De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

FINANCIEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FINANCIEN

6 minuten leestijd

Postgiro 138421.
Gissen doet missen, zegt 't spreekwoord. Dat heb ik van de week ook ondervonden. Gij weet dat ik de vorige week onder al mijn surprises ook een vet varken uit Den Haag had gekregen. Ds. Van Dorp had mij n.l. een gift van ƒ 100.— gestuurd. Ik meende toen zoo'n beetje te kunnen raden waar dat beestje gemest was. Eerlijk gezegd dacht ik, het komt niet uit Den Haag. Het heeft maar net gedaan alsof het daar vandaan kwam, maar eigenlijk komt 't uit .......... Hè, daar had ik bijna een geheim verklapt. Gelukkig, dat mijn pen nog juist op tijd weigerde. Doch nu blijkt het wel dat ik het leelijk mis heb gehad. Dat is de eerste keer niet van mijn leven en ik hoop dat het de laatste keer ook nog niet zijn zal. Immers het beestje komt wèl uit Den Haag, echt uit Den Haag, hoor! Op de receptie van ds. Batelaan was natuurlijk ook ds. Van Dorp en toen ik uit den aard der zaak eens informeerde of hij soms nog meer zulke varkentjes te expediëeren had, bleek mij wel dat ik met dat „omwegje" wat voorbarig was geweest. Neen, ds. Van Dorp heeft mij niet verteld wie hem de ƒ 100.— gegeven had. Dat mocht hij niet doen en daar heb ik hem ook niet naar gevraagd. Dat zou natuurlijk onbescheiden van mij zijn geweest. En nu ja, soms mag ik dat tegenover anderen misschien wel eens een klein beetje zijn, maar al zeg ik het zelf, tegenover menschen uit de residentie ken ik mijn plaats en neem ik altoos de grootste bescheidenheid in acht. Ik weet dus nog niet wie het bij ds. Van Dorp heeft gebracht en ik behoef dat ook niet te weten, maar ik weet nu wel dat het er niet gebracht is door iemand, dien ik er van verdacht. Of die misschien nu nog een anderen expediteur zal opzoeken, of dat hij het misschien vergeet, — als een mensch wat ouder wordt, wordt hij soms ook vergeetachtiger — zullen we nu maar afwachten. Maar in ieder geval de honderd gulden die ds. v. D. mij toezond, waren echte Haagsche guldens, hoor. Ik bied dus bij dezen mijn excuus aan aan de(n) gever (of gevers) dat ik gemeend heb dat hij niet in Den Haag woonde. Ach, hij moet maar denken: vergissen is menschelijk. In Den Haag vergissen zij zich ook wel eens een keer. Ik hoorde zelfs laatst eens van een Hagenaar, die bij vergissing de jas en zelfs de handschoenen van een ander had aangetrokken, en die er zeker mee naar de residentie gereisd zou zijn als die ander hem nog niet juist bijtijds aan zijn eigen jas had getrokken. Dus of zij zich in Den Haag ook vergissen kunnen! Tot zelfs in de vergadering van de Tweede Kamer toe vergissen zij zich wel eens. Als je zoo die Tweede Kamer-verslagen leest, dan denk je ook wel eens — althans ik denk dat wel eens — „da's mis broeder, dat is een vergissing, dat is de jas van een ander, die heb jij alléén maar aangetrokken om er de mooie man mee te zijn, om er straks argelooze kiezers mee te lokken". Ja, in die Tweede Kamer gaat het er soms raar naar toe. Je moet altijd oppassen dat ze je daar geen knollen voor citroenen verkoopen. Daarom moeten wij straks maar weer goed uitkijken wie wij er heen sturen, of 't mannen zijn die —  —  — .
