De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Bewogen jaar met rumoerig slot

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bewogen jaar met rumoerig slot

Het jaar 1985

12 minuten leestijd

Elk jaar is Gods jaar, jaar des Heeren. Wat de mensheid betreft is elk jaar een bewogen jaar. Het meest voor hen, die persoonlijke verliezen leden of die zelf het bericht ontvingen van een ongeneeslijke ziekte. Laatst las ik ergens dat wanneer iemand voor een ernstige operatie ligt de wereld voor hem niet groter meer is dan dat éne bed. Ieder voelt eigen smart het diepst. Toch is ook elk jaar voor de mensheid als zodanig een bewogen jaar. In welk jaar gebeuren immers geen schokkende dingen, dichtbij of ver weg!

Ook het jaar 1985 was een bewogen jaar. Ieder is selectief ih datgene wat hem of haar het meest beroerde. Maar er waren gebeurtenissen die ons allen schokten.

Meer dan veertig doden bij een voetbalramp in Brussel, waarbij we met onze neus op de feiten van het moderne voetbalvandalisme en voetbalgeweld werden gedrukt. Hebben we ervan geleerd?

Meer dan tweeduizend slachtoffers in de burgerluchtvaart, een aantal dat nog nooit eerder zo hoog, was. Onze technische samenleving is verre van volmaakt. Het meest vers in ons geheugen ligt de ramp met de amerikaanse jongens, die op verlof gingen uit Libanon.

De natuurramp in Colombia, waar het geweld van de vulkaan tienduizenden slachtoffers eiste. Waar wij mensen ook kunnen wijzen op menselijk falen of menselijke schuld, hier voltrok zich natuurgeweld, waar de mens nog altijd machteloos tegenover staat. Evenwel dringen zich hier vragen op als: waarom zij en niet wij? Welk verband is er tussen menselijke schuld en concrete oordelen van God? Want met de Schrift spreken we over de oordelen, de gerichten Gods die over de aarde gaan. En verder, de oorlogen of de brandhaarden ervan bleven. Libanon en Zuid-Afrika stonden opnieuw bovenaan in de lijst der landen die de aandacht bleven trekken en waar het geweld zijn tol eiste.

Tenslotte, we discussieerden intensief over de kernwapenproblematiek. En toen net het rumoer, althans in ons land over deze kwestie enigszins bedaard was — in afwachting van nieuwe ontwikkelingen op het politieke vlak — liet de hervormde-synodepraeses, ds. H. Huting, een uitlating horen, die grote beroering wekte in het land, zowel in de kerk(en) als daarbuiten. Als vreedzame maatregelen tegen Zuid-Afrika niet meer baten dan moet de kerk het gewapend geweld steunen, aldus ds. Huting. De teerling was hiermee geworpen. Vandaar dat ik in de titel van dit artikel spreek over een rumoerig slot van het jaar 1985.

Kerk en geweld

We leven in een tijd van merkwaardige in-consequenties. Dat is juist ook in de uitspraak van ds. Huting gebleken, toen hij zich uitsprak vóór eventuele steun van de kerk aan gewapend verzet. Wat steun aan gewapend verzet als zodanig betreft, het is natuurlijk niet zo dat de kerk te allen tijde zich tégen het geweld moet keren. De Schrift kent rechtvaardige oorlogen. Wij hebben in de tachtigjarige oorlog een gewettigde vrijheidsstrijd gehad tegen de Spaanse dwingeland, de onrechtmatige bezetter. Het opnemen van de wapens in de Tweede Wereldoorlog tegen het Hitlerbeest was niet alleen geoorloofd maar ook geboden. Onze wettige overheid zat toen in Londen. De overheid, die tóén ons land regeerde was geen wettige overheid. Zo kunnen we nog even doorgaan. Te denken valt aan de hongaarse opstand tegen de Russische overheersing in 1956.

