Globaal bekeken
In het jaar 1920 werd het gezin van de bekende zuidafrikaanse dichter Totius (de hoogleraar J. D. duToit, 1877-1953) getroffen door de dood van het jongste zoontje Francois en de oudste dochter Wilhelmina. Hij schreef een gedicht 'Die Godsbesluit'. Hieronder volgt het met een vertaling daarnaast van Koos Reerds, zoals we dat aantroffen in De Reformatie.
Voor die onheilswoning en
tussen die skaars-beblaarde
soetdorings staan, in droƫ aarde
maar lowergroen en blink van blad,
die wag-'n-bietjie langs die pad.
Wanneer ek naderkom dan sien
ek dorings krom en reg;
'k sien takke immekaar gedraai
en deurmekaar gevleg.
Ek wil ek in die blare gryp
of aan die takke breek,
dan tas ek in 'n doringnes
wat vreeslik haak en steek.
Bo al u donker bome, o Heer,
groei my 'n enk'Ie reusboom uit
dit is die wag-'n-bietjie-bos van u besluit
Van ver so skoon, so groen, so blink...
maar hoe verward wanneer ek dieper kyk en dink
as wat 'n sondaar pas.
En steek ek dan my hande uit
na u besluit,
dan gryp ek in die dorings vas.
Voor de onheilswoning,
tussen haast bladerloze
acacia 's staat, in droge aarde,
maar rijk aan groen en glanzend blad,
de haakdoorn langs het pad.
Wanneer ik dichterbij kom zie ik
dorens priemen krom en recht,
'k zie de vervlochten wirwar
van takken in elkaar gedraaid.
En duw ik bladeren opzij,
of wil ik in de takken breken,
dan grijp ik in een doornennest,
dat vreeslijk haakt en steekt.
Reusachtig groeit voor mij, o Heer,
boven al uw donkere bomen uit,
het ontzagwekkend doorngewas
van uw besluit.
Van ver zo glanzend, groen en schoon...
maar hoe verward,
wanneer ik dieper kijk en denk
dan wat een zondaar past.
En steek ik ook mijn hand nog uit
naar uw besluit,
dan haak ik in de dorens vast.
***
Tenslotte een ontdekkend afsluitertje, geknipt uit De Open Deur over 'aandacht'.
'Een man die ervaren was in meditatie, werd eens gevraagd, hoe hij ondanks zijn vele bezigheden zo ingekeerd kon zijn. Hij antwoordde: "Als ik sta, dan sta ik; als ik ga, dan ga ik; als ik zit, dan zit ik; als ik eet, dan eet ik; als ik spreek, dan spreek ik...". Degenen die de vraag stelden, zeiden: "Dat doen wij toch ook! Maar wat doet u nog meer? " Hij antwoordde weer precies hetzelfde. En nogmaals zeiden de mensen: "Dat doen wij toch ook? " Maar hij zei: "Nee, als je zit, dan sta je al; als je staat, dan loop je al; als je loopt, dan ben je er al; en als je eet, ben je al klaar".'
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 2 januari 1986
De Waarheidsvriend | 16 Pagina's