrale post in onze kerk hebben wil. Maar dan moet men het ons niet kwalijk nemen als wij zo onze bedenkingen krijgen en we achter ds. Van den Heuvel en prof. Berkhof een beeld zien oprijzen van onze Hervormde Kerk in de naaste toekomst waar wij neen tegen zeggen.

Van prof. Berkhof hebben we een rapport over het ambt dat ten diepste het ambt meer vanuit de sociologie dan vanuit de Schrift laat opkomen. Van ds. Van den Heuvel weten we dat hij een vurig pleitbezorger is van steun aan de zogenaamde vrijheidsbewegingen met het antiracisme fonds. Hier zijn cardinale kwesties in het geding. Dat is ook het geval bij de kwestie Solzjenitsyn, de Rus die zich in een brief aan de Patriarch van de Russisch Orthodoxe Kerk in kritische zin uitliet over de aanpassing door de Russisch Orthodoxe Kerk aan het communistisch systeem. Over deze brief, die tot gevolg heeft gehad dat Solzjenitsyn in een communistische gevangenis terecht kwam, heeft ds. Van den Heuvel zich inmiddels in kritische zin geuit. Ds. Van den Heuvel valt Solzjenitsyn af en daarmee de Russische machthebbers bij. Is het wonder dat we hierdoor eens te meer met wantrouwen aankijken tegen de Wereldraad van Kerken, zodra het gaat over de houding tegenover het communisme? En is het wonder dat we op grond van één en ander de komst van ds. Van den Heuvel als secretaris-generaal van onze kerk bepaald ook met zorg tegemoet zien? Het gaat hier om een koers die wij in vele opzichten niet accepteren kunnen. Daarom is het ook onverantwoord dat de synode nauwelijks tijd heeft gekregen om geïnformeerd te worden, om zich met name te verdiepen in de theologie en de visie ten aanzien van hete hangijzers in de huidige kerkelijke ontwikkeling, zoals ds. Van den Heuvel die heeft vastgelegd in bepaalde publicaties. Alles moest op de synode in één avond rond komen, nadat de synodeleden slechts enkele dagen van te voren op de hoogte waren gebracht van deze enige candidaat. Onbegrijpelijk! Of liever, alleen maar te begrijpen vanuit het oogpunt van de wil van de middenorthodoxie om deze zaak door te drijven.

Knellende banden; bindende banden

Al met al zitten we als gereformeerden in de Hervormde Kerk vaak in het dwangbuis van de midden-orthodoxie. En dat dwangbuis knelt vaak geducht. Behalve deze knellende banden van de midden-orthodoxie zijn er echter evenzovele banden die binden, namelijk banden die binden aan de Kerk. De band met het verleden, die we niet zouden kunnen verbreken, de band aan het Woord en de sacramenten, die ons hecht aan deze kerk binden. Ds. Boer sprak erover dat we ons op de preekstoel in ons element voelen. Deze band is wel een zeer hechte. Welnu dat geldt voor de predikers. Ik moet zeggen dat we ons onder die preekstoelen eveneens in ons element voelen, dat wil zeggen wanneer gepreekt wordt vanuit de Schrift en het belijden van de kerk en daarmee 'naar het hart van Jeruzalem'. Maar we zouden de dag zegenen dat we ons ook op de vergaderingen van de classes en de synode in ons element zouden voelen, nog niet eens zozeer omdat men naar ons zou willen luisteren, maar omdat we samen naar het Woord luisteren en met effect luisteren. Was dat in de afgelopen jaren gebeurd dan zouden de rapporten over het ambt, en zovele andere onderwerpen meer er anders uitgezien hebben. Ik meen, we zouden dan ook blij geweest zijn met de benoeming van Van den Heuvel. Nu ervaren we op de synode meer pijn dan vreugde. Ik dramatiseer dat niet, want ik realiseer me zeer wel dat zelfs in het best functionerende kerkelijke leven alles ten dele is en de vreugde op synodevergaderingen e.d. ook maar zeer betrekkelijk is. Daarom zullen we het goede voor deze kerk blijven zoeken, en niet zuchtende maar wel hopende op en biddende om 'luisteren met effect'. En tenslotte, ten diepste vallen de beslissingen in de kerk niet bij meerderheid van stemmen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1972

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's

In het dwangbuis van de Middenorthodoxie

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 1972

De Waarheidsvriend | 8 Pagina's