Waar het vandaag echter om gaat is dat gewapend verzet tegen de overheid als zodanig, wanneer die niet precies handelt zoals 'wij' zouden wensen, wanneer die niet in ons politiek systeem past of wanneer die überhaupt onrechtvaardig handelt, wordt gelegitimeerd. Wat dit laatste betreft is dan de vraag wanneer van onrechtvaardigheid gesproken wordt en door wie dat wordt gedaan. Om bij voorbaat alle misverstand uit te sluiten wil ik nadrukkelijk zeggen dat het apartheidssysteem in Zuid-Afrika niet de gerechtigheid bevordert, of — om een woord van prof. dr. J. Douma te gebruiken — apartheid brengt geen rechtvaardigheid. Douma heeft, na een recent bezoek aan Zuid Afrika zelfs gezegd dat wanneer de kerken de apartheid mee blijven steunen dit de ondergang van het Calvinisme in Zuid-Afrika zou betekenen. Daarmee ben ik het eens.

Aan diegenen echter, die thans gewelddadig optreden tegen de zuidafrikaanse regering bepleiten, mag de vraag worden gesteld wat hun categorieën zijn als het gaat om recht, gerechtigheid, rechtvaardigheid. Ik denk dat uit de mond van ds. Huting (c.s.) nog niet zo gemakkelijk te vernemen zal zijn dat (eventueel) gewapend verzet van de verzetsbeweging in Nicaragua tegen het sandinistisch bewind aldaar door de kerken moet worden gesteund, ook al komen er thans berichten dat deze regering niet alleen het volk verdrukt maar ook de christenen vervolgt. Integendeel, recent hebben de kerken nog een brief doen uitgaan tot voorbede, in feite voor die overheid. De gebedsbrief getuigde van politieke vooringenomenheid, gedragen door een verwerpelijke politieke theologie. Daarom is oproep tot steun aan het gewapend verzet tegen de zuidafrikaanse regering een uiting van selectieve verontwaardiging. Verontwaardiging over onrechtvaardigheid mag er zijn. Zodra ze echter selectief wordt is er sprake van onwaarachtigheid, van hypocrisie. Ik weet best dat sommigen de onrechtvaardige situaties elders in de wereld aanwenden om de ogen af te wenden van de situatie in Zuid-Afrika. Maar anderzijds zien we hen, die vandaag zo te hoop lopen tegen Zuid-Afri­ka nog niet pleiten voor steun aan verzet tegen onderdrukkende marxistische regimes. Dan worden opeens andere categorieën van recht en onrecht aangelegd. Daarom, de kwestie van de selectieve verontwaardiging moet genoemd blijven worden en aan de kaak worden gesteld.

De kerk vooruit

Ds. Huting is met zijn uitspraak intussen de kerk ver vooruit gelopen. De hervormde synode heeft zich één en ander maal uitvoerig met Zuid-Afrika bezig gehouden en de uitspraken, die werden gedaan door de synode, werden over het algemeen zeer verdeeld gedaan. Met name toen het ging om contact met bevrijdingsbewegingen (als het ANC) is wehswaar uitgesproken dat zulke contacten er moesten zijn, maar die uitspraak werd gedaan met een groot aantal stemmen tégen, hever nog met een krappe meerderheid vóór. Intussen werd van morele steun aan bevrijdingsbewegingen, om maar te zwijgen over financiële steun aan gewapend verzet met geen woord gesproken. Als zodanig is ds. Huting veel verder gegaan dan de hervormde synode in haar uitspraken ooit is gegaan. Daarover zal hij zich moeten verantwoorden. Daarom heb ik in een eerste commentaar, dat mij gevraagd werd, gezegd dat als de kerk de uitspraken van ds. Huting niet voor haar rekening zou nemen, — en het zou een ramp zijn als ze dit deed — ds. Huting dan eigenlijk moreel verplicht is af te treden. Want het is niet vol te houden dat hij niet in zijn functie van synodepraeses sprak. Hij is als zodanig uitgenodigd om op de vergadering van zwarte kerkleiders in Harare aanwezig te zijn en ook vanwege die kwaliteit heeft het hervormd persbureau een persconferentie bij zijn terugkeer belegd.

Dat ds. Huting ook niet in een opwelling van emotie gesproken heeft blijkt uit zijn latere commentaar. In Hervormd Nederland van vorige week liet hij in een interview weten blij te zijn met de opschudding, die zijn uitspraak te weeg heeft gebracht en merkte hij op dat hij geen centimeter terug gaat.

Het woord is nu aan de synode. Zal de kerk gewapend geweld in situaties als in Zuid-Afrika gaan steunen? Zo ja, in welke gevallen dan nog meer in de wereld? Moet verder niet onder ogen worden gezien hoe de situatie in het vergelijkbare Zimbabwe is? Waarom zweeg ds. Huting over het bloedbad dat daar de laatste jaren is aangericht en over hef bewind van Mugabe, die een marxistisch éénpartij-stelsel wenst of in feite al praktiseert? En zou de synode dan ook niet eens moeten ingaan op de vraag waarom een belangrijk deel van zwart Zuid-Afrika, dat weliswaar scherp de apartheid veroordeelt maar eveneens de weg van de revolutie afwijst, door de kerken niet serieus genomen wordt? Ik bedoel hier uiteraard de beweging van Gathsa Buthelezi. Welke zwarten zijn ons referentiekader?

En tenslotte in dit verband nog één vraag. Hoe is een oproep tot steun aan gewapend verzet in vredesnaam te rijmen met het kerkelijk standpunt inzake de kernbewapening? Men kan tegenwerpen dat, wanneer in Zuid-Afrika het geweld in alle hevigheid los barst, het nog niet om een kernoorlog gaat. Welnu, de kerk kan niet enerzijds afwijzend staan tegenover kernwapens en tegelijk vuurtjes mee brandend willen houden of aan willen wakkeren in bepaalde delen van de wereld. In zo'n eenvoudige wereld leven we niet meer. Elk conflict kan in principe uitgroeien tot een wereldbrand, waarbij het kernwapen wél in het geding is. Als de kerk dan enerzijds de passie preekt zal ze aan de andere kant óók de verzoening moeten preken. De kerk verkondigt niet het geweld maar de verzoening.

Een slechte dienst

Verder heeft ds. Huting ook in ander verband de kerk een slechte dienst bewezen, door namelijk te suggereren dat de kerk via het Werelddiakonaat al lang steun aan het ANC gaf. Er is prompt een verklaring van het Werelddiakonaat zelf gekomen, waarin wordt meegedeeld dat het Werelddiakonaat nooit financiële steun aan de politieke activiteiten van het ANC heeft gegeven. Daar zouden concrete voorbeelden van te noemen zijn , o.a. de aanvraag om steun voor het kantoor van het ANC in Brussel, dat door het Werelddiakonaat principieel is afgewezen. Zou ds. Huting gelijk hebben dan zouden met name ook de vier hervormd-gereformeerden in de commissie Werelddiakonaat óf hebben zitten slapen óf hun roeping hebben verzaakt, óf men zou elkaar in het Werelddiakonaat voor het lapje hebben zitten houden.

En verder, een beleidsorgaan mag toch niet verder gaan dan de kerk zelve gaat? Daarom is de verklaring van de cie. Werelddiakonaat ook een duidelijke correctie op de uitspraak van ds. Huting geweest.

Te vrezen is intussen dat het kwaad geschied is en dat velen — gegeven de emotionaliteit die aan de problematiek zit — niet meer luisteren naar argumenten, ook niet als het gaat om het begrip 'humanitaire steun'. Feit is dat het hervormd werelddiakonaat de achterliggende jaren (t/m 1986 wat de begroting betreft) drie maal een bedrag voor humanitaire steun heeft uitgetrokken. In 1983 werd een busje voor schoolkinderen beschikbaar gesteld in een onder ANC-bestuur staand vluchtelingenkamp in Tanzania (totaal ƒ 30.000, —) en in 1984 werd ƒ 5000, — beschikbaar gesteld voor vluchtelingen in Zambia. Op zichzelf luttele bedragen als we bedenken dat het in de afgelopen jaren om een totaal budget ging van ongeveer dertig miljoen gulden. Wat de vestzakbroekzak gedachte betreft, zal ieder weldenkend mens beseffen dat dat hier bepaald niet opgaat. En morele steun aan het ANC werd er niet door geboden. Zodra het daarom ging heeft het hervormd werelddiakonaat principieel nee gezegd.

