De Waarheidsvriend cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van De Waarheidsvriend te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van De Waarheidsvriend.

Bekijk het origineel

Uit de Pers.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de Pers.

4 minuten leestijd

Het boek Esther.
Op de 43ste jaarlijksche samenkomst der Vereeniging voor H.O. op Gereformeerden grondslag heeft prof, dr. G. Ch. A a 1 d e r s het volgende referaat gehouden over „de Historische en religieuze waarde van het boek Esther", waarvan wij het volgende verslag overnemen :
„De hoogleeraar merkte in dit referaat op, dat velen aan 't boek Esther weinig waarde hechten, vooral Cornill. Vroeger was het al niet beter. Luther had er ook niet te veel mee op. Wij hebben daardoor temeer reden, ons ernstig er mee bezig te houden, wel de nu gangbare opvatting uitstekend de algemeene tij-kentering in de OudTestamentische wetenschap illustreert.
Historische bezwaren zijn velerlei: de auteur zou 't zelf al niet voor historie hebben willen uitgeven, en nimmer den naam Gods genoemd hebben, wijl hij den heidenschen oorsprong van het Purimfeest wilde bemantelen. De innerlijke tegenstrijdigheid hierbij is deze, dat, wie zóó durfde verdichten, ook niet voor 't gebruik van Gods Naam zou terugdeinzen. Velen houden inderdaad het Purimfeest voor heidensch van oorsprong, alleen is men het over den geboorte-grond ervan nog niet eens.
De jongste geleerden toonen echter, hoe ook hierbij de Assiriologie ver is overschat. Een andere poging van de godsdienst-historische school is de vereenzelviging van Esther met de heldin van vertellingen van duizend en één nacht, welke hypothese door Cosquin succesvol is bestreden. — De bij Joodsche rabbijnen gevonden twijfel aan de historiciteit van het boek Esther blijkt bij diepgaand onderzoek niet ernstig gemeend. — Voorts zouden in „E" talrijke vergrijpen tegen de historie zijn aan te wijzen. De nieuwste historische en archeologische onderzoekingen evenwel leiden op tal van punten tot bevestiging !
De grootste accuratesse blijkt in Esther te zijn aangewend wat de beschrijving van het rechtwezen, hofleven, zeden, instellingen — plaatsbeschrijvingen in Perzië betreft —. Toch aanvaardt men de historiciteit van ,, Esther" niet, wijl de profane geschiedschrijvers geen personengebeurtenissen, als in „E" beschreven, schijnen te kennen, wat echter heel goed verklaarbaar is, wijl Herodotus (de eenige, die in aanmerking komt) juist bij 478 sluit — dit immers is het 7de jaar van Xerxes !
Verder vindt men in „E" zoogenaamde onmogelijkheden en anachronismen, die zich echter alle bij ernstig pogen, heel goed laten weerleggen; men wake voor te haastig concludeeren en te ,.Westersch" lezen.
Zoo zou b.v. 't heele edict tegen de Joden een ongehoorde fabel zijn; zijn er echter geen voorbeelden genoeg van in ouden en nieuwen tijd (denk aan de wreedheden in Armenië en de Jodenpogroms), en, was Xerxes er niet grillig en wreed genoeg voor ? — Verder, tal van parallellen en analogieën zijn voor de vele z.g.n. ongehoordheden aan te voeren, terwijl over andere moeilijkheden, psychologisch, grammatisch en exegetisch nieuw licht geworpen wordt. In 't algemeen is ook hier weer te veel gewerkt met de argumenta e silentio.
De religieuze waarde van „E" stuit op niet geringer tegenspraak, dat b.v. God nergens genoemd is, ja, in Cap. 4 vers 14 opzettelijk zou zijn verzwegen, dat 't moreel en religieus op 'n laag Joodsch-nationalistisch standpunt zou staan. Echter, de religieuze waarde van het boek en het religieus standpunt der handelende personen zijn twee. In 't algemeen flatteert de Heilige Schrift nooit haar personen en al zwijgt haar oordeel, dan is dat nog lang geen goedkeuren. Men grijpe den algemeenen religieuzen en moreelen maatstaf der H. Schrift. Zoo is moreel alle gedrag van Esther (tegenover Haman) en Mordechaï (dat hij b.v. niet boog) niet te motiveeren. Daarom, men onderscheide wel tusschen historisch en normatief gezag van de H. Schrift, vooral bij het boek Esther. Toch beschuldige men het boek Esther niet, zooals velen, van chauvinisme, al klopt er 't vaderlandsch hart al in (b.v. Cap. 9 vers 1).
Van de vele verklaringen van het niet noemen van Gods Naam, bevredigt geene. Hierdoor krijgt „E" echter geen irreligieus karakter (zie 'Matth. 7 : 21 en Lukas 6 vers 46). Het getuigt luide van het voorzienig bestuur, van rechtvaardige vergelding, van de bewarende zorg Gods.
De plaats in den Oud-Testam. Canon is deze : het toont in de steeds naar Christus heenwijzende Godsopenbaring, hoe het heilig zaad bewaard, Satans pogen verijdeld, en zoo de belofte van Genesis 3 vers 15 vervuld wordt."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's

Uit de Pers.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 augustus 1923

De Waarheidsvriend | 4 Pagina's