De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Rondom het beroepingswerk (4)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rondom het beroepingswerk (4)

6 minuten leestijd

Informatie

Hoe komt binnen een kerkeraad de keuze voor een bepaalde predikant tot stand? Het is mogelijk dat er op het lijstje van de Commissie voor het Beroepingswerk een naam staat waarvan de hele kerkeraad zegt: 'Die is het'. Het kan ook zijn dat één van de broeders een naam noemt, waar de hele kerkeraad mee instemt. Er zijn ook kerkeraden die, zoals dat in de predikantenwereld heet, 'de krant achterna beroepen'. Wanneer de naam van een bepaalde dominé maar vaak genoeg in het nieuws is geweest, dan durven zij ook wel een schot wagen!

In al deze gevallen is de keuze meestal spoedig gemaakt. Vooral in het begin van een vakature, als er nog keuze genoeg is, heerst er binnen een kerkeraad in de regel nog wel eenstemmigheid. Maar wanneer verschillende vergeefse beroepen zijn uitgebracht, wordt de keuze moeilijker. Het is alweer jaren geleden dat een ouderling van een bepaalde gemeente zei: 'de zware zijn op, we zullen nu met halfzware genoegen moeten nemen'. Dat zal hopelijk wel een uitzondering zijn, maar een feit is dat kerkeraden, na vijf of zes beroepen, wat kritischer worden en niet meer zo gemakkelijk over één nacht ijs gaan. Ik heb trouwens de indruk - en dat zal wel te maken hebben met de vermeerdering van het 'aanbod' - dat er meer gewikt en gewogen wordt dan voorheen. Wat bijvoorbeeld in het verleden minder voorkwam dan tegenwoordig is, dat kerkeraadsleden uitvoerig informatie inwinnen over eventueel te 'horen' predikanten. Soms maken ze daarbij zelfs gebruik van hele vragenlijsten! Op zichzelf is daar natuurlijk geen bezwaar tegen, al komt het wel wat zakelijk over. Vooral wanneer je merkt dat, indien niet aan alle voorwaarden wordt voldaan, de naam terstond van de tafel verdwijnt. Inlichtingen zijn ook betrekkelijk, want het is altijd de vraag van wie ze afkomstig zijn. Een kerkeraad zal, als het goed is, niet staan te trappelen om aan een andere kerkeraad informatie te verstrekken over zijn predikant. Voldoet hij, dan wil men hem niet kwijt, en gaat het minder goed, dan zal men nog geen 'kwaad gerucht' van hem willen uitbrengen. En een predikant inlichtingen laten geven over een collega is helemaal een onmogelijk geval. Wie is hij, dat hij de persoon en het werk van zijn ambtsbroeder zou beoordelen? Bovendien, je weet maar nooit of het niet uitlekt. 'Vertrouwelijk' is helaas ook in het kerkelijk leven een rekbaar begrip.

'Incognito' horen

We willen nog wat dieper ingaan op de praktijk van het 'horen'. Een predikant beluisteren en een oriënterend gesprek met hem hebben is een zaak van de hele kerkeraad. Na ampele overwegingen is de keuze op die bepaalde dominé gevallen en die moet dan officieel gehoord worden en namens de hele kerkeraad moet met hem gesproken worden. Wanneer mijn inlichtingen juist zijn komt het hoe langer hoe vaker voor dat kerkeraadsleden op eigen houtje op verkenning uitgaan. Men heeft gehoord van een neef of van een verre vriend dat daar ergens 'een goede dominé' staat en men gaat eerst eens poolshoogte nemen. 'Incognito', dat wil zeggen: men wil niet herkenbaar zijn of herkend worden. Daarom gaat men niet in een zwart of donker costuum, men zoekt ergens achterin de kerk een onopvallende plaats en na de dienst verdwijnt men zo snel mogelijk. Zo kan het gebeuren dat broeder X of broeder Y (soms beide tegelijk!) vóór de dienst in de consistoriekamer schitteren door afwezigheid. De andere broeders kijken elkaar veelbetekenend aan. Niemand zegt het, maar iedereen denkt het: 'die zijn ergens gaan horen'. Dergelijke praktijken bevorderen natuurlijk niet het onderling vertrouwen. Overigens zijn gemeenten en kerkeraden ook niet van gisteren! Vooral in een dorpsgemeenschap is het niet moeilijk in de kerk een paar vreemdelingen te signaleren. En dan zijn er altijd wel slimmerikken die achter de identiteit weten te komen. Jaren geleden overkwam het mij, dat er een paar onbekende heren in de kerk zaten met bovengenoemde bedoeling. Ze dachten na de dienst ongemerkt te verdwijnen, maar konden niet weten dat hun autonummer was genoteerd. Eer de broeders thuis aan de koffie zaten wist de kerkeraad via een bevriende relatie bij de politie wie de eigenaar van de auto was... 'Incognito' horen is een praktijk die in het beroepingswerk eigenlijk het daglicht niet kan verdragen. Een predikant 'horen' moet een eerlijke zaak blijven, die alleen in opdracht en uit naam van de hele kerkeraad kan geschieden.

'Onofficieel' horen

Het kan ook anders. In de kerkeraadsvergadering is de naam genoemd van een predikant over wie twijfel bestaat. Of er zijn twee of drie namen gevallen tussen elke men geen keuze kan maken. Het besluit wordt genomen om eerst eens vrijblijvend te gaan horen. Dat wil zeggen: de predikant wordt niet ingelicht, men woont alleen de dienst bij en men brengt na afloop geen bezoek aan de pastorie. Bevalt het niet, dan zijn er tenminste bij de predikant geen verwachtingen gewekt. Is het oordeel gunstig, dan gaat men nog een keer horen, maar dan officieel. Het verschil met het 'incognito' horen is dat niet één of twee broeders op eigen initiatief op pad gaan, maar dat het een besluit van de hele kerkeraad is. Toch is ook deze werkwijze niet aan te bevelen. Voor de beluisterde predikant zal het een raadsel zijn dat soms nooit opgelost wordt: 'door wie ben ik gehoord?' En in de gemeente wordt al snel de conclusie getrokken: 'er waren hoorders, maar het is zeker niet goed beval­len'. Alle geheimzinnigheid in het beroepingswerk is uit den boze. Laat men de predikant eerlijk informeren en zeggen dat een beroep nog helemaal niet zeker is. En meent men om de een of andere reden niet tot een beroep te moeten overgaan, laat men ook van dat besluit de predikant in kennis stellen. Het is natuurlijk geen leuke mededeling, nóch voor degene die het moet zeggen, noch voor hem tegen wie het gezegd wordt: 'het spijt ons voor u, maar om die en die reden is de keuze op uw collega gevallen'. Maar het is een veel grotere teleurstelling wanneer de predikant nooit meer enig teken van leven ontvangt.

Eerlijk en met orde

Misschien is het bovenstaande bij de één wat zakelijk en bij de ander wat 'belerend' of schoolmeesterachtig overgekomen. Als dat zo is is het in geen geval mijn bedoeling geweest. Maar ook en vooral in zo'n geestelijke zaak als het beroepingswerk behoren we menselijk en christelijk met elkaar om te gaan. Aan het begin van iedere kerkeraadsvergadering, en zéker wanneer over het beroepingswerk gesproken zal worden, zal de Naam des Heeren worden aangeroepen. Zal gevraagd worden om het licht en de leiding van de Heilige Geest. Zal gebeden worden om Gods zegen over alle besprekingen en beslissingen. Dat is toch niet een formaliteit waaraan even voldaan moet worden? Maar wanneer we dan daarna overgaan tot het hanteren van dubieuze methoden of het inslaan van verkeerde wegen, wordt dan dat gebed niet tot een mooie vlag die een bedenkelijke lading moet dekken?

Als we zo menselijk en berekenend bezig zijn geweest, durven we dan nog voor Gods aangezicht komen om Zijn zegen te vragen over de pogingen om de vakature vervuld te krijgen? Ook voor het beroepingswerk geldt: 'Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Rondom het beroepingswerk (4)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 maart 1986

De Waarheidsvriend | 16 Pagina's