De vraag is echter wel waar de kerk helpen moet. De kerk zal diakonaal daar helpen waar geen helper is, en wel zonder aanzien des persoons. Dan zitten aan elke hulpverlening kanten. Wie in Oost-Europa helpt met het opknappen van een pastorie doet wat de overheid moet doen. Maar die dóét het niet. Moet dan steun worden gestaakt omdat zulk geld in feite de overheid ten goede komt?

Of moet dan maar geen steun worden gegeven aan de psychiatrische kliniek 'Kfar Shaoul', waarvoor de E.O. twee miljoen gulden bijeen bracht en het hervormd werelddiakonaat ook vijf jaar lang telkens ƒ 100.000, — gaf, omdat dat in feite ten goede komt aan het defensiebudget in Israël, dat zo hoog is dat genoemde kliniek buiten de verplichte voorzieningen valt? En wie — als ondergetekende — nimmer het bestaansrecht van de PLO zal erkennen, moet die nee zeggen tegen humanitaire steun aan een vluchtelingen-kamp in Sidon, waar honderdduizend mensen, inclusief kinderen, onder de meest miserabele omstandigheden leven? Daar zal geholpen worden, ook al betreft het mensen, die wellicht door hun leiders worden misleid. Daarom, internationale hulpverlening is nog zó eenvoudig niet. En dat hier intussen spanningsvelden liggen mag ook duidelijk zijn.

Terugkomend echter op de uitspraak van ds. Huting, wanneer de kerk nu (onverhoopt) de uitspraak zou doen dat gewapend verzet in Zuid-Afrika door de kerk gesteund moet gaan worden dan heeft dit consequenties voor beleidsorganen als het werelddiakonaat. Welnu, dan zijn de verdere consequenties niet te overzien.

Het nieuwe jaar in

Met de uitspraak van ds. Huting gaan we intussen het nieuwe jaar in. Die uitspraak beheerste de kerkelijke discussies van de afgelopen tijd. Die zal ook de komende tijd de discussies nog wel bepalen. We moeten intussen bedenken dat die discussies staan tegen de achtergrond van alles wat zich in onze wereld voordoet aan verschrikkingen enerzijds maar ook tegen de achtergrond van ideologisch bepaalde theologieën anderzijds.

De kerk heeft in dit alles daarom de geesten te onderkennen, of ze uit God zijn, en door alle situaties, die ons aangrijpen of die rumoer veroorzaken, heen de voetstap van Christus te horen.

Hij komt. Hij komt om de aarde te richten. Wanneer wij voor Zijn rechterstoel verschijnen — kerkleiders en 'gewone' kerkmensen, maar ook allen die in deze wereld leven — dan zullen we voor de vraag komen te staan of we gewassen zijn door het bloed van het Lam. Maar dan zal ook de verwonderde vraag van de rechtvaardigen gelden: wanneer hebben wij u hongerig gezien en gespijzigd of dorstig en te drinken gegeven. En wanneer hebben wij u een vreemdeling gezien en geherbergd of naakt en gekleed en wanneer hebben wij u krank gezien of in de gevangenis en zijn tot u gekomen?' Het antwoord zal dan zijn: 'Voor zover gij dit een van deze minste broeders hebt gedaan, zo hebt gij dat Mij gedaan' (Matth. 25 : 38, 39, 40). De kerk zal ook vandaag getuigen in Woord en daad.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1985

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's

Bewogen jaar met rumoerig slot

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 december 1985

De Waarheidsvriend | 20 Pagina's