Maar wacht eens, 'k geloof dat het glad wordt onder mijn voeten, dat ik op een terrein ben waar het ijs heeft geregend en dan moet je oppassen dat je niet valt. Hoe is 't mogelijk dat ik zoo opeens ongemerkt op het gladde terrein van de politiek ben gekomen? Zij zeggen altoos van me — en ik geloof dat zelf ook — dat ik heelemaal niet politiek aangelegd ben, al hebben sommigen mij wel eens een politieke dominé genoemd. Maar ja, dat zie je, zoo kom je soms van 't een in 't ander en daarom geloof ik dat ik mijn algemeene beschouwingen maar moet gaan beëindigen en dat ik maar liever eens moet gaan kijken of ik weer zulke vette beestjes in 't laadje heb zitten als de vorige week. Eerst dacht ik, jongen, dat is van de week niet zoo best. 'k Zag niet anders dan een paar „schrammen", zooals ze die, geloof ik, hier noemen. Maar 'k had mijn bril blijkbaar niet opgehad, en als een mensch wat ouder wordt, beginnen zijn oogen er in den regel ook al niet beter op te worden. Er zijn wel eens meer menschen, niet alleen onder de ouderen, maar ook wel eens onder de jongeren, die 't kleine zien en het groote soms niet zien. Nu, zoo was 't ook met mij, want toen ik mijn bril opzette bleken er niet alleen kleine, maar ook wel terdege groote giften te zijn. Hier hebt ge ze beide.
V l a a r d i n g e n, van ds. Heijer van een paar vrienden die de radiopreek van ds. v.d. Snoek beluisterd hadden ƒ 1.50 voor het Studiefonds.
N ij k e r k, van ds. Van der Graaf, hem ter hand gesteld door A. V. uit dankbaarheid wegens ondervonden uitredding een gift van ƒ 2.50 voor het Studiefonds.
G e n e m u i d e n, van ds. A. Luteijn deel van een gave van ƒ 10.—, gevonden in de collecte met bestemming voor het Studiefonds, een bedrag van ƒ 5.—.
R o t t e r d a m, van H. A. een bedrag van ƒ 3.— met beleefd verzoek deze af te dragen aan ds. Van der Snoek voor de radiopreek van 6 Januari 1929. 'k Heb natuurlijk aan dat beleefde verzoek voldaan en deze ƒ 3.— dus gebracht bij mijn collega voor de radio-collecte.
R o t t e r d a m, van ds. Van Grieken 3 giften uit Rotterdam, resp. van ƒ 2.50, ƒ 2.50 en ƒ 10.—, samen ƒ 15.—, en 2 giften uit Meppel, resp. van ƒ 1.— en ƒ 5.—, samen ƒ 6.—; dus in het geheel een bedrag van ƒ 21.—.
Z u i d  B e ij e r l a n d, van ds. Van Griethuysen ƒ 10.—, bij hem bezorgd, te verdeelen: ƒ 5.— voor de Fondsen en ƒ 5.— voor den G.Z.B. De laatste 5 zullen natuurlijk doorgezonden worden.
P u t t e r s h o e k, van ds. Bax de reeds aangekondigde collecte van een spreekbeurt die vervuld werd door ds. Remme, zijnde een bedrag van ƒ 58.85.
Z e g v e l d, van ds. Westra Hoekzema een collecte tijdens een aldaar vervulde spreekbeurt door ds. Goslinga, van ƒ 46.10, en uit de kas der afdeeling aldaar ƒ 30.—; dus samen een bedrag van ƒ 76.10. 
P u t t e n, van ds. Bouthoorn een collecte gehouden bij een spreekbeurt van ds. Vreug denhil van Gorinchem van
HONDERD ACHT GULDEN 69 CENT (ƒ 108.69).
De vette letters dus ook nog. Nu, dit mochten we van Putten — schreef ds. B. er zelf bij — dan ook verwachten. En hiermede is het einde er weer. Alles saamgenomen wat ik ontving en behouden mag, kom ik tot een bedrag van
f 278.64,
waarvoor ik weer mijn hartelijken dank breng aan allen die het gegeven of verzameld en gezonden hebben.
De Penningmeester, Ds. M. JONGEBREUR.
Veenendaal.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

FINANCIEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 januari 1929